ECLI:NL:RBNHO:2015:3194

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 april 2015
Publicatiedatum
15 april 2015
Zaaknummer
C/15/209523/ FA RK 13-4391
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Identiteitsvaststelling en wijziging van geboorteakte in familiezaken

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 15 april 2015 een beschikking gegeven in een familiekwestie betreffende de identiteit van de verzoekster en de wijziging van de geboorteakte van haar kind. De verzoekster, die in Amsterdam woont, heeft verzocht om aanpassing van haar gegevens op de geboorteakte van haar kind, omdat zij van mening is dat haar werkelijke identiteit niet correct is vastgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekster, op basis van een dactyloscopisch onderzoek, dezelfde persoon is als degene die zich bij de asielaanvraag in 1999 heeft voorgedaan. Dit werd ondersteund door een DNA-onderzoek dat aantoont dat het kind [naam kind 2] hetzelfde kind is als [naam kind 1], geboren in Beverwijk. De rechtbank heeft het verzoek tot wijziging van de voornaam van het kind toegewezen, maar het verzoek om de vadergegevens op de geboorteakte op te nemen, werd afgewezen. Dit omdat de verzoekster ten tijde van de geboorte niet gehuwd was en er geen bewijs was van erkenning van het kind door de vermeende vader. De rechtbank heeft de beslissing genomen op basis van de relevante wetgeving, waaronder artikel 1:4 lid 4 BW, en heeft de kosten van de procedure voor iedere partij bepaald op eigen kosten. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Sectie Familie & Jeugd
locatie Haarlem
beroep weigering medewerking ambtenaar burgerlijke stand (artikel 1:27 BW)
zaak-/rekestnr.: C/15/209523 / FA RK 13-4391
beschikking van de meervoudige kamer voor familiezaken van 15 april 2015
in de zaak van:
[naam verzoekster],
wonende te Amsterdam,
hierna mede te noemen: verzoekster,
advocaat mr. J.F. Jim, kantoorhoudende te Rotterdam,
--tegen--
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Beverwijk,
zetelend te Beverwijk,
hierna te noemen: de ambtenaar.
Als belanghebbende wordt aangemerkt de officier van justitie in het arrondissement Noord-Holland, hierna mede te noemen: de officier.

1.Procedure

1.1
Voor het verloop van de procedure verwijst de rechtbank naar de volgende stukken:
- de beschikking van deze rechtbank van 30 juli 2014 en de daarin vermelde stukken;
- de conclusie van de officier van 15 oktober 2014;
- de brief van de ambtenaar van 12 november 2014;
- de brieven, met bijlagen, van de advocaat van verzoekster van 18 en 21 november 2014;
- de nadere onderbouwing verzoekschrift van de advocaat van verzoekster van 22 januari 2015, met bijlagen;
- de brief, met bijlagen, van de advocaat van verzoekster, van 29 januari 2015.
1.2
De voortzetting van de behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op de zitting van 17 februari 2015 in aanwezigheid van verzoekster, bijgestaan door mr. J.F. Jim, en van mevrouw [naam 1] en mevrouw [naam 2], ambtenaren van de burgerlijke stand van de gemeente Beverwijk. Als toehoorder was aanwezig de heer [naam 3], ambtenaar bestuurszaken van de gemeente Beverwijk.
Ter zitting is aan verzoekster bijstand verleend door een tolk in de Chinese taal.

2.Verder procesverloop

2.1
Bij beschikking van deze rechtbank van 30 juli 2014 heeft de rechtbank de officier verzocht zich schriftelijk uit te laten over de volgende vragen:
a. Is uit het dactyloscopisch onderzoek onomstotelijk komen vast te staan dat [naam moeder 2] dezelfde persoon is als degene die zich bij de asielaanvraag als [naam moeder 1] heeft voorgedaan?Indien dit zo is, is dit aanleiding om de gegevens van [naam moeder 2] in de geboorteakte van het kind op te nemen in plaats van de gegevens van [naam moeder 1] en de geslachtnaam van het kind in [achternaam moeder 2] te wijzigen?
b. Is uit het overgelegde en gelegaliseerde DNA-rapport van 31 januari 2013 en het niet gelegaliseerde DNA-rapport van 26 mei 2014 voldoende komen vast te staan dat [naam moeder 2] de moeder is van het kind [naam kind 2] en dat [naam man] de biologische vader is van [naam kind 2]?
Indien dit zo is, is dit aanleiding om de voornaam van het kind [voornaam kind 1] in de geboorteakte te wijzigen in [voornaam kind 2]?
c. Geven de overgelegde stukken en de nadere informatie over de vader van het kind aanleiding om een nader standpunt in te nemen over het verzoek de geslachtsnaam van het kind in de geboorteakte te wijzigen in [achternaam man]?
en voorts de behandeling van de zaak aangehouden pro forma tot 3 september 2014.
Conclusie van de officier
2.2
Ten aanzien van vraag a. stelt de officier - kort samengevat - dat onomstotelijk is komen vast te staan dat [naam moeder 2] dezelfde persoon is als degene die zich bij de asielaanvraag in 1999 als [naam moeder 1] heeft voorgedaan.
In tegenstelling tot hetgeen de officier heeft opgenomen in zijn eerdere conclusie van 10 april 2014 onder b., is de officier echter (na kennisname van het standpunt van de ambtenaar, zoals verwoord in de beschikking van 30 juli 2014) van mening dat dit onvoldoende aanleiding is om de gegevens van verzoekster op te nemen in de geboorteakte en de geslachtsnaam van het kind te wijzigen. Niet kan immers worden vastgesteld wat de daadwerkelijke identiteit van verzoekster is, omdat het dossier geen gegevens bevat waaruit kan worden afgeleid dat verzoekster daadwerkelijk de identiteit [achternaam moeder 2] heeft. De overgelegde gegevens uit de Hukou-administratie zijn onvoldoende nu daaruit niet kan worden geconcludeerd dat verzoekster daadwerkelijk de in die administratie genoemde [naam moeder 2] is. De gegevens van [naam moeder 2] kunnen dus ook niet worden opgenomen in de geboorteakte van het kind.
De officier merkt voorts nog op dat ten aanzien van het zich in het dossier bevindende afschrift uit de Basisregistratie Personen (BRP) van de gemeente Amsterdam van [naam moeder 2] niet blijkt op basis van welke gegevens deze registratie heeft plaatsgevonden. De onderliggende stukken zijn mogelijk van belang om vast te stellen op basis waarvan de gemeente Amsterdam heeft besloten verzoekster als [naam moeder 2] in de basisregistratie op te nemen; mogelijk kan op basis van die informatie de conclusie worden getrokken dat verzoekster daadwerkelijk [naam moeder 2] is.
Ten aanzien van vraag b. stelt de officier zich op het standpunt dat, hoewel uit de twee overgelegde DNA-rapporten van 31 januari 2013 en 26 mei 2014 blijkt dat verzoekster de moeder is van het kind [naam kind 2] (zoals genoemd in het DNA-rapport) en dat [naam man] de biologische vader is van dit kind, deze conclusie alleen kan worden getrokken uit een gelegaliseerd versie van het DNA-rapport van 26 mei 2014. Op dit moment is er dus geen aanleiding de voornaam van het kind [naam kind 1] te wijzigen.
Ten aanzien van vraag c. stelt de officier dat de zich op dat moment in het dossier bevindende stukken onvoldoende zijn om de geslachtsnaam van het kind te wijzigen in [achternaam man].
Het dossier bevat geen stukken waaruit blijkt dat er voor gekozen is om de naam [achternaam man] voor het kind te gebruiken. Hoewel verzoekster in haar reactie van 28 mei 2014 stelt dat zij als moeder [achternaam moeder 2] zou hebben ingestemd dat het kind de geslachtsnaam [achternaam man] draagt, maakt deze verklaring geen onderdeel uit van het dossier.
Reactie van de ambtenaar
2.3
In zijn brief van 11 november 2014 deelt de ambtenaar mee dat de stukken van de gemeente Amsterdam, die zijn gebruikt voor de registratie van verzoekster in de BRP, niet tot de conclusie kunnen leiden dat verzoekster daadwerkelijk [naam moeder 2] is, aangezien deze stukken niet onomstotelijk bewijzen dat verzoekster [naam moeder 2] ook door het leven is gegaan als mevrouw [naam moeder 1].
Ten aanzien van vraag b. stelt de ambtenaar dat ongeacht of er een gelegaliseerd DNA-rapport wordt overgelegd, het DNA-materiaal is afgenomen van het kind [naam kind 2] en niet van het kind [naam kind 1], zodat het DNA-rapport niet kan leiden tot wijziging van de opgemaakte geboorteakte. De ambtenaar kan zich voor het overige vinden in de conclusie van de officier en handhaaft het eerder ingenomen standpunt.
Reactie verzoekster
2.4
De advocaat van verzoekster heeft zich bij brieven van 18 november 2014, 21 november 2014 en 29 januari 2015 uitgelaten over de conclusie van de officier en de reactie van de ambtenaar. Ook heeft de advocaat nog een aantal producties in het geding gebracht, waaronder de zogenaamde Hukou-registratie / Householdregister van de familie [achternaam moeder 2].

3.Beoordeling

identiteit verzoekster
3.1
Op grond van de conclusie van het dactyloscopisch onderzoek van Forensica van 20 mei 2014 is de rechtbank van oordeel dat onomstotelijk is komen vast te staan dat [naam moeder 2] dezelfde persoon is als degene die zich bij de asielaanvraag op 12 december 1999 als [naam moeder 1] heeft voorgedaan.
3.2
Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of de werkelijke identiteit van verzoekster [naam moeder 2] is of [naam moeder 1].
Verzoekster heeft ter zitting van 17 februari 2015 verklaard dat zij zich in 1999 bewust als alleenstaande minderjarige asielzoekster in Nederland heeft aangemeld terwijl zij toen reeds meerderjarig was en dat zij bij haar registratie in de BRP van de gemeente Heemskerk onder ede heeft verklaard dat zij [naam moeder 1] was, geboren op [geboortedatum 2] te Wenzhou, China.
Verzoekster heeft tevens verklaard dat zij toen geen brondocumenten van de persoon [naam moeder 1] kon overleggen en ook thans niet kan overleggen, waaruit deze identiteit kan worden afgeleid, omdat deze documenten niet bestaan en nooit bestaan hebben.
Verzoekster is op [geboortedatum 1] bevallen van een zoon die op basis van haar asielidentiteit de geslachtsnaam [achternaam moeder 1] heeft gekregen.
In de periode dat verzoekster onder de naam [achternaam moeder 1] in Nederland verbleef, was zij volgens eigen zeggen in het bezit van een Chinees paspoort uit 1999 met de naam [achternaam moeder 2]. In 2002 is zij met dit paspoort naar Italië gereisd en heeft daar enige tijd gewoond. Nadat haar paspoort was verlopen heeft zij vervolgens bij de Chinese Ambassade in Italië een nieuw paspoort met de naam [achternaam moeder 2] aangevraagd. Met dit nieuwe paspoort is zij teruggekeerd naar Nederland en is zij vervolgens via Duitsland naar China gereisd. Haar zoon was al eerder door een kennis van verzoekster op een laissez-passer naar China gebracht. Op het moment dat verzoekster zich weer in China had gevestigd, heeft zij het door de Chinese ambassade in Italië verstrekte paspoort bij haar registratie in China getoond waardoor in de Hukou-registratie staat vermeld dat zij op 20 januari 2006 vanuit Milaan, Italië naar China is gekomen. Verzoekster heeft enige tijd later in China een nieuw paspoort aangevraagd en is met dit nieuwe paspoort teruggekeerd naar Nederland, aldus nog steeds verzoekster.
3.3
De rechtbank stelt vast dat op de overgelegde persoonslijst van de gemeente Amsterdam van [naam moeder 2] met nummer 384.8494.915 is vermeld: ontlening document datum 29-04-2008 pas China en datum 31-05-2011 hukouregistratie China. Verzoekster heeft op basis van deze gegevens als [achternaam moeder 2] een vergunning regulier voor bepaalde tijd gekregen, welke vergunning nog steeds geldig is.
Gelet op voormelde verklaring van verzoekster en hetgeen hiervoor is overwogen acht de rechtbank voldoende aannemelijk dat verzoekster in 1999 in Uitgeest is ingeschreven onder de fictieve naam [achternaam moeder 1] en in 2008 in Amsterdam onder haar werkelijke naam [achternaam moeder 2].
De rechtbank is, alle gegevens in onderling verband en samenhang bezien, van oordeel dat de werkelijke identiteit van verzoekster [naam moeder 2] is en dat zij dezelfde persoon is als [naam moeder 1].
identiteit kind
3.4
Vervolgens is aan de orde de vraag of het kind [naam kind 1] hetzelfde kind is als het kind [naam kind 2].
De officier en de ambtenaar zijn van mening dat zowel uit het gelegaliseerde DNA-rapport van 31 januari 2013 als uit het niet gelegaliseerde DNA-rapport van 26 mei 2014 kan worden afgeleid dat er sprake is van een biologische verwantschap tussen [achternaam moeder 2] en het kind [naam kind 2], maar dat niet is komen vast te staan dat er een biologisch verwantschap bestaat tussen [achternaam moeder 2] en het kind [naam kind 1].
Verzoekster heeft ter zitting verklaard dat zij, toen zij zich weer in China had gevestigd, voor het kind een Chinees paspoort heeft aangevraagd. Zij heeft daarbij als geslachtsnaam van het kind de naam van de biologische vader opgegeven; de voornaam Kaan bleek geen Chinese voornaam te zijn en [naam kind 1] bleek niet in Chinese karakters te kunnen worden opgeschreven, hetgeen de reden is dat zij als voornaam een naam heeft genomen die wel in Chinese karakters kon worden opgeschreven. De Chinese autoriteiten hebben op 13 april 2009 aan het kind een paspoort verstrekt met de naam [naam kind 2], geboren in Nederland op [geboortedatum 1]. In het paspoort van het kind is door de Chinese autoriteiten vermeld “The name of the bearer of this passport is also spelled als [NAAM KIND 1]’, omdat het kind in China onder een andere voornaam en geslachtsnaam is geregistreerd dan de naam die in Nederland op zijn geboorteakte staat vermeld, aldus verzoekster.
Op grond van de uitkomst van de DNA-onderzoeken en voormelde verklaring van de moeder in combinatie en samenhang met de overige stukken in het dossier acht de rechtbank voldoende aannemelijk dat het kind [naam kind 2] hetzelfde kind is als het kind [naam kind 1], geboren in de gemeente Beverwijk op [geboortedatum 1], van welke geboorte geboorteakte 1G0017 is opgemaakt.
3.5
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen ten aanzien van de identiteit van verzoekster en de identiteit van het kind, zal de rechtbank het verzoek in zoverre toewijzen.
vadergegevens
3.6
Op grond van de overgelegde Civiele bemiddelingsakte van de Volksrechtbank district Wencheng te Zhejiang, opgemaakt op 1 april 2009 en genummerd (2009) WWMCZI nr. 169, waarin is vermeld dat verzoekster met de biologische vader van het kind in Nederland heeft samengewoond, maar dat tot de dag van het opmaken van deze akte geen trouwakte is opgehaald, en de omstandigheid dat verzoekster ten tijde van de geboorte van het kind in Nederland als ongehuwd te boek stond en zij volgens eigen zeggen ongehuwd was, stelt de rechtbank vast dat verzoekster ten tijde van de geboorte van het kind niet was gehuwd. Dit betekent dat het kind bij de geboorte slechts één juridische ouder had, namelijk de moeder.
Nu de moeder, zijnde verzoekster, ten tijde van de aangifte van de geboorte van het kind geen bewijsstukken heeft overgelegd waaruit de ambtenaar kon afleiden dat het kind (naar Chinees recht) was erkend door [naam man], zijn er terecht geen vadergegevens in de geboorteakte vermeld en heeft het kind de geslachtsnaam van de moeder gekregen.
wijziging voornaam van het kind
3.7
Op grond van artikel 1:4 lid 4 BW kan een verzoek tot wijziging van de voornamen van een kind op verzoek van zijn wettelijk vertegenwoordiger worden gelast door de rechtbank. Deze wijziging geschiedt doordat van de beschikking een latere vermelding wordt toegevoegd aan de akte van geboorte.
Verzoekster is als wettelijk vertegenwoordigster van het kind bevoegd een verzoek tot wijziging van de voornaam bij de rechtbank in te dienen.
Verzoekster heeft ter zitting verklaard dat zij bij de aangifte van het kind bij de burgerlijke stand van de gemeente Beverwijk werd bijgestaan door een Tunesische kennis. Omdat zij de naam [voornaam kind 1] mooi vond heeft verzoekster voor deze voornaam gekozen.
Omdat deze kennis en verzoekster de Nederlandse taal niet machtig waren en verzoekster de Nederlandse lettertekens niet kon schrijven, heeft de kennis van verzoekster de gekozen naam van het kind voor de ambtenaar opgeschreven. Achteraf is het verzoekster gebleken dat de naam zoals vermeld op de Nederlandse geboorteakte niet kan worden omgezet in Chinese tekens. Daarom heeft zij er in China voor gekozen om het kind te registreren met de voornaam Qingxiang, aldus verzoekster.
Omdat het kind de Chinese nationaliteit bezit, is artikel 10:19 lid 1 BW van toepassing op het verzoek, hetgeen betekent dat de geslachtsnaam en de voornamen van het kind worden bepaald door het Chinese recht. Uitsluitend voor de vaststelling van de geslachtsnaam en de voornaam worden de omstandigheden waarvan deze afhangen (bijvoorbeeld van welke familierechtelijke betrekking de naam wordt afgeleid en welke naam betrokkene draagt) beoordeeld naar dat recht. In dit geval moet de toelaatbaarheid van de gevraagde voornaamswijziging dan ook naar Chinees recht worden beoordeeld.
Nu Chinese autoriteiten de door de moeder bij de registratie van het kind gekozen voornaam hebben toegestaan, zal het verzoek worden toegewezen.
toevoegen vadergegevens en geslachtsnaam vader op geboorteakte
3.8
Verzoekster stelt dat in China kinderen die buiten een huwelijk zijn geboren gelijk gesteld worden met kinderen geboren uit een huwelijk. Verzoekster heeft, ter onderbouwing van haar standpunt dat de geslachtsnaam van de biologische vader [achternaam vader] als geslachtsnaam van het kind op de geboorteakte van het kind dient te worden vermeld, een Civiele bemiddelingsakte van de Volksrechtbank district Wencheng te Zhejiang met nummer (2009) WWMCZI nr. 169 overgelegd, omdat daaruit volgens haar blijkt dat hij de juridische vader is van het kind.
De officier en de ambtenaar zijn van mening dat uit de overgelegde DNA-rapporten alleen blijkt dat er een biologisch verwantschap bestaat tussen [naam man] en het kind.
De ambtenaar stelt voorts dat, omdat er geen sprake is geweest van een huwelijk tussen Zhou en [achternaam man], het kind slechts een ouder heeft, in casu verzoekster. Ook is volgens de ambtenaar geen sprake is geweest van een erkenning van het kind door [achternaam man] dan wel een gerechtelijke vaststelling van het vaderschap over het kind van [achternaam man], zodat er in de geboorteakte geen vadergegevens kunnen worden opgenomen.
3.9
Ten aanzien van het tot stand komen van familierechtelijke betrekkingen tussen [achternaam man] en het kind is afdeling 5 van Boek 10 BW van toepassing. In artikel 10:95 BW is bepaald dat voor wat betreft de bevoegdheid van de man en de voorwaarden voor de erkenning het recht van de staat waarvan de man de nationaliteit bezit de voorwaarden bepaalt. Nu [achternaam man] - naar de rechtbank aanneemt - de Chinese nationaliteit bezit, is het Chinese recht van toepassing op de erkenning.
Uit de door de rechtbank ambtshalve geraadpleegde losbladige “Bergmann/Ferid /Henrich Internationales Ehe- und Kindschaftsrecht (bijgewerkt tot 15 januari 2013)” blijkt - kort samengevat - dat onder niet-huwelijkse kinderen wordt verstaan kinderen die zijn geboren uit een moeder die niet gehuwd is en voorts dat het naar Chinees recht is toegestaan door middel van een notariële akte het juridisch vaderschap van het kind tot stand te laten komen.
Verzoekster heeft ter zitting gesteld dat zij geen akte van erkenning kon laten opmaken omdat zij zich in Nederland had laten inschrijven onder een valse identiteit, waardoor haar kind ook haar valse geslachtsnaam bij de geboorte heeft gekregen. Verzoekster heeft evenmin bewijsstukken overgelegd, waaruit blijkt op welke gronden de Chinese autoriteiten er toe zijn overgegaan het kind bij zijn registratie door verzoekster de geslachtsnaam [achternaam man] te geven.
Nu door verzoekster geen (Chinese) notariële akte van erkenning is overgelegd en evenmin enig ander bewijsstuk waaruit blijkt dat het juridisch vaderschap van [achternaam man] over het kind op een andere wijze naar Chinees recht tot stand is gekomen, zal het verzoek met betrekking tot het opnemen van de vadergegevens en de geslachtsnaam [achternaam man] in de geboorteakte van het kind worden afgewezen.
kosten van de procedure
3.1
De rechtbank zal, gelet op de aard van de procedure, bepalen dat iedere partij de eigen kosten draagt.

4.Beslissing

De rechtbank:
4.1
Gelast verbetering van akte nummer 1G0017 voorkomende in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Beverwijk over het jaar 2002, betreffende [naam kind 1], in die zin dat de volgende gegevens worden gewijzigd en komen te luiden als volgt:
KIND:
Geslachtsnaam: “[achternaam moeder 2]”
Voornaam: “[voornaam kind 2]”
OUDERS:
Geslachtsnaam moeder: “[achternaam moeder 2]”
Voornamen moeder: “[voornaam moeder 2]”
Geslachtsnaam vader: “--”
Voornamen vader: “--”
GEBOORTEGEGEVENS OUDERS
Plaats van geboorte moeder: “Zhejiang, China”
Dag van geboorte moeder: “[geboortedatum 3]”
Plaats van geboorte vader: “--”
Dag van geboorte vader: “--”
AANGEVER
Geslachtsnaam “[achternaam moeder 2]”
Voornamen: “[voornaam moeder 2]”
Plaats van geboorte : “Zhejiang, China”
Dag van geboorte : “[geboortedatum 3]”
4.2
Wijst af het meer of anders verzochte.
4.3
Draagt de griffier op niet eerder dan drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking - en indien daartegen geen hoger beroep is ingesteld - een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Beverwijk.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.M. van Dam, voorzitter, mr. A.A.F. Donders, en mr. B.M.A. Bataille, rechter, in tegenwoordigheid van M.P. Joukes, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 15 april 2015.
Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en de verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.