Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Bewijs
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aanhouding en bevindingen van de Belastingdienst/Douane d.d. 17 juni 2012 (dossierpagina’s 11 tot en met 12 en 15);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen van de Koninklijke Marechaussee (KMar) d.d. 18 juni 2012 (dossierpagina’s 42 tot en met 46);
- een schriftelijk stuk, te weten een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut te Den Haag d.d. 20 juli 2012 met zaaknummer 2012.06.20.054 (los opgenomen).
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Toepasselijke wettelijke voorschriften
8.Beslissing
vierentwintig (24) maanden, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot
twaalf (12) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op drie jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.