Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
"Ik kom je even zeggen, mijn naam niet in de film, geen woord en ook niet in het boek"
en/of
"Ben ik duidelijk"
en/of
"mijn naam niet in de film en als je denkt dat je het toch kan doen dan weet je wat er gebeurt"
en/of
"ik dreig niet"
en/of
"Wat zei je daar?"
en/of
"Moet ik het nu afmaken! Wil je dat ik het nu doe?"
en/of
"Ga maar aangifte doen als je wilt. Haal de politie er maar bij en laat je vrouw maar getuigen. Het maakt allemaal niets uit, je weet wat er gaat gebeuren hè"
en/of
"Je weet wat er gebeurt hè"
en/of
"Als je de politie belt dan zal je het wel weten, ik dreig niet maar ik doe!"
"niemand die mij tegenhoudt"
en/of
"Vuile kankerhond dat je er bent"
"Ik kom je even zeggen, mijn naam niet in de film, geen woord en ook niet in het boek"
en/of
"Ben ik duidelijk"
en/of
"mijn naam niet in de film en als je denkt dat je het toch kan doen dan weet je wat er gebeurt"
en/of
"ik dreig niet"
en/of
"Wat zei je daar?"
en/of
"Moet ik het nu afmaken! Wil je dat ik het nu doe?"
en/of
"Ga maar aangifte doen als je wilt. Haal de politie er maar bij en laat je vrouw maar getuigen. Het maakt allemaal niets uit, je weet wat er gaat gebeuren hè"
en/of
"Je weet wat er gebeurt hè"
en/of
"Als je de politie belt dan zal je het wel weten, ik dreig niet maar ik doe!"
en/of
"niemand die mij tegenhoudt"
en/of
"Vuile kankerhond dat je er bent"
althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking;
2.Voorvragen
3.Bewijs
je bent helemaal vernederd tot op het bot, teruggeven van dat miljoen dat vindt ie nog het ergste, geloof me nou, dat is een vermogen van hem (…) terug naar die jongen’ acht de rechtbank onvoldoende nu deze uitlating ook veronderstellender wijs kan zijn gedaan. De rechtbank is dan ook van oordeel dat, nu onvoldoende is komen vast te staan dat aan [slachtoffer 1] is medegedeeld dat hij een geldbedrag af diende te geven, de ten laste gelegde poging tot afpersing niet wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Vrijdag wil ik die [slachtoffer 1] (fon) laten komen en als ie dan bekent dan trappen we hem meteen in elkaar en schoppen hem de straat op… nemen we die [getuige 3]en elke ex Hells Angel die we kunnen pakken, nemen we meteen aan. Begrijp je, ben helemaal klaar met die goser, moet ie maar kijken wat hij ermee wil doen’. Uit het dossier valt op te maken dat met ‘[slachtoffer 1]’ [slachtoffer 1] wordt bedoeld. Uit de schriftelijke weergave van het gesprek kan niet afgeleid worden dat verdachte inhoudelijk op deze mededeling heeft gereageerd. Ook overigens kan niet uit het dossier worden afgeleid dat verdachte betrokken is geweest bij het plannen van de mishandeling van [slachtoffer 1]. Zoals hiervoor reeds is weergegeven, blijkt uit het dossier dat medeverdachte [medeverdachte 2] op (vrijdag) 22 maart 2013 [slachtoffer 1] een klap heeft gegeven. Echter, eveneens blijkt dat verdachte daarbij niet aanwezig was. Wel kan uit het dossier worden afgeleid dat verdachte daarvan naderhand op de hoogte is gebracht. Het enkele feit dat verdachte wellicht vooraf wetenschap heeft gehad van een door een ander medegedeeld voornemen om [slachtoffer 1] ‘in elkaar te trappen’ en achteraf van een mishandeling van deze [slachtoffer 1] op de hoogte is gesteld, is onvoldoende om vast te kunnen stellen dat verdachte dusdanig actief betrokken is geweest bij het plannen en uitvoeren van deze mishandeling dat sprake is geweest van een bewuste en nauwe samenwerking en een gezamenlijke uitvoering.
‘weet wat er gebeurt’als aangever denkt dat hij dit toch kan doen. Ook zegt verdachte onder andere: ‘
ik dreig niet, maar ik doe gewoon’ en ‘
moet ik het nu afmaken, wil je dat ik het nu doe’. Daarbij spreekt verdachte op dreigende toon, met stemverheffing. Op enig moment schreeuwt hij zelfs. Ook staat hij op enig moment zeer dicht op aangever. Weliswaar heeft verdachte niet letterlijk tegen aangever gezegd dat hij hem zou doden dan wel zwaar zou mishandelen indien niet gedaan zou worden wat hij duidelijk kwam maken, echter de aard van de hiervoor genoemde uitlatingen, gedaan in samenhang met de overige, hierna weer te geven, uitlatingen en de hiervoor genoemde omstandigheden waaronder die werden gedaan, brengen met zich dat bij aangever wel degelijk de redelijke vrees kon ontstaan dat een dergelijk ernstig misdrijf tegen hem gepleegd zou worden. Dat bij aangever en overigens ook bij zijn echtgenote, getuige [getuige 4], een dergelijke vrees is ontstaan blijkt ook uit hetgeen zij daarover hebben verklaard. Aangever heeft immers verklaard dat hij heel sterk het gevoel had dat het maar een millimeter van een fatale escalatie zat en echt bang was dat het verkeerd ging aflopen. Ook heeft hij verklaard dat zijn echtgenote letterlijk stond te shaken van schrik en angst. [2] Dat verdachte op dat moment geen wapen zou hebben getoond en niet in staat zou zijn aangever zonder wapen iets aan te doen, doet daaraan niet af, nu die omstandigheden niet uitsluiten dat aangever (eventueel op een ander moment en/of door iemand anders) iets aangedaan zou worden. Hetzelfde geldt voor de omstandigheden dat aangever niet direct de deur van zijn woning heeft dicht gedaan en niet onmiddellijk de politie heeft gebeld, waarbij voor dit laatste bovendien geldt dat aangever blijkens de verklaring van [getuige 4] na het treffen met verdachte de raadsman van verdachte heeft gebeld, die voorstelde om even te wachten met het bellen van de politie, waarna om ongeveer 23:52 uur het alarmnummer 112 is gebeld. [3]
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de straf
7.Vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidsstelling
Veroordeelde is, met toepassing van artikel 15 Sr, op 27 januari 2012 voorwaardelijk in vrijheid gesteld, onder de algemene voorwaarde dat hij zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een nieuw strafbaar feit.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
ZESENVEERTIG (46) DAGEN;
NEGENTIG (90) DAGEN;