ECLI:NL:RBNHO:2015:1757

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 maart 2015
Publicatiedatum
4 maart 2015
Zaaknummer
15/996509-12
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Grootschalige beleggingsfraude met vervalste documenten en oplichting

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 3 maart 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan grootschalige beleggingsfraude. De verdachte ontwikkelde een beleggingsmodel dat volgens hem een hoog rendement zou opleveren, onafhankelijk van beursfluctuaties. In werkelijkheid leidde zijn handelen tot aanzienlijke verliezen. Gedurende een periode van meer dan drie jaar heeft de verdachte aanzienlijke bedragen geleend van vrienden en bekenden, met de belofte dat hun geld zou worden belegd met hoge rendementen. Echter, de verdachte gebruikte de geleende gelden om eerdere verliezen te dekken en om zijn levensstijl te financieren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte valse documenten heeft opgemaakt en vervalste financiële overzichten heeft verstrekt aan zowel de Autoriteit Financiële Markten als de belastingdienst. De verdachte heeft in totaal € 8.350.000,- geleend, waarvan een groot deel nog niet is terugbetaald. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan valsheid in geschrift, opzettelijk een onjuiste belastingaangifte doen en oplichting. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van dertig maanden opgelegd, en de vorderingen van benadeelde partijen zijn toegewezen, waarbij aanzienlijke schadevergoedingen zijn vastgesteld.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/996509-12 (P)
Uitspraakdatum: 3 maart 2015
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 17 februari 2015 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens op het adres [adres].
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. C. Goedegebuure en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. S. Splinter, advocaat te Rotterdam, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Feit 1:
hij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 16 mei 2011 tot en met 19 oktober 2011, te Zaandam, althans in Nederland, (telkens) alleen, althans tezamen en in vereniging met (een) ander(en), een of meer geschrift(en), te weten:
( a) een financieel jaaroverzicht van de Rabobank, rekening(nummer) [rekeningnummer 1] over het jaar 2008 op naam van [verdachte] (D-001-28e), en/of
( b) een financieel jaaroverzicht van de Rabobank, rekening(nummer) [rekeningnummer 1] over het jaar 2009 op naam van [verdachte] (D-001-23d), en/of
( c) een financieel jaaroverzicht van de Rabobank, rekening(nummer) [rekeningnummer 1] over het jaar 2010 op naam van [verdachte] (D-001-23e), en/of
( d) een transactieoverzicht per 19 mei 2011 van de Rabobank, rekening(nummer) [rekeningnummer 1] op naam van [verdachte] (D-001-28g), en/of
( e) een afschrift met volgnummer 0432 (en bladnummer 0003) van de Rabobank, rekening(nummer) [rekeningnummer 2] op naam van [verdachte] en/of [slachtoffer 1] (D-001-33i), en/of
( f) [afdrukgegevens] gedateerd 27 mei 2011, (pagina 2 van 4) van ING (betaal)rekening [rekeningnummer 3] op naam van [verdachte] (D-001-33k), en/of
( g) [afdrukgegevens] van ING Betaalrekening [rekeningnummer 3] op naam van [verdachte] over de periode van 1 december 2010 tot en met 27 mei 2011 (D-001-33m), en/of
( h) een activiteitenoverzicht gedateerd 27 mei 2011 van Lynx(rekening) [rekeningnummer 4] op naam van [verdachte] (D-001-33a), en/of
( i) een afschrift gedateerd 18 januari 2011 van (bank) rekeningnummer [rekeningnummer 5] op naam van [bedrijfsnaam verdachte] (D-124a),
(telkens) zijnde (een) geschrift(en) bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of vervalst en/of doen laten opmaken en/of doen laten vervalsen, immers heeft/hebben hij en/of zijn mededader(s) (telkens) in strijd met de waarheid
in het/de onder a en/of b en/of c genoemde geschrift(en) doen voorkomen dat het beginsald(o)(i) en/of eindsald(o)(i) en/of (te ontvangen) rentebetaling(en) van het/de financiële overzicht(en) van deze bankrekening (een) hoger(e) geldbedrag(en)/sald(o)(i) was/waren terwijl in werkelijkheid het/de begin- en/of eindsald(o)(i) en/of rentebedrag(en) (veel) lager was/waren, en/of
in het onder d genoemde geschrift doen voorkomen dat het saldo (op die datum) 1.510.320,00 euro bedroeg en dat er een bedrag van 314.913,31 euro was overgeboekt van tegenrekening [rekeningnummer 6], terwijl in werkelijkheid niet een bedrag van 314.913,31 euro was overgeboekt (van tegenrekening [rekeningnummer 6]) en/of dat het saldo (op 19 mei 2011/die datum) een bedrag 50,57 euro dan wel een (veel) lager bedrag (dan 1.510.320,00 euro) bedroeg, en/of
in het onder e genoemde geschrift doen voorkomen dat er aan [slachtoffer 2] een terugbetaling werd gedaan van 7.000 euro terwijl in werkelijkheid een bedrag van 495 euro aan [slachtoffer 2] werd (terug)betaald (onder vermelding van Afzuigkap), en/of
in het/de onder f en/of g genoemde geschrift(en) doen voorkomen dat er aan [slachtoffer 3] een bedrag van 24.000 euro en/of aan [slachtoffer 4] een bedrag van 380.000 euro en/of aan [slachtoffer 5] een bedrag van 200.000 euro en/of aan [slachtoffer 6] (en [slachtoffer 7]) een bedrag van 100.000 euro is/zijn overgeboekt terwijl in werkelijkheid geen en/of een (veel) lager bedrag is overgeboekt, en/of
in het onder h genoemde geschrift doen voorkomen dat het saldo (op die datum) en/of het cash bedrag 666.427,80 euro bedroeg terwijl in werkelijkheid het (op 27 mei geldende) saldo en/of het cash bedrag 266.427,80 euro dan wel een (veel) lager bedrag (dan 666.427,80 euro) bedroeg, en/of
in het onder i genoemde geschrift doen voorkomen dat het 'vorig' saldo 184.602,38 euro betrof en/of het 'nieuwe' saldo 184.334,68 euro betrof terwijl in werkelijkheid het 'vorig' saldo en/of het 'nieuwe' saldo vele malen lager betrof(fen) (te weten, slechts een paar duizend euro),
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
Feit 2:
hij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 31 augustus 2009 tot en met 19 oktober 2011, te Zaandam en/of te Amsterdam en/of te Oss, althans in Nederland, (telkens) alleen, althans tezamen en in vereniging met een ander of anderen, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een of meerdere vals(e) en/of vervals(e)t geschrift(en), te weten:
( a) een financieel jaaroverzicht van de Rabobank, rekening(nummer) [rekeningnummer 1] over het jaar 2008 op naam van [verdachte] (D-001-28e), en/of
( b) een financieel jaaroverzicht van de Rabobank, rekening(nummer) [rekeningnummer 1] over het jaar 2009 op naam van [verdachte] (D-001-23d), en/of
( c) een financieel jaaroverzicht van de Rabobank, rekening(nummer) [rekeningnummer 1] over het jaar 2010 op naam van [verdachte] (D-001-23e), en/of
( d) een transactieoverzicht per 19 mei 2011 van de Rabobank, rekening(nummer) [rekeningnummer 1] op naam van [verdachte] (D-001-28g), en/of
( e) een afschrift met volgnummer 0432 (en bladnummer 0003) van de Rabobank, rekening(nummer) [rekeningnummer 2] op naam van [verdachte] en/of [slachtoffer 1] (D-001-33i), en/of
( f) [afdrukgegevens] gedateerd 27 mei 2011, (pagina 2 van 4) van ING (betaal)rekening [rekeningnummer 3] op naam van [verdachte] (D-001-33k), en/of
( g) [afdrukgegevens] van ING Betaalrekening [rekeningnummer 3] op naam van [verdachte] over de periode van 1 december 2010 tot en met 27 mei 2011 (D-001-33m), en/of
( h) een activiteitenoverzicht gedateerd 27 mei 2011 van Lynx(rekening) [rekeningnummer 4] op naam van [verdachte] (D-001-33a), en/of
( i) een afschrift gedateerd 18 januari 2011 van (bank) rekeningnummer [rekeningnummer 5] op naam van [bedrijfsnaam verdachte] (D-124a), en/of
( j) een rekeningafschrift gedateerd van 4 juli 2009 van (bank)rekeningnummer [rekeningnummer 8] op naam van [verdachte] (D-090a), en/of
( k) een rekeningafschrift gedateerd van 3 oktober 2009 van (bank)rekeningnummer [rekeningnummer 9] op naam van [verdachte] (D-090b), en/of
( l) een rekeningafschrift gedateerd van 1 januari 2010 van (bank)rekeningnummer [rekeningnummer 9] op naam van [verdachte] (D-090f), en/of
( m) een rekeningafschrift gedateerd van 2 april 2010 van (bank)rekeningnummer [rekeningnummer 9] op naam van [verdachte] (D-090g), en/of
( n) een rekeningafschrift gedateerd van 2 oktober 2010 van (bank)rekeningnummer [rekeningnummer 9] op naam van [verdachte] (D-090h), en/of
( o) een rekeningafschrift gedateerd van 4 januari 2011 van (bank)rekeningnummer [rekeningnummer 9] op naam van [verdachte] (D-090i), en/of
( p) een activiteitenoverzicht gedateerd van 31 december 2010 van (bank)rekeningnummer [rekeningnummer 7] op naam van [verdachte] (D-090j), en/of
( q) een activiteitenoverzicht gedateerd van 31 maart 2011 van (bank)rekeningnummer [rekeningnummer 4] op naam van [verdachte] (D-090k), en/of
( r) een activiteitenoverzicht gedateerd van 31 maart 2011 van (bank)rekeningnummer [rekeningnummer 7] op naam van [verdachte] (D-090l),
(telkens) zijnde (een) geschrift(en) bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware dit/die geschrift(en) echt en onvervalst,
bestaande dat gebruikmaken hierin dat de geschriften genoemd onder a en/of b en/of c en/of d en/of e en/of f en/of g en/of h, althans één of meer geschrift(en), zijn verstrekt/ter beschikking zijn gesteld/ zijn ge-e-maild
aan de Autoriteit Financiële Markten te Amsterdam en/of het geschrift genoemd onder i en/of j en/of k en/of l en/of m en/of n en/of o en/of p en/of q en/of r, althans één of meer geschrift(en), is verstrekt/ter beschikking is gesteld/is ge-e-maild aan de/een (belasting)adviseur (de heer [slachtoffer 8]) ((werkzaam bij) [bedrijfsnaam]), en bestaande die valsheid daarin dat valselijk en/of in strijd met de waarheid
in het/de onder a en/of b en/of c genoemde geschrift(en) (telkens) is vermeld dat het beginsald(o)(i) en/of eindsald(o)(i) en/of (te ontvangen) rentebetaling(en) van het/de financiële overzicht(en) van deze bankrekening
(een) hoger(e) geldbedrag(en)/sald(o)(i) was/waren terwijl in werkelijkheid het/de begin- en/of eindsald(o)(i) en/of rentebedrag(en) (veel) lager was/waren, en/of
in het onder d genoemde geschrift is vermeld dat het saldo (op die datum) 1.510.320,00 euro bedroeg en dat er een bedrag van 314.913,31 euro was overgeboekt van tegenrekening [rekeningnummer 6] terwijl in werkelijkheid niet een bedrag van 314.913,31 euro was overgeboekt (van tegenrekening [rekeningnummer 6]) en/of dat het saldo (op 19 mei 2011/die datum) een bedrag 50,57 euro dan wel een (veel) lager bedrag (dan 1.510.320,00 euro) bedroeg, en/of
in het onder e genoemde geschrift is vermeld dat er aan [slachtoffer 2] een terugbetaling werd gedaan van 7.000,- terwijl in werkelijkheid een bedrag van 495,- euro aan [slachtoffer 2] werd (terug)betaald (onder vermelding van Afzuigkap), en/of
in het/de onder f en/of g genoemde geschrift(en) (telkens) is vermeld dat er aan [slachtoffer 3] een bedrag van 24.000,- en/of aan [slachtoffer 4] een bedrag van 380.000,- euro en/of aan [slachtoffer 5] een bedrag van 200.000 en/of aan [slachtoffer 6] (en [slachtoffer 7]) een bedrag van 100.000,- euro is/zijn overgeboekt terwijl in werkelijkheid geen en/of een (veel) lager bedrag is overgeboekt, en/of
in het onder h genoemde geschrift is vermeld dat het saldo (op die datum) en/of het cash bedrag 666.427,80 euro bedroeg terwijl in werkelijkheid het (op 27 mei geldende) saldo en/of het cash bedrag 266.427,80 euro dan wel een (veel) lager bedrag (dan 666.427,80) bedroeg, en/of
in het onder i genoemde geschrift is vermeld dat het 'vorig' saldo 184.602,38 betrof en/of het 'nieuwe' saldo 184.334,68 betrof terwijl in werkelijkheid het 'vorig' saldo en/of het 'nieuwe' saldo vele malen lager betrof(fen) (te weten, slechts een paar duizend euro)
in het/de onder j en/of k en/of l en/of m en/of n en/of o en/of p en/of q en/of r genoemde geschrift(en) (telkens) is vermeld dat het beginsald(o)(i) en/of eindsald(o)(i) van het/de financiële overzicht(en) van deze
(beleggings)rekening(en) (een) hoger(e) geldbedrag(en)/sald(o)(i) was/waren terwijl in werkelijkheid het/de begin- en/of eindsald(o)(i) (veel) lager was/waren;
Feit 3 primair:
hij op of omstreeks 27 september 2012 te Maasbree en/of elders in Nederland, als degene die ingevolge de Belastingwet verplicht was tot het voor raadpleging beschikbaar stellen van boeken en/of bescheiden en/of (andere) gegevensdragers en/of de inhoud daarvan, opzettelijk deze in valse of vervalste vorm voor dit doel ter beschikking heeft gesteld, terwijl dat feit ertoe strekte dat te weinig belasting werd geheven,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) een bankafschrift (D-095) en/of een balans per 31 december 2010 (D-097) beschikbaar gesteld voor raadpleging aan de Belastingdienst, terwijl de verdachte wist dat:
op het bankafschrift (D-095) valselijk en in strijd met de waarheid een te hoog beginsaldo en/of eindsaldo stond vermeld, en/of
op de balans per 31 december 2010 (D-097) valselijk en in strijd met de waarheid een te hoog bedrag aan liquide middelen en/of eigen vermogen stond vermeld,
en/aldus opzettelijk dat bankafschrift en/of balans in valse of vervalste vorm voor raadpleging beschikbaar gesteld;
Feit 3 subsidiair:
hij op of omstreeks 27 september 2012 te Maasbree en/of elders in Nederland, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een of meerdere vals(e) en/of vervalst(e) geschrift(en) als ware het echt en onvervalst,
te weten een bankafschrift (D-095) en/of een balans per 31 december 2010 (D-097),
zijnde (een) geschrift(en) bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, bestaande dat gebruikmaken hierin dat hij, verdachte, de voornoemde geschriften, althans één of meer geschrift(en), ter beschikking heeft gesteld
aan de Belastingdienst (Oost-Brabant), en bestaande die valsheid daarin dat valselijk en/of in strijd met de waarheid
op het bankafschrift (D-095) een te hoog beginsaldo en/of eindsaldo stond vermeld, en/of
op de balans per 31 december 2010 (D-097) een te hoog bedrag aan liquide middelen en/of eigen vermogen stond vermeld;
Feit 4 primair:
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 15 november 2008 tot en met 1 juni 2012 te Zaandam en/of (elders) in Nederland en/of in Villa Surgawi (Bali, Indonesië) en/of in Dublin (Ierland) en/of in
Alaochra (Ierland), (telkens) alleen, althans tezamen en in vereniging met (een) ander(en) (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels de hierna genoemde personen en/of andere personen één of meermalen heeft/hebben bewogen tot de (girale) afgifte van één of meerdere geldbedrag(en), in totaal 8.350.000 (D-062), althans ongeveer
2.000.000, althans enig geldbedrag, in elk geval van enig goed, te weten:
[slachtoffer 9]tot afgifte van:
25.000 euro althans enig geldbedrag op of omstreeks 8 december 2008 en/of
300.000 euro althans enig geldbedrag op of omstreeks 13 februari 2009 en/of
275.000 euro althans enig geldbedrag op of omstreeks 17 maart 2009 en/of
200.000 euro althans enig geldbedrag op of omstreeks 23 juni 2009 en/of
100.000 euro althans enig geldbedrag op of omstreeks 1 december 2010 en/of
100.000 euro althans enig geldbedrag op of omstreeks 1 maart 2012 en/of
150.000 euro althans enig geldbedrag op of omstreeks 1 oktober 2011 en/of
[slachtoffer 10] tot afgifte van:
100.000 euro althans enig geldbedrag op of omstreeks 1 juli 2009 en/of
100.000 euro althans enig geldbedrag op of omstreeks 1 juni 2012 en/of
[slachtoffer 11] tot afgifte van:
100.000 euro althans enig geldbedrag op of omstreeks 1 april 2010 en/of
50.000 euro althans enig geldbedrag op of omstreeks 1 augustus 2011 en/of
[slachtoffer 12] tot afgifte van:
100.000 euro althans enig geldbedrag op of omstreeks 1 januari 2010 en/of
100.000 euro althans enig geldbedrag op of omstreeks 1 januari 2010 en/of
300.000 euro althans enig geldbedrag op of omstreeks 1 februari 2012,
immers heeft/hebben hij en/of zijn mededader(s) (telkens) met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid bovengenoemde perso(o)n(en) en/of andere personen bij welke gelegenhe(i)d(en) hij en/of zijn mededader(s) heeft/hebben voorgewend dat:
- ontvangen gelden van de geldverstrekkers en/of beleggers zouden worden belegd en/of
- er belegd zou worden volgens het beleggingsmodel van verdachte en/of
- dat jaarlijks gegarandeerd een rendement van 12% wordt behaald en/of
- het/de behaalde rendement(en) over het derde kwartaal 2009 en/of het vierde kwartaal 2009 en/of het eerste kwartaal 2010 en/of het tweede kwartaal 2010 en/of het derde kwartaal 2010 en/of het vierde kwartaal 2010 en/of het eerste kwartaal 2011 en/of het tweede kwartaal 2011 en/of het derde kwartaal 2011 en/of het vierde kwartaal 2011 en/of het eerste kwartaal 2012 ruimschoots toereikend was/waren, door over voorgenoemd(e) kwarta(a)l(en) (een) controleverslag(en) te verstrekken van (een) belastingadviseur ([bedrijfsnaam]), waarin werd vermeld dat aan de aangegane (rente)verplichtingen van alle leenovereenkomsten kon worden voldaan en/of
- de inleg gegarandeerd was,
waardoor bovengenoemde perso(o)n(en) en/of andere personen werden bewogen tot de (girale) afgifte van bovengenoemd(e) geldbedrag(en);
Feit 4 subsidiair:
hij op één of meer tijdstip(pen), gelegen in of omstreeks de periode van 1 juni 2008 tot en met 8 juni 2012 te Zaandam en/of (elders) in Nederland, (telkens) alleen, althans tezamen en in vereniging met één of meerdere
ander(en), (telkens) opzettelijk, (een) (grote) geldbedrag(en) van (in totaal) 8.350.000 euro (D-062), althans 570.777,45 euro (AH-007 en AH-063), althans enig(e) goed(eren) en/of geldbedrag(en),
geheel of ten dele toebehorende aan een groot aantal geldverstrekkers en/of beleggers aan/in [slachtoffer 13] en/of [slachtoffer 9]en/of [slachtoffer 14], in elk geval aan een ander of anderen dan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk(e) geldbedrag(en) en/of goed(eren) verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) anders dan door misdrijf, te weten als (bruik)lener(s) onder zich had(den), zich wederrechtelijk heeft/hebben toegeëigend;

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1, 2, 3 primair en 4 primair ten laste gelegde feiten.
3.2.
Redengevende feiten en omstandigheden [1]
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
  • het proces verbaal van aangifte d.d. 11 oktober 2011 van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) (D-001, dossierpagina 510 t/m 529);
  • het proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 mei 2012 (dossierpagina 58 t/m 68), met als bijlagen de schriftelijke bescheiden, te weten:
(a) Financieel jaaroverzicht 2008 van de Rabobank d.d. 29 januari 2009, rekening(nummer) [rekeningnummer 1] op naam van [verdachte], (D-001-28e, dossierpagina 856);
(b) Financieel jaaroverzicht 2009 van de Rabobank d.d. 25 januari 2010, rekening(nummer) [rekeningnummer 1] op naam van [verdachte] (D-001-23d, dossierpagina 841);
(c) Financieel jaaroverzicht 2010 van de Rabobank d.d. 27 januari 2011, rekening(nummer) [rekeningnummer 1] op naam van [verdachte] (D-001-23e, dossierpagina 842);
(d) Transactieoverzicht van de Rabobank per 19 mei 2011 rekening(nummer) [rekeningnummer 1] op naam van [verdachte] (D-001-28g, dossierpagina 858);
(e) Rekeningafschrift Rabo Totaalrekening, volgnummer 432, bladnummer 0003 van de Rabobank, rekening(nummer) [rekeningnummer 2] op naam van [verdachte] en/of [slachtoffer 1] (D-001-33i, dossierpagina 885);
(f) Afdrukgegevens d.d. 27 mei 2011, pagina 2 van 4, van de ING betaalrekening [rekeningnummer 3] op naam van [verdachte] (D-001-33k, dossierpagina 887);
(g) Afdrukgegevens d.d. 27 mei 2011, over de periode 1 december 2010 tot en met 27 mei 2011, van de ING betaalrekening [rekeningnummer 3] op naam van [verdachte] (D-001-33m, dossierpagina’s 889, 890, 891);
(h) Activiteitenoverzicht d.d. 27 mei 2011 van Lynx(rekening) [rekeningnummer 4] op naam van [verdachte] (D-001-33a, dossierpagina 877);
(i) Rekeningafschrift rekening-courant d.d. 18 januari 2011 van (bank) rekeningnummer [rekeningnummer 5] op naam van [bedrijfsnaam verdachte] (D-124a, dossierpagina 1481);
(originele stukken)
- Financieel jaaroverzicht 2008 van de Rabobank d.d. 5 januari 2009, rekening(nummer) [rekeningnummer 1] op naam van [verdachte], (D-001-55c, dossierpagina 1198);
- Financieel jaaroverzicht 2009 van de Rabobank d.d. 25 januari 2010, rekening(nummer) [rekeningnummer 1] op naam van [verdachte] (D-001-55d, dossierpagina 1199);
- Financieel jaaroverzicht 2010 van de Rabobank d.d. 4 januari 2011, rekening(nummer) [rekeningnummer 1] op naam van [verdachte] (D-001-55e, dossierpagina 1200);
- Mutatieoverzicht Rabo InternetSparen d.d. 24 mei 2011, rekening(nummer) [rekeningnummer 1] op naam van [verdachte] (D-001-32b, dossierpagina 875);
- Rekeningafschrift Rabo TotaalRekening d.d. 27 januari 2011, rekening(nummer) [rekeningnummer 2] op naam van [verdachte] en/of [slachtoffer 1] (D-001-55b, dossierpagina 1185-1187);
- Afschrift betaalrekening d.d. 13 juni 2011, van de ING betaalrekening [rekeningnummer 3] op naam van [verdachte] (D-001-54c, dossierpagina 964);
- Kopie bankafschrift rekeningnummer [rekeningnummer 5] op naam van [bedrijfsnaam verdachte] (D-001-55a, dossierpagina 979);
(vervalste stukken)
( j) Rekeningafschrift d.d. 4 juli 2009 van Alex (bank)rekeningnummer [rekeningnummer 8] op naam van [verdachte] (D-090a, dossierpagina 1390);
( k) Rekeningafschrift d.d. 3 oktober 2009 van Alex (bank)rekeningnummer [rekeningnummer 9] op naam van [verdachte] (D-090b, dossierpagina 1391);
( l) Rekeningafschrift d.d. 1 januari 2010 van Alex (bank)rekeningnummer [rekeningnummer 9] op naam van [verdachte] (D-090f, dossierpagina 1395);
( m) Rekeningafschrift d.d. 2 april 2010 van Alex (bank)rekeningnummer [rekeningnummer 9] op naam van [verdachte] (D-090g, dossierpagina 1396);
( n) Rekeningafschrift d.d. 2 oktober 2010 van Alex (bank)rekeningnummer [rekeningnummer 9] op naam van [verdachte] (D-090h, dossierpagina 1397);
( o) Rekeningafschrift gedateerd van 4 januari 2011 van (bank)rekeningnummer [rekeningnummer 9] op naam van [verdachte] (D-090i, dossierpagina 1398);
( p) Activiteitenoverzicht gedateerd d.d. 31 december 2010 van Lynx (bank)rekeningnummer [rekeningnummer 7] op naam van [verdachte] (D-090j, dossierpagina 1399);
( q) Activiteitenoverzicht d.d. 31 maart 2011 van Lynx (bank)rekeningnummer [rekeningnummer 4] op naam van [verdachte] (D-090k, dossierpagina 1400);
( r) Activiteitenoverzicht d.d. 31 maart 2011 van Lynx (bank)rekeningnummer [rekeningnummer 7] op naam van [verdachte] (D-090l, dossierpagina 1401);
  • Het proces-verbaal van ambtshandeling inzake Alex rekening d.d. 16 oktober 2012 (AH-052, dossierpagina 307 t/m 312);
  • Het proces-verbaal van ambtshandelingen d.d. 25 januari 2013AH-052a, dossierpagina 313 t/m 316);
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 3 primair en 4 primair ten laste gelegde feiten op grond van het volgende.
Ten aanzien van feit 3 primair:
Op 17 september 2012 heeft mw. [getuige], controlemedewerkster van de Belastingdienst/Oost-Brabant gebeld met verdachte en in overleg met hem een boekenonderzoek aangekondigd op 27 september 2012. Op voornoemde dag werd door [getuige] een controle ingesteld naar de aangifte vennootschapsbelasting van [bedrijfsnaam verdachte]. De controle vond, in overleg met verdachte, plaats ten kantore van [getuige 2]te Maasbree.
[getuige] heeft verklaard de balans (D-097, dossierpagina 1427) en het bankafschrift (D-095, dossierpagina 1425) tijdens het boekenonderzoek te hebben ontvangen. Zij zag dat de gegevens op het jaaroverzicht 2010 (D-096, dossierpagina 1426) en voornoemd bankafschrift niet overeenkwamen. Verdachte had haar verteld dat hij bankafschriften had vervalst. [2]
[getuige 2] heeft verklaard dat hij geen stukken van verdachte op kantoor had en dat hij pas stukken te zien kreeg toen verdachte deze op 27 september 2012 meenam ten behoeve van de controle. [3] Door [bedrijfsnaam] zijn deze stukken niet aan de belastingdienst gestuurd. [4]
Ten aanzien van feit 4 primair:
Verdachte is een aantal leenovereenkomsten aangegaan met [slachtoffer 9], te weten:
Leenovereenkomst nr. 2009/02-001: ten bedrage van € 300.000,- gestort op 13 februari 2009 [5] ;
Leenovereenkomst nr. 2009/03-001: ten bedrage van € 275.000,- gestort op 17 maart 2009;
Leenovereenkomst nr. 2009/06-003: ten bedrage van € 200.000,- ingaande 23 juni 2009 [6] ;
Leenovereenkomst nr. 2010-0037: ten bedrage van € 100.000,- ingaande 1 december 2012 [7] ;
Leenovereenkomst nr. 2012-053: ten bedrage van € 100.000,- ingaande 1 maart 2014 [8] ;
Leenovereenkomst nr. 2011-044: ten bedrage van € 150.000,- ingaande 1 oktober 2013 [9] ;
Verdachte is een leenovereenkomst aangegaan met [slachtoffer 10], te weten:
Leenovereenkomst nr. 2009/06-001: ten bedrage van € 100.000,- ingaande 1 juli 2009 [10] ;
Verdachte is een aantal leenovereenkomsten aangegaan met [slachtoffer 11], te weten:
Leenovereenkomst nr. 2010-022: ten bedrage van € 100.000,- ingaande 1 april 2010 [11] ;
Leenovereenkomst nr. 2011-04: ten bedrage van € 50.000,- ingaande 1 augustus 2011 [12] ;
Verdachte is een aantal leenovereenkomsten aangegaan met [slachtoffer 12], te weten:
Leenovereenkomst nr. 2009-019-HDR: ten bedrage van € 100.000,- ingaande 1 januari 2010 [13] ;
Leenovereenkomst nr. 2009-020-HDR: ten bedrage van € 100.000,- ingaande 1 januari 2010 [14] ;
Leenovereenkomst nr. 2012-049: ten bedrage van € 300.000,- ingaande 1 februari 2012 [15] ;
Uiteindelijk is er totaal € 8.350.000 ingelegd met de leenovereenkomsten. [16]
Getuige [slachtoffer 9] heeft verklaard dat verdachte hem in 2008 had verteld over een systeem wat hij bedacht had waarmee hij goed renderend en zonder risico kon beleggen. [slachtoffer 9] heeft toen 25.000 euro ingelegd, welk bedrag is opgenomen in een leenovereenkomst, afgesloten met verdachte. [slachtoffer 9] zou het volledige rendement over de inleg ontvangen. Verdachte liet [slachtoffer 9] cijfers en modellen zien waaruit goede resultaten van de belegging bleek. [slachtoffer 9] is daarop meer bedragen gaan inleggen.
In 2009 waren verdachte en [slachtoffer 9] zo enthousiast over het beleggingssysteem van verdachte dat het idee ontstond om meerdere mensen te laten meeprofiteren van de goede rendementen die behaald konden worden. Het enthousiasme bij [slachtoffer 9] werd gevormd door de goede resultaten verdachte aan hem liet zien. Dit leidde ertoe dat andere mensen geïnteresseerd raakten en mee wilden doen. Met deze mensen hebben [slachtoffer 9] en verdachte vervolgens leenovereenkomsten afgesloten. [17]
Getuige [slachtoffer 10] heeft verklaard dat hij in april/mei 2009 van [slachtoffer 9] hoorde dat hij samen met verdachte bezig was met een bepaalde beleggingsstrategie die verdachte had en dat hiermee beduidend meer rendement kon worden behaald dan normaal, waardoor zij [slachtoffer 10], als geldverstrekker, een rente van 12% konden bieden. Op grond van de informatie die [slachtoffer 10] van [slachtoffer 9] kreeg en het vertrouwen dat hij in [slachtoffer 9] had, is hij mee gaan doen. [slachtoffer 9] had hem verteld dat [bedrijfsnaam] controle uitvoerde en dat [slachtoffer 9] en verdachte persoonlijk aansprakelijk waren. [slachtoffer 10] had vertrouwen in het systeem doordat hij ieder kwartaal rente ontving en een rapport van [slachtoffer 8]. Vervolgens heeft hij een leenovereenkomst getekend en het geld overgemaakt. [18]
Getuige [slachtoffer 11] heeft verklaard dat hij eind 2009, begin 2010 van de broer van verdachte hoorde dat verdachte een beleggingsmodel had waarmee hij geld kon maken door het fluctueren van de aandelenmarkt. [slachtoffer 11] hoorde dat verdachte geld leende van mensen en dat die mensen hier 12% rente voor kregen. Daarop heeft [slachtoffer 11] contact gezocht met verdachte. Verdachte heeft hem toen uitgelegd wat hij zou gaan doen met het geleende geld en liet [slachtoffer 11] een staatje op zijn laptop zien met behaalde resultaten. Verdachte liet [slachtoffer 11] ook een controleverslag van [bedrijfsnaam] zien en verzekerde hem dat er geen enkel risico was en dat er tegenover het totaal van de leningen genoeg eigen vermogen van hem en zijn compagnon [slachtoffer 9] aanwezig was. Daarop heeft [slachtoffer 9] een leenovereenkomst verzorgd die [slachtoffer 11] heeft getekend. [slachtoffer 11] heeft vervolgens het geld overgemaakt. [19]
Getuige [slachtoffer 12] heeft verklaard dat [slachtoffer 9] hem had verteld dat hij samen met verdachte een systeem had om geld te beleggen en dat de beleggingen een goed rendement haalden en weinig risico hadden. [slachtoffer 9] liet een verklaring zien van fiscalist [slachtoffer 8], waarin stond dat [slachtoffer 9] en verdachte met hun vermogen garant stonden voor de inleg van de beleggingen. Vervolgens heeft [slachtoffer 12] een leenovereenkomst getekend in het bijzijn van [slachtoffer 9] en die lening ten bedrage van € 100.000,- overgemaakt. Op dat moment wist [slachtoffer 12] dat verdachte met dit geld ging beleggen. [slachtoffer 9] had hem verteld dat hij een rentevergoeding van 12% op jaarbasis zou krijgen en [slachtoffer 11] ontving ieder kwartaal rente.
[slachtoffer 12] hoorde op enig moment van [slachtoffer 9] dat het goed mis zat, maar dat verdachte tegen [slachtoffer 9] bleef zeggen dat het wel goed zou komen. [20]
Verdachte heeft verklaard dat hij bankafschriften en jaaroverzichten heeft vervalst, omdat hij richting de AFM en de geldverstrekkers wilde verhullen dat hij grote verliezen had geleden.
Hij heeft de geldverstrekkers, sinds 2009 of 2010, elk kwartaal een brief laten sturen met een verklaring van fiscaal adviseur [slachtoffer 8] van [slachtoffer 8] & Co, waarin stond dat [slachtoffer 8] een controle had uitgevoerd op de administratie en vermogenspositie van verdachte, dat de administratie klopte en dat er voldoende middelen waren om aan de verplichtingen te voldoen, zijnde het in feite terugbetalen van de openstaande leningen. [21] Verdachte bekent dat de geldgevers door hem zijn voorgelogen. [22]
Verdachte heeft jaaroverzichten en bankafschriften aangepast, omdat hij richting de AFM en de geldverstrekkers wilde verhullen dat hij grote verliezen had geleden.
In 2009/2010 heeft hij de geldverstrekkers elk kwartaal een brief laten sturen, waarbij een verklaring van fiscaal adviseur [slachtoffer 8], van [slachtoffer 8] & Co was gevoegd, waarin stond dat hij een
controle had uitgevoerd op de administratie en de vermogenspositie van verdachte, dat de
administratie klopte en dat er voldoende middelen waren om aan de verplichtingen – het terugbetalen van de openstaande leningen - te voldoen. [23] Verdachte heeft de geldgevers voorgelogen. [24] Als mensen aan hem vroegen hoe het ging dan zei verdachte altijd dat het prima ging. Als iemand vroeg hoe het met de beleggingen ging en als iemand dan aangaf dat hij misschien wel geld wilde uitlenen, dan vertelde verdachte welbewust niet dat het slecht ging. Verdachte wilde dan juist gaan proberen om met de nieuwe lening zijn verliezen goed te maken en daarmee dus ook tijd te winnen. [25]
Verdachte heeft vanaf 2008 zo’n € 600.000,- opgenomen om van te leven. Hij heeft daar onder andere twee auto’s van gekocht. Verder heeft hij een nieuwe motor voor zijn boot gekocht en eind 2010 € 50.000,- aan zijn dochter geschonken. [26]
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij leningen aanging die hij niet gebruikte om te beleggen en dat hij wist dat dit niet mocht. Voorts heeft hij verklaard ook voor € 150.000 aan leningen te zijn aangegaan met vrienden op Bali (Indonesië), toen hij daar twee weken verbleef.
3.3.
Bewijsoverweging
Ten aanzien van feit 3 primair:
Verdachte heeft verklaard dat hij de stukken D-095 (bankafschrift) en D-097 (balans) niet aan [getuige] heeft verstrekt op 27 september 2012 te Maasbree.
Op 17 december 2012 heeft verdachte voorts verklaard dat hij het valse bankafschrift (D-095) aan [slachtoffer 8] had verstrekt en dat [slachtoffer 8] het had gebruikt in de aangifte. [27]
De rechtbank overweegt het volgende.
De belastingdienstmedewerker [getuige] heeft verklaard de balans en het valse
bankafschrift (D-095 en D-097) tijdens het boekenonderzoek op 27 september 2012 te hebben ontvangen. Nu voorts [getuige 2] heeft verklaard pas stukken te hebben gezien toen verdachte deze op 27 september 2012 meenam ten behoeve van de controle en daarnaast [slachtoffer 8], van [bedrijfsnaam], heeft verklaard deze stukken niet naar de Belastingdienst te hebben gestuurd, acht de rechtbank de verklaring van verdachte dat hij de desbetreffende stukken op 27 september 2012 niet heeft overgelegd aan [getuige] ongeloofwaardig. Daaruit volgt dat naar het oordeel van de rechtbank verdachte aldus op die datum met opzet onjuiste en vervalste gegevens ter beschikking gesteld aan de Belastingdienst.
3.4.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1, 2, 3 primair en 4 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
Feit 1:
hij in de periode van 16 mei 2011 tot en met 19 oktober 2011, te Zaandam, geschriften, te weten:
( a) een financieel jaaroverzicht van de Rabobank, rekening(nummer) [rekeningnummer 1] over het jaar 2008 op naam van [verdachte] (D-001-28e), en
( b) een financieel jaaroverzicht van de Rabobank, rekening(nummer) [rekeningnummer 1] over het jaar 2009 op naam van [verdachte] (D-001-23d), en
( c) een financieel jaaroverzicht van de Rabobank, rekening(nummer) [rekeningnummer 1] over het jaar 2010 op naam van [verdachte] (D-001-23e), en
( d) een transactieoverzicht per 19 mei 2011 van de Rabobank, rekening(nummer) [rekeningnummer 1] op naam van [verdachte] (D-001-28g), en
( e) een afschrift met volgnummer 0432 (en bladnummer 0003) van de Rabobank, rekening(nummer) [rekeningnummer 2] op naam van [verdachte] en/of [slachtoffer 1] (D-001-33i), en
( f) [afdrukgegevens] gedateerd 27 mei 2011, (pagina 2 van 4) van ING (betaal)rekening [rekeningnummer 3] op naam van [verdachte] (D-001-33k), en
( g) [afdrukgegevens] van ING Betaalrekening [rekeningnummer 3] op naam van [verdachte] over de periode van 1 december 2010 tot en met 27 mei 2011 (D-001-33m), en
( h) een activiteitenoverzicht gedateerd 27 mei 2011 van Lynx(rekening) [rekeningnummer 4] op naam van [verdachte] (D-001-33a), en
( i) een afschrift gedateerd 18 januari 2011 van (bank) rekeningnummer [rekeningnummer 5] op naam van [bedrijfsnaam verdachte] (D-124a),
telkens zijnde geschriften bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst, immers heeft hij telkens in strijd met de waarheid
in de onder a en b en c genoemde geschriften doen voorkomen dat de beginsaldi en eindsaldi en (te ontvangen) rentebetalingen van de financiële overzichten van deze bankrekening hogere geldbedragen/saldi waren terwijl in werkelijkheid de begin- en eindsaldi en rentebedragen (veel) lager waren, en
in het onder d genoemde geschrift doen voorkomen dat het saldo (op die datum) 1.510.320,00 euro bedroeg en dat er een bedrag van 314.913,31 euro was overgeboekt van tegenrekening [rekeningnummer 6], terwijl in werkelijkheid niet een bedrag van 314.913,31 euro was overgeboekt (van tegenrekening [rekeningnummer 6]) en dat het saldo (op 19 mei 2011/die datum) een bedrag 50,57 euro dan wel een (veel) lager bedrag (dan 1.510.320,00 euro) bedroeg, en
in het onder e genoemde geschrift doen voorkomen dat er aan [slachtoffer 2] een terugbetaling werd gedaan van 7.000 euro terwijl in werkelijkheid een bedrag van 495 euro aan [slachtoffer 2] werd (terug)betaald (onder vermelding van Afzuigkap), en
in de onder f en g genoemde geschriften doen voorkomen dat er aan [slachtoffer 3] een bedrag van 24.000 euro en aan [slachtoffer 4] een bedrag van 380.000 euro en aan [slachtoffer 5] een bedrag van 200.000 euro en aan [slachtoffer 6] (en [slachtoffer 7]) een bedrag van 100.000 euro zijn overgeboekt terwijl in werkelijkheid geen en/of een (veel) lager bedrag is overgeboekt, en
in het onder h genoemde geschrift doen voorkomen dat het saldo (op die datum) en het cash bedrag 666.427,80 euro bedroeg terwijl in werkelijkheid het (op 27 mei geldende) saldo en het cash bedrag 266.427,80 euro dan wel een (veel) lager bedrag (dan 666.427,80 euro) bedroeg, en
in het onder i genoemde geschrift doen voorkomen dat het 'vorig' saldo 184.602,38 euro betrof en het 'nieuwe' saldo 184.334,68 euro betrof terwijl in werkelijkheid het 'vorig' saldo en het 'nieuwe' saldo vele malen lager betroffen (te weten, slechts een paar duizend euro),
zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
Feit 2:
hij, in de periode van 31 augustus 2009 tot en met 19 oktober 2011, te Zaandam en te Amsterdam en te Oss, telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van vervalste geschriften, te weten:
( a) een financieel jaaroverzicht van de Rabobank, rekening(nummer) [rekeningnummer 1] over het jaar 2008 op naam van [verdachte] (D-001-28e), en
( b) een financieel jaaroverzicht van de Rabobank, rekening(nummer) [rekeningnummer 1] over het jaar 2009 op naam van [verdachte] (D-001-23d), en
( c) een financieel jaaroverzicht van de Rabobank, rekening(nummer) [rekeningnummer 1] over het jaar 2010 op naam van [verdachte] (D-001-23e), en
( d) een transactieoverzicht per 19 mei 2011 van de Rabobank, rekening(nummer) [rekeningnummer 1] op naam van [verdachte] (D-001-28g), en
( e) een afschrift met volgnummer 0432 (en bladnummer 0003) van de Rabobank, rekening(nummer) [rekeningnummer 2] op naam van [verdachte] en/of [slachtoffer 1] (D-001-33i), en
( f) [afdrukgegevens] gedateerd 27 mei 2011, (pagina 2 van 4) van ING (betaal)rekening [rekeningnummer 3] op naam van [verdachte] (D-001-33k), en
( g) [afdrukgegevens] van ING Betaalrekening [rekeningnummer 3] op naam van [verdachte] over de periode van 1 december 2010 tot en met 27 mei 2011 (D-001-33m), en
( h) een activiteitenoverzicht gedateerd 27 mei 2011 van Lynx(rekening) [rekeningnummer 4] op naam van [verdachte] (D-001-33a), en
( i) een afschrift gedateerd 18 januari 2011 van (bank) rekeningnummer [rekeningnummer 5] op naam van [bedrijfsnaam verdachte] (D-124a), en
( j) een rekeningafschrift gedateerd van 4 juli 2009 van (bank)rekeningnummer [rekeningnummer 8] op naam van [verdachte] (D-090a), en
( k) een rekeningafschrift gedateerd van 3 oktober 2009 van (bank)rekeningnummer [rekeningnummer 9] op naam van [verdachte] (D-090b), en
( l) een rekeningafschrift gedateerd van 1 januari 2010 van (bank)rekeningnummer [rekeningnummer 9] op naam van [verdachte] (D-090f), en
( m) een rekeningafschrift gedateerd van 2 april 2010 van (bank)rekeningnummer [rekeningnummer 9] op naam van [verdachte] (D-090g), en
( n) een rekeningafschrift gedateerd van 2 oktober 2010 van (bank)rekeningnummer [rekeningnummer 9] op naam van [verdachte] (D-090h), en
( o) een rekeningafschrift gedateerd van 4 januari 2011 van (bank)rekeningnummer [rekeningnummer 9] op naam van [verdachte] (D-090i), en
( p) een activiteitenoverzicht gedateerd van 31 december 2010 van (bank)rekeningnummer [rekeningnummer 7] op naam van [verdachte] (D-090j), en
( q) een activiteitenoverzicht gedateerd van 31 maart 2011 van (bank)rekeningnummer [rekeningnummer 4] op naam van [verdachte] (D-090k), en
( r) een activiteitenoverzicht gedateerd van 31 maart 2011 van (bank)rekeningnummer [rekeningnummer 7] op naam van [verdachte] (D-090l),
telkens zijnde geschriften bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware die geschriften echt en onvervalst,
bestaande dat gebruikmaken hierin dat de geschriften genoemd onder a en b en c en d en e en f en g en h, zijn verstrekt/ter beschikking zijn gesteld/ zijn ge-e-maild
aan de Autoriteit Financiële Markten te Amsterdam en het geschrift genoemd onder i en j en k en l en m en n en o en p en q en r, is verstrekt/ter beschikking is gesteld/is ge-e-maild aan de belastingadviseur de heer [slachtoffer 8] werkzaam bij [bedrijfsnaam], en bestaande die valsheid daarin dat valselijk en in strijd met de waarheid
in de onder a en b en c genoemde geschriften telkens is vermeld dat het beginsaldi en eindsaldi en te ontvangen rentebetalingen van de financiële overzichten van deze bankrekening
hogere geldbedragen/saldi waren terwijl in werkelijkheid de begin- en eindsaldi en rentebedragen (veel) lager waren, en
in het onder d genoemde geschrift is vermeld dat het saldo (op die datum) 1.510.320,00 euro bedroeg en dat er een bedrag van 314.913,31 euro was overgeboekt van tegenrekening [rekeningnummer 6] terwijl in werkelijkheid niet een bedrag van 314.913,31 euro was overgeboekt (van tegenrekening [rekeningnummer 6]) en dat het saldo (op 19 mei 2011/die datum) een bedrag 50,57 euro dan wel een (veel) lager bedrag (dan 1.510.320,00 euro) bedroeg, en
in het onder e genoemde geschrift is vermeld dat er aan [slachtoffer 2] een terugbetaling werd gedaan van 7.000,- terwijl in werkelijkheid een bedrag van 495,- euro aan [slachtoffer 2] werd (terug)betaald (onder vermelding van Afzuigkap), en
in de onder f en g genoemde geschriften telkens is vermeld dat er aan [slachtoffer 3] een bedrag van 24.000,- en aan [slachtoffer 4] een bedrag van 380.000,- euro en aan [slachtoffer 5] een bedrag van 200.000 en aan [slachtoffer 6] (en [slachtoffer 7]) een bedrag van 100.000,- euro zijn overgeboekt terwijl in werkelijkheid geen en/of een (veel) lager bedrag is overgeboekt, en
in het onder h genoemde geschrift is vermeld dat het saldo (op die datum) en het cash bedrag 666.427,80 euro bedroeg terwijl in werkelijkheid het (op 27 mei geldende) saldo en/of het cash bedrag 266.427,80 euro dan wel een (veel) lager bedrag (dan 666.427,80) bedroeg, en
in het onder i genoemde geschrift is vermeld dat het 'vorig' saldo 184.602,38 betrof en het 'nieuwe' saldo 184.334,68 betrof terwijl in werkelijkheid het 'vorig' saldo en het 'nieuwe' saldo vele malen lager betroffen (te weten, slechts een paar duizend euro)
in de onder j en k en l en m en n en o en p en q en r genoemde geschriften telkens is vermeld dat het beginsaldi en eindsaldi van de financiële overzichten van deze
(beleggings)rekeningen hogere geldbedragen/saldi waren terwijl in werkelijkheid de begin- en eindsaldi (veel) lager waren;
Feit 3 primair:
hij op 27 september 2012 te Maasbree, als degene die ingevolge de Belastingwet verplicht was tot het voor raadpleging beschikbaar stellen van boeken en/of bescheiden en/of (andere) gegevensdragers en/of de inhoud daarvan, opzettelijk deze in vervalste vorm voor dit doel ter beschikking heeft gesteld, terwijl dat feit ertoe strekte dat te weinig belasting werd geheven,
immers heeft verdachte een bankafschrift (D-095) en een balans per 31 december 2010 (D-097) beschikbaar gesteld voor raadpleging aan de Belastingdienst, terwijl de verdachte wist dat:
op het bankafschrift (D-095) valselijk en in strijd met de waarheid een te hoog beginsaldo en eindsaldo stonden vermeld, en
op de balans per 31 december 2010 (D-097) valselijk en in strijd met de waarheid een te hoog bedrag aan liquide middelen en eigen vermogen stond vermeld,
en opzettelijk dat bankafschrift en balans in vervalste vorm voor raadpleging beschikbaar gesteld;
Feit 4 primair:
hij in de periode van 13 februari 2009 tot en met 1 juni 2012 te Zaandam en in Villa Surgawi (Bali, Indonesië) en in Dublin (Ierland) en in Alaochra (Ierland), telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels de hierna genoemde personen en andere personen één of meermalen heeft bewogen tot de (girale) afgifte van één of meerdere geldbedragen, in totaal 8.350.000 (D-062), althans ongeveer 2.000.000, te weten:
[slachtoffer 9]tot afgifte van:
300.000 euro op 13 februari 2009 en
275.000 euro op 17 maart 2009 en
200.000 euro op 23 juni 2009 en
100.000 euro op 1 december 2010 en
100.000 euro op 1 maart 2012 en
150.000 euro op 1 oktober 2011 en
[slachtoffer 10] tot afgifte van:
100.000 euro op 1 juni 2012 en
[slachtoffer 11] tot afgifte van:
100.000 euro op 1 april 2010 en
50.000 euro op 1 augustus 2011 en
[slachtoffer 12] tot afgifte van:
100.000 euro op 1 januari 2010 en
100.000 euro op 1 januari 2010 en
300.000 euro op 1 februari 2012,
immers heeft hij telkens met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid bovengenoemde personen en/of andere personen bij welke gelegenheden hij heeft voorgewend dat:
- ontvangen gelden van de geldverstrekkers en/of beleggers zouden worden belegd en
- er belegd zou worden volgens het beleggingsmodel van verdachte en
- dat jaarlijks gegarandeerd een rendement van 12% wordt behaald en
- de behaalde rendementen over het derde kwartaal 2009 en/of het vierde kwartaal 2009 en/of het eerste kwartaal 2010 en/of het tweede kwartaal 2010 en/of het derde kwartaal 2010 en/of het vierde kwartaal 2010 en/of het eerste kwartaal 2011 en/of het tweede kwartaal 2011 en/of het derde kwartaal 2011 en/of het vierde kwartaal 2011 en/of het eerste kwartaal 2012 ruimschoots toereikend waren, door over voorgenoemde kwartalen controleverslagen te verstrekken van een belastingadviseur ([bedrijfsnaam]
), waarin werd vermeld dat aan de aangegane (rente)verplichtingen van alle leenovereenkomsten kon worden voldaan en
- de inleg gegarandeerd was,
waardoor bovengenoemde personen en/of andere personen werden bewogen tot de (girale) afgifte van bovengenoemde geldbedragen.
Hetgeen aan verdachte onder 1, 2, 3 primair en 4 primair meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1: Valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
Feit 2: Valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
Feit 3 primair: Opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven;
Feit 4 primair: Oplichting, meermalen gepleegd.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van een twee en veertig (42) maanden.
Ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen vordert de officier van justitie het navolgende:
Toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen
[slachtoffer 15] tot een bedrag van € 991,200,-;
[slachtoffer 16] tot een bedrag van € 407,000,-;
[slachtoffer 17] tot een bedrag van € 94.000,-;
[slachtoffer 18] tot een bedrag van € 82.000,- en € 142.800,-;
[slachtoffer 19] tot een bedrag van € 79.000,-;
[slachtoffer 20] tot een bedrag van € 172.500,-;
[slachtoffer 21] tot een bedrag van € 541.500,-;
[slachtoffer 22] tot een bedrag van € 82.000,-;
[slachtoffer 9]tot een bedrag van € 467.200,-;
[slachtoffer 10] tot een bedrag van € 12.300,-;
[slachtoffer 12] tot een bedrag van € 440.000,-;
[slachtoffer 23] tot een bedrag van € 235.000,-;
[slachtoffer 24] tot een bedrag van € 170.000,-;
[slachtoffer 5]. tot een bedrag van € 582.500,-;
[slachtoffer 25] namens [slachtoffer 11] tot een bedrag van € 76.000,- en € 47.000,-;
[slachtoffer 27] en [slachtoffer 26] tot een bedrag van € 1.034.750,-;
[slachtoffer 4] tot een bedrag van € 182.000,-;
[slachtoffer 9] tot een bedrag van € 141.000,-;
[slachtoffer 28] tot een bedrag van € 176.000,-.
6.2.
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich in een periode van meer dan 3 jaar schuldig gemaakt aan
een grootschalige beleggingsfraude. Verdachte meende een ingenieus beleggingsmodel te hebben ontwikkeld dat, onafhankelijk van het fluctueren van de beurskoersen, een hoog rendement zou opleveren, dat echter vanaf het moment dat hij, met eigen en andermans geld, belegde zwaar verliesgevend was.
Aan verdachte werden aanzienlijke bedragen geleend door vrienden en bekenden. Verdachte ging door met gelden aantrekken om eerdere verliezen goed te maken.
In totaal heeft verdachte € 8.350.000,- geleend, waarvan een bedrag van € 7.880.000 nog niet is terugbetaald.
Verdachte heeft telkens volgehouden om het vertrouwen bij de geldverstrekkers te consolideren, dat het door hem bedachte beleggingsmodel de voorgespiegelde resultaten afwierp onderbouwde dat, naast het doen van leugenachtig optimistische mededelingen, met door hemzelf opgemaakte en vervalste financiële overzichten, waardoor geldverstrekkers telkens weer werden bewogen opnieuw geld aan hem te lenen. Door het hoge rendement dat verdachte in het vooruitzicht stelde en het feit dat hij zich steeds als financieel betrouwbaar wist te presenteren, gingen de benadeelden met hem in zee.
De door verdachte vervalste financiële overzichten en afschriften werden gebruikt richting
de belastingdienst, de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en de geldverstrekkers.
Door de handelwijze heeft een groot aantal personen aanzienlijke financiële schade geleden.
De gelden die de benadeelden ter belegging beschikbaar stelden waren veelal bestemd voor hun oudedagsvoorziening of reservering voor onvoorziene uitgaven in de toekomst.
Naast de financiële schade die geleden is, heeft verdachte ook het vertrouwen van het publiek in het financiële stelsel beschadigd. Verdachte is zijn hele werkzame leven in de financiële sector werkzaam geweest (laatstelijk op directeursniveau) en genoot groot vertrouwen. Ten tijde van het begin van de financiële crisis (in 2008) is verdachte gaan beleggen via een door hem bedacht model dat niet grondig is uitgeprobeerd en is hij, toen hij telkens verliezen leed, keer op keer nieuwe leningen aangegaan en die (deels) telkens opnieuw belegd om de reeds gemaakte verliezen goed te maken.
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij niet heeft gehandeld om er zelf rijker van te worden. Hij heeft echter een deel van het aan hem geleende geld niet besteed voor beleggingen maar dat voor zichzelf aangewend en daar royaal van geleefd. Van het geleende geld heeft verdachte € 570.777,45 betaald voor grote aankopen. Hij heeft onder meer twee auto’s aangeschaft, een nieuwe motor voor zijn boot en een woning voor zijn dochter gefinancierd en haar daarnaast nog € 50.000,- geschonken.
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij zichtbaar een bepaald leefniveau moest aanhouden om geen argwaan te wekken dat hij verliezen leed.
Bij de straftoemeting heeft de rechtbank de redelijke termijn, als bedoeld in artikel 6 EVRM, in aanmerking genomen.
In een zaak als de onderhavige geldt als uitgangspunt dat binnen een termijn van twee jaar na aanvang van de redelijke termijn vonnis dient te worden gewezen. In deze zaak gaat de rechtbank uit van het moment waarop het proces-verbaal van de FIOD is ingestuurd naar het Openbaar Ministerie, als het moment dat de redelijke termijn is aangevangen, te weten maart 2013. Dit tijdsverloop van twee jaar is niet aan de verdediging toe te rekenen, terwijl het ook niet kan worden gerechtvaardigd door de ingewikkeldheid van de zaak. Verdachte heeft vanaf het begin zijn medewerking verleend en heeft van aanvang af een bekennende houding aangenomen.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. Hiermee wijkt de rechtbank af van de vordering van de officier van justitie. De rechtbank is evenwel van oordeel dat met de door haar opgelegde straf voldoende recht wordt gedaan aan de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van verdachte en voorts ook wordt aangesloten bij de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.

7.Vordering benadeelde partij

De benadeelde partij
[slachtoffer 15]heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 1.185.000,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van de tenlastegelegde feiten hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1, 2 en 4 primair bewezen verklaarde feiten. De vordering zal dan ook worden toegewezen.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De benadeelde partij
[slachtoffer 16]heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 500.000,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die hij als gevolg van de tenlastegelegde feiten hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1, 2 en 4 primair bewezen verklaarde feiten. De vordering zal dan ook worden.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De benadeelde partij
[slachtoffer 17]heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 95.3000,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die hij als gevolg van de tenlastegelegde feiten hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade tot een bedrag van € 94.000,-rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1, 2 en 4 primair bewezen verklaarde feiten. De vordering zal in zoverre dan ook worden toegewezen. Hetgeen meer is gevorderd wordt niet onderbouwd met nota’s en de rechtbank zal de benadeelde partij dan ook voor het bedrag van € 1300,- niet-ontvankelijk verklaren.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De benadeelde partij
[slachtoffer 18]heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 250.000,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die hij als gevolg van de tenlastegelegde feiten hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1, 2 en 4 primair bewezen verklaarde feiten.
De vordering zal dan ook worden toegewezen. Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De benadeelde partij
[slachtoffer 19]heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 100.000,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die hij als gevolg van de tenlastegelegde feiten hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1, 2 en 4 primair bewezen verklaarde feiten. De vordering zal dan ook worden toegewezen. Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De benadeelde partij
[slachtoffer 20]heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 200.000,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die hij als gevolg van de tenlastegelegde feiten hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1, 2 en 4 primair bewezen verklaarde feiten. De vordering zal dan ook worden toegewezen.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De benadeelde partij
[slachtoffer 21]heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 600.000,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die hij als gevolg van de tenlastegelegde feiten hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1, 2 en 4 primair bewezen verklaarde feiten. De vordering zal dan ook worden toegewezen.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De benadeelde partij
[slachtoffer 22]heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 109.800,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die hij als gevolg van de tenlastegelegde hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade tot een bedrag van € 100.000 rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1, 2 en 4 primair bewezen verklaarde feiten. De vordering zal dan ook in zoverre worden toegewezen. De kosten gemaakt ten behoeve van de oprichting van een stichting zijn niet onderbouwd met een nota en de vordering ter zake van dat bedrag kan daarom niet worden toegewezen. Het gevorderde renteverlies is niet gespecificeerd en zal om die reden evenmin worden toegewezen. Voor het bedrag van € 9.800,-zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De benadeelde partij
[slachtoffer 9]heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 830.000,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die hij als gevolg van de tenlastegelegde feiten hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade tot een bedrag € 800.000,- rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1, 2 en 4 primair bewezen verklaarde feiten.
De vordering zal dan ook tot dat bedrag worden toegewezen. De declaratie van de advocaat ten bedrage van € 30.000,- is niet gespecificeerd en daarom is niet vast te stellen waar de gemaakte rechtshulp voor is verleend. De rechtbank zal de benadeelde partij in zoverre niet-ontvankelijk verklaren in zijn vordering.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De benadeelde partij
[slachtoffer 10]heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 15.000,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die hij als gevolg van de tenlastegelegde feiten hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1, 2 en 4 primair bewezen verklaarde feiten. De vordering zal dan ook worden toegewezen. Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De benadeelde partij
[slachtoffer 12]heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 505.000,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die hij als gevolg van de tenlastegelegde feiten hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade tot een bedrag van € 500.000,- rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1, 2 en 4 primair bewezen verklaarde feiten.
De vordering zal dan ook tot dat bedrag worden toegewezen. De kosten gemaakt ten behoeve van rechtsbijstand zijn niet onderbouwd met een nota en de vordering ter zake van dat bedrag zal daarom niet worden toegewezen. Voor dat bedrag zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De benadeelde partij
[slachtoffer 23]heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 240.500,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die hij als gevolg van de tenlastegelegde feiten hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1, 2 en 4 primair bewezen verklaarde feiten. De vordering zal dan ook worden toegewezen.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De benadeelde partij
[slachtoffer 24]heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 258.564,19 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die hij als gevolg van de tenlastegelegde feiten hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat de stukken aanleiding geven te veronderstellen dat Kommunikat Consultancies BV degene is die de leningen heeft gesloten en dus schade heeft geleden. Daarmee staat onvoldoende vast dat R.S. Otter schade heeft geleden die rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1, 2 en 4 primair bewezen verklaarde feiten.
De vordering zal dan ook tot dat bedrag worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 januari 2010 tot aan de dag der algehele voldoening. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom niet-ontvankelijk verklaren.
De benadeelde partij
[slachtoffer 5].heeft een vordering tot schadevergoeding van € 997.500,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van de tenlastegelegde feiten hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade tot een bedrag van € 750.000,- rechtstreeks voortvloeit uit het onder 1, 2 en 4 primair bewezen verklaarde feiten. De vordering zal dan ook in zoverre worden toegewezen. De rentevordering is niet gespecificeerd en de rechtbank zal de benadeelde partij daarom in haar vordering met betrekking tot de rente niet-ontvankelijk verklaren.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De benadeelde partij
[slachtoffer 11]heeft een vordering tot schadevergoeding van € 150.000,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die hij als gevolg van de tenlastegelegde feiten hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1, 2 en 4 primair bewezen verklaarde feiten.
De vordering zal dan ook worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 april 2010 tot aan de dag der algehele voldoening.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De benadeelde partijen
[slachtoffer 27] en [slachtoffer 26]hebben een vordering tot schadevergoeding van € 1.085.020,46 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die hij als gevolg van de tenlastegelegde feiten hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade tot een bedrag van € 1.075.000,- rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1, 2 en 4 primair bewezen verklaarde feiten.
De vordering zal dan ook in zoverre worden toegewezen. Het meerdere dat wordt gevorderd is onvoldoende onderbouwd en de rechtbank zal de benadeelde partij in zoverre niet-ontvankelijk verklaren.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De benadeelde partij
[slachtoffer 4]heeft een vordering tot schadevergoeding van € 200.000,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van de tenlastegelegde feiten hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1, 2 en 4 primair bewezen verklaarde feiten. De vordering zal dan ook worden toegewezen.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De benadeelde partijen
[slachtoffer 9] en [slachtoffer 29]hebben een vordering tot schadevergoeding van € 150.000,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van de tenlastegelegde feiten hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1, 2 en 4 primair bewezen verklaarde feiten. De vordering zal dan ook worden toegewezen.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De benadeelde partij
[slachtoffer 28]heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 200.000,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van de tenlastegelegde feiten hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1, 2 en 4 primair bewezen verklaarde feiten. De vordering zal dan ook worden toegewezen.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
artikel 57, 225, 326 van het Wetboek van Strafrecht.
artikel 68, 69 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

9.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1, 2, 3 primair en 4 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4. weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte 1, 2, 3 primair en 4 primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de onder 1, 2, 3 primair en 4 primair bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
DERTIG (30) MAANDEN.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 15]geleden schade tot een bedrag van
€ 1.185.000,-, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 16]geleden schade tot een bedrag van
€ 500.000,-, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 17]geleden schade tot een bedrag van
€ 94.000,-, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag. Voor het bedrag dat de benadeelde partij meer heeft gevorderd dan is toegewezen zal de rechtbank die partij niet-ontvankelijk verklaren.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 18]geleden schade tot een bedrag van
€ 250.000,-, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 19]geleden schade tot een bedrag van
€ 100.000,-, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 20]geleden schade tot een bedrag van
€ 200.000,-, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 21]geleden schade tot een bedrag van
€ 600.000,-, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 22]geleden schade tot een bedrag van
€ 100.000,-, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag. Voor het bedrag dat de benadeelde partij meer heeft gevorderd dan is toegewezen zal de rechtbank die partij niet-ontvankelijk verklaren.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 9]geleden schade tot een bedrag van
€ 800.000,-, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag. Voor het bedrag dat de benadeelde partij meer heeft gevorderd dan is toegewezen zal de rechtbank die partij niet-ontvankelijk verklaren.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 10]geleden schade tot een bedrag van
€ 15.000,-, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 12]geleden schade tot een bedrag van
€ 500.000,-, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag. Voor het bedrag dat de benadeelde partij meer heeft gevorderd dan is toegewezen zal de rechtbank die partij niet-ontvankelijk verklaren.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 23]geleden schade tot een bedrag van
€ 240.500,-, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Verklaart de benadeelde partij
[slachtoffer 24] niet-ontvankelijk in zijn vordering.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 5].geleden schade tot een bedrag van
€ 750.000,-, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag. Voor het bedrag dat de benadeelde partij meer heeft gevorderd dan is toegewezen zal de rechtbank die partij niet-ontvankelijk verklaren.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 11]geleden schade tot een bedrag van
€ 150.000,-, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partijen
[slachtoffer 27] en [slachtoffer 26]geleden schade tot een bedrag van
€ 1.075.000en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag. Voor het bedrag dat de benadeelde partij meer heeft gevorderd dan is toegewezen zal de rechtbank die partij niet-ontvankelijk verklaren.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 4]geleden schade tot een bedrag van
€ 200.000,-, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partijen
[slachtoffer 9] en [slachtoffer 29]geleden schade tot een bedrag van
€ 150.000,-, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 28]geleden schade tot een bedrag van
€ 200.000,-, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.C.M. Rutten, voorzitter,
mr. R.A. Otter en mr. T. Fuchs, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier C.A. de Koning,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 maart 2015.
Mr. Fuchs is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
2.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] d.d. 12 november 2012 (G07-01, dossierpagina 446, 447).
3.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2]d.d. 7 december 2012 (G06-01, dossierpagina 442).
4.Het proces-verbaal ambtshandeling inzake Belastingdienst Eindhoven d.d. 23 januari 2013 (dossierpagina 348).
5.D-001-16b, dossierpagina 779, 780.
6.D-001-16d, dossierpagina 783, 784.
7.D-111, dossierpagina 1456, 1457.
8.D-112, dossierpagina 1458, 1459.
9.D113, dossierpagina 1460, 1461.
10.D-001-16c, dossierpagina 781, 782.
11.D-001-16k, dossierpagina 797, 798.
12.D-059, dossierpagina 1310, 1311.
13.D-001-16h, dossierpagina 791, 792.
14.D001-16i, dossierpagina 793, 794.
15.D-103, dossierpagina 1440, 1441.
16.Overzicht leenovereenkomsten (D-062, dossierpagina 1314, 1315).
17.Proces-verbaal verhoor van getuige [slachtoffer 9], d.d. 11 juni 2012 (G01-01, dossierpagina 405)
18.Het proces-verbaal verhoor getuige van [slachtoffer 10] d.d. 12 juni 2012 (G03-01, dossierpagina 425).
19.Het proces-verbaal verhoor getuige van [slachtoffer 11] d.d. 18 juni 2012 (G04-01, dossierpagina 430).
20.Het proces-verbaal verhoor getuige van [slachtoffer 12] d.d. 11 juni 2012 (G05-01, dossierpagina 436, 437).
21.Het proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 11 juni 2012 (V01-01, dossierpagina 353).
22.Het proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 11 juni 2012 (V01-01, dossierpagina 355).
23.Het proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 11 juni 2012 (V01-01, dossierpagina 352).
24.Het proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 11 juni 2012 (V01-01, dossierpagina 353).
25.Het proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 12 juni 2012 (V01-05, dossierpagina 371).
26.Het proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 11 juni 2012 (V01-01, dossierpagina 354).
27.Het proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 17 december 2012 (V01-08, dossierpagina 390).