Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
de Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten, te 's-Gravenhage.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 16 februari 2015 uitspraak gedaan in het geschil tussen eiseres en het Curatorium Beroepsopleiding Advocatuur. Eiseres had verzocht om een vierde toetskans voor de onderdelen Bestuursprocesrecht en Gedragsrecht, nadat haar eerdere verzoeken waren afgewezen door de Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van het verzoek in rechte stand kan houden. Artikel 14, eerste lid, van de Stageverordening 2005 is niet in strijd met artikel 9c van de Advocatenwet en biedt geen ruimte voor een belangenafweging of het toepassen van een hardheidsclausule. De rechtbank concludeert dat eiseres niet kan worden tegemoetgekomen in haar verzoek, omdat de regelgeving dwingend is en geen ruimte laat voor afwijkingen. Eiseres had ook geen geslaagd beroep op de hardheidsclausule, aangezien deze alleen van toepassing is op de eerste en tweede toetskans. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres belang heeft bij de procedure, maar dat de schrapping van haar naam van het tableau buiten de omvang van dit geding valt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.