Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
GCA Events B.V.,
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft GCA Events B.V. op 28 oktober 2015 een verzoek ingediend om de arbeidsovereenkomst met [verzoekster] te ontbinden. [verzoekster] heeft hierop gereageerd met een verweerschrift en een tegenverzoek. De kantonrechter heeft op 25 november 2015 een zitting gehouden waar beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. De feiten van de zaak zijn als volgt: [verzoekster] was sinds 20 juli 2009 in dienst bij GCA en werkte als cateringmedewerkster/interieurverzorgster. Van 20 januari 2011 tot 29 juni 2015 was zij werkzaam via een payroll-organisatie, waarna een arbeidsovereenkomst voor zeven maanden werd overeengekomen. GCA heeft op 2 oktober 2015 van Cargill vernomen dat zij het vertrouwen in [verzoekster] had opgezegd, wat leidde tot het verzoek tot ontbinding.
GCA heeft aangevoerd dat [verzoekster] verwijtbaar heeft gehandeld door andere aangeboden werkzaamheden te weigeren. [verzoekster] heeft zich verweerd door te stellen dat er sprake was van een opzetje tussen GCA en Cargill en dat de aangeboden werkzaamheden niet te combineren waren met haar zorgtaken. De kantonrechter heeft geoordeeld dat GCA terecht de arbeidsovereenkomst heeft willen ontbinden, omdat er sprake was van verwijtbaar handelen van [verzoekster]. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden met ingang van 9 januari 2016 en heeft geoordeeld dat [verzoekster] recht heeft op een transitievergoeding van € 1.945,20 bruto, omdat de ontbinding niet het gevolg was van ernstig verwijtbaar handelen van haar kant. Beide partijen zijn in de proceskosten veroordeeld om hun eigen kosten te dragen.