“Ik bekleedde geen functie binnen [E BEDRIJF]. in de periode 2000-2002. Ik was wel 100% actief en werkzaam als manager binnen de [E BEDRIJF]. groep. Ik probeerde wat voor de hotels te doen. Ik was en ben in dienst bij [F BEDRIJF] BV gevestigd aan de [ADRES 6].
(…) Ik was directeur van belanghebbende in de periode 2000-2002. De Raad van Bestuur bestond uit tien [Hof: volgens gemachtigden heeft de getuige gezegd: drie] personen. In de periode 1999-2000 was ik als enige actief in Nederland. In de periode 2000-2002 was ik ook actief, maar verdeelde ik mijn activiteiten over Nederland en Roemenië. Ik had de feitelijke leiding.
(…) Productie D1: Ik ken dit stuk. Mijn handtekening staat er wel op.
Productie D2: Ik ken dit stuk. Mijn handtekening staat er niet op.
(…) Ik kan mij onmogelijk herinneren wanneer productie B door mij is ondertekend. Heel waarschijnlijk is deze productie verzonden naar ofwel [A] ofwel de secretaris-generaal.
(…) (D)e valuta op de lening tussen belanghebbende en [E BEDRIJF]. is gewijzigd zoals het staat aangegeven onder paragraaf A van productie D2. De effectieve datum was 1 januari 2001. Dit is gebaseerd op een mondelinge overeenkomst. Namens [E BEDRIJF]. trad [A] op, namens belanghebbende was ik dat. De mondelinge overeenkomst is gesloten in de loop van november/december 2000. De mondelinge overeenkomst is gesloten tijdens een meeting in [PLAATSNAAM 1]. Ik vermoed dat daar ook andere personen bij aanwezig waren. Dat waren sowieso [A] en [K]. De wijziging van de valuta was een agendapunt. Ik geloof niet dat van de vergadering een verslag is opgesteld.
(…) Ik heb niets toe te voegen aan de motivering zoals die blijkt uit productie D2. Alleen dat iedereen dacht dat we de goede beslissing namen.
(…) (D)e valuta op de lening tussen belanghebbende en [E BEDRIJF]. is gewijzigd zoals het staat aangegeven onder paragraaf B van productie D2. De effectieve datum was 1 januari 2002. Dit is gebaseerd op een mondelinge overeenkomst. Namens [E BEDRIJF]. trad [A] op, namens belanghebbende was ik dat. De mondelinge overeenkomst is gesloten in november/december 2001. De mondelinge overeenkomst is gesloten te [PLAATSNAAM 1].
(…) Ik heb nog iets toe te voegen aan de motivering zoals die blijkt uit productie D2. Aan het eind van 2000 waren we in euforie. [F BEDRIJF] en [G BEDRIJF] waren aangekocht. Eind 2001 kwam we weer met de voeten op de grond. Dat was één van de redenen om op deze manier te handelen.
(…) Producties D1 en D2 eindigen met de opmerking “No formal minutes of these meetings exist since the committee’s decisions were executed immediately after the decisions were taken”. Met betrekking tot de eerste valutawijziging kan ik het Hof zeggen dat dit niet op het niveau van belanghebbende in de administratie is verwerkt. Dat kwam door miscommunicatie tussen mij en de boekhouder.
Met betrekking tot de tweede valutawijziging kan ik het Hof zeggen dat aan de interne boekhouder, de heer [M], de instructie is doorgegeven om de valutawijziging door te voeren. De wijziging kon echter vanwege een instructie van de externe accountant pas worden doorgevoerd nadat de papieren waren ondertekend.
Ik weet niet hoe het bij [E BEDRIJF]. is gegaan en of het daar direct is uitgevoerd.
(…) Ik ben bekend met de kwartaalcijfers van belanghebbende voor de jaren 2000 en 2001. Ik heb ze destijds ook gezien, maar ik weet niet of ik ze ook heb onderzocht.
De kwartaalcijfers werden enkel en alleen opgemaakt omdat een geconsolideerde weergave moest worden geproduceerd. Voor ons in Nederland had het opmaken van de kwartaalcijfers geen zin.
(…)
Desgevraagd weet ik niet wat er wordt bedoeld met de inhoud van productie E. Ik kan mij niet herinneren dat het betrekking had op de valutawijzigingen.
(…) Productie J: Ik ken dit stuk. Het is door een medewerker van [I] opgesteld. Ik weet niet wat bedoeld wordt met “[A BEDRIJF]’s loan to its shareholder is to be realigned to allow for smallest possible exchange gain”. Dat wordt ook niet van mij verwacht, nu mijn naam er niet achter staat. [E] is een accountantmedewerker bij [I]. [F] is een mevrouw die werkzaam was bij [E BEDRIJF]. en [D BEDRIJF] advocaat ken ik niet.”
[Naar aanleiding van de door de inspecteur overgelegde vragenlijst:]
“Aan de brieven van 21 maart 200[2] (productie A) en 1 oktober 2002 (productie G) zijn mondelinge overeenkomsten voorafgegaan.
(…) De mondelinge overeenkomsten zijn gesloten ten kantore van [E BEDRIJF]., aan de [ADRES 7].
(…) De mondelinge overeenkomsten zijn niet vastgelegd in een document. Het Hof vraagt mij hoe daarover dan verder binnen belanghebbende is gecommuniceerd, hoe dat kenbaar is gemaakt. Daarop zeg ik het Hof dat we ten tijde van de eerste conversie bij belanghebbende met vier mensen waren, dus dat ging mondeling. Ik weet niet of [E BEDRIJF]. de eerste conversie onmiddellijk uitgevoerd heeft. We hebben onze kwartaalcijfers aangepast aan wat [I] had opgesteld. Er werd met ons niet gecommuniceerd. Het werd bij ons pas bekend aan het einde van het jaar, toen de jaarcijfers bekend werden. Bij de tweede conversie verliep het op dezelfde manier. Het werd doorgegeven aan de enige persoon die het moest weten, de heer [M], de boekhouder. Hij vertelde ons vervolgens dat hij de boeken niet kon wijzigen zonder getekende papieren.
(…) Desgevraagd ben ik niet bekend met de journaalposten in de administratie van belanghebbende op 17 december 2002 met betrekking tot de lening van belanghebbende aan [E BEDRIJF]..
Ik weet niet precies wanneer uitvoering is gegeven aan de tweede conversie, maar ik weet wel dat dit laattijdig is geschied. Het zou op 17 december 2002 geweest kunnen zijn. De verklaring daarvoor zou gelegen kunnen zijn in de omstandigheid dat ik gedurende dat jaar weinig in Nederland aanwezig was. Belanghebbende had niet mijn prioriteit. Het enige belangrijke was dat de jaarcijfers een getrouwe weergave vormden.
(…) Eén van de redenen voor de tweede conversie was om een onrealistische valutawinst te elimineren. Desgevraagd wist ik dat reeds van tevoren omdat collega’s binnen Europe Israël daarmee problemen hadden. Zij hebben erop aangedrongen om terug te gaan op de USD.
(…) Ik ben niet op een bijeenkomst geweest waar punt 1.3 van het stappenplan besproken is. Ik ben er ook niet mee bekend wanneer dit punt is uitgevoerd.
Het klopt dat ik verantwoordelijk was voor een aantal te nemen stappen. Ik ben overal bij betrokken geweest.
Het is juist dat de lening voor belanghebbende haar belangrijkste activiteit was. Ik vind het omzetten van de valuta een belangrijke aangelegenheid.
Ik ben betrokken geweest bij de beslissing omtrent de lening van belanghebbende aan [E BEDRIJF]..
Desgevraagd zal ik een toelichting geven op paragraaf A van productie D1. Op dat moment ging het goed met de EUR ten opzichte van de USD. De informatie daarvoor werd gebaseerd op de overtuiging van de mensen die rond de tafel zaten.”
[Op vragen van het Hof]
“Voor boekingen die onze boekhouder verrichtte bestonden onderliggende boekstuknummers. Van de conversies zijn onderliggende bescheiden aanwezig. Dat kunnen door mij opgestelde handgeschreven instructies gericht aan [M] zijn of andere stukken zoals hiervoor besproken. Deze stukken zouden zich in de administratie van belanghebbende kunnen bevinden.
Ik geloof dat de mededeling aan [M] is vastgelegd. Indien dit het geval is dan moet het in de administratie van belanghebbende zijn terug te vinden.
Ik heb niet geverifieerd of [M] de opdracht had uitgevoerd. Wat de eerste conversie betreft, kwam ik erachter dat de instructie niet was uitgevoerd ten tijde van het publiceren van de jaarcijfers en bij de tweede conversie kwam ik erachter aan het einde van het jaar 2002.
Het Hof vraagt mij naar de e-mail van 25 maart 2002 van [N] aan [O] (bijlage 20 van verweerschrift in eerste aanleg). [O] is iemand die de accountant in 2002 kwam bijstaan. Hij was in dienst van [H BEDRIJF] BV. Op mijn verzoek kwam hij bij belanghebbende werken. Ik had iemand nodig. Dat verzoek is op één van de najaarsbijeenkomsten in 2001 aan de orde geweest. In de e-mail staat het volgende vermeld: “[C] told me that the loan with [E BEDRIJF] will be converted into NLG at 31/12/2001. This will realise the deferred tax liability of appr. NLG 1.500.000. Please reconsider the loan issues.” Ik kan me niet herinneren wat dit betekent. Wel wil ik opmerken dat het prettig was dat [N] in conversatie is getreden met [O].
Ik kan me niet herinneren dat aan [N] is doorgegeven dat de lening per 31 december 2001 in guldens (hierna: NLG) moest worden omgezet.
Van de vergaderingen die plaatsvonden in november/december 2000 en 2001 te [PLAATSNAAM 1] heb ik geen verslagen of notulen opgemaakt. Ik heb ook in [PLAATSNAAM 1] nog navraag gedaan, maar heb er geen spoor van kunnen ontdekken.
Desgevraagd betekent de term ‘terugdraaien’ in de fax van 7 december 2004 (bijlage 24 van het verweerschrift in eerste aanleg) dat er een omzetting van USD naar EUR had plaatsgevonden, hetgeen vervolgens weer is teruggedraaid naar USD. De reden waarom dit aan [N] werd medegedeeld is vermoedelijk gelegen in de omstandigheid dat [N] mij daarover een vraag had gesteld. Overigens is het niet mijn handtekening die op de fax staat, maar die van mijn assistent. De fax zal een begeleidende brief zijn geweest bij de documentatie van oktober 2002.”