ECLI:NL:RBNHO:2015:3241
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.A.M. Jansen
- P.H. Lauryssen
- M.A.H. van der Woude
- Rechtspraak.nl
Nietigverklaring van dagvaarding wegens betekeningsgebreken in strafzaak
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is op 3 april 2015 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het verwerven en in bezit hebben van een hoeveelheid bankbiljetten ter waarde van ongeveer 12.180 euro, terwijl hij wist dat deze afkomstig waren uit een misdrijf. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de dagvaarding nietig verklaard dient te worden. Dit besluit is genomen op basis van significante gebreken in de betekening van de dagvaarding. Uit de akte van uitreiking bleek dat de dagvaarding niet correct was uitgereikt door de hoofdagent, omdat de woning van de verdachte leeg stond en te huur was. Er was geen bericht van aankomst achtergelaten en er was geen ID-staat opgemaakt, waardoor het adres van de verdachte niet kon worden gecontroleerd. Bovendien ontbrak in het dossier een vertaling van de dagvaarding in een voor de verdachte begrijpelijke taal, aangezien hij met een tolk Albanees was gehoord. Gezien deze tekortkomingen heeft de rechtbank geconcludeerd dat de dagvaarding nietig verklaard moest worden, wat betekent dat de verdachte niet op de juiste wijze was opgeroepen voor de rechtszaak. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.