Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de straf
7.Vordering benadeelde partij [juwelier] Edelsmeden en schadevergoedingsmaatregel
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
NEGEN (9) MAANDEN, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot
DRIE (3) MAANDEN,
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
DRIE (3) JARENaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of ten behoeve van de vaststelling van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
[juwelier] Edelsmedengeleden schade tot een bedrag van € 30.865,59, bestaande uit materiële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, aan [juwelier] Edelsmeden, voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting en verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte kosten en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil;
ZEVENENVEERTIG (47) DAGENhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;