Hoogwout heeft verweer gevoerd en geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van Turien in haar vordering, althans tot afwijzing van die vordering, met veroordeling van Turien in de proces- en nakosten.
In haar conclusie van antwoord heeft Turien zich primair beroepen op de niet-ontvankelijkverklaring van Turien in haar vordering omdat van subrogatie geen sprake zou zijn en Turien derhalve geen zelfstandig vorderingsrecht zou hebben. Na de door de gemachtigde van Turien ter comparitie gegeven toelichting op dit punt, heeft Hoogwout aangegeven dat haar verweer op dit punt zonder belang is en dat een beslissing van de kantonrechter ter zake niet nodig is.
Voorts heeft Hoogwout een beroep op verjaring op grond van artikel 13 lid 5 van de toepasselijke Algemene Bergings- en Vervoercondities Gestrande Voertuigen (hierna te noemen: ABVV) gedaan. Hoogwout is pas per brief d.d. 15 juli 2011 aansprakelijk gesteld, toen de ter zake toepasselijke zes maandentermijn reeds was verstreken.
Anders dan door Turien wordt gesteld, is tussen partijen geen vervoersovereenkomst tot stand gekomen, maar een bergingsovereenkomst. Hoogwout heeft niet betwist dat op de tussen partijen gesloten overeenkomst de Algemene Bergings- en Vervoercondities Gestrande Voertuigen (hierna te noemen: ABVV) van toepassing zijn. Op grond van artikel 13 lid 5 ABVV verjaart een vordering uit hoofde van artikel 7 zes maanden na aflevering en was de vordering dus reeds verjaard op het moment van de aansprakelijkstelling d.d. 15 juli 2011.
Hoogwout betwist voorts dat artikel 6:236 BW van toepassing zijn, nog daargelaten dat Turien geen vorderingsrecht heeft. Een beroep op dat artikel komt slechts toe aan een consument, waarvan ten deze geen sprake is.
Voor zover de kantonrechter zou oordelen dat de vordering nog niet is verjaard, betwist Hoogwout aansprakelijk te zijn voor de schade. De oorzaak van de schade is gelegen in een fout van bestuurder [A] omdat hij zonder (voldoende) bij te remmen achteruit van de autoambulance is gereden.
Voor zover Hoogwout wel aansprakelijk wordt geacht, is sprake van eigen schuld in de zin van artikel 6:101 BW omdat het ontstaan van de schade bovenal, of in ieder geval gedeeltelijk, aan de eigen schuld van bestuurder [A] te wijten. Met hem was afgesproken dat hij in de auto zou plaatsnemen om bij te sturen en bij te remmen. [A] is echter zonder (voldoende) bij te remmen achteruit van de autoambulance gereden, waardoor hij zelf een groot aandeel heeft in het ontstaan van de schade, hetgeen verdisconteerd dient te worden in het bepalen van een door Hoogwout te betalen schadevergoeding. Daarnaast is de berger op grond van de ABVV nimmer aansprakelijk voor enigerlei schade anders dan in deze voorwaarden is voorzien. In de voorwaarden is voorzien in schade aan het voertuig, aan de bagage en aan de lading. Voor zover Hoogwout aansprakelijk wordt geacht voor de schade van Turien/ [X] komt om die reden dan ook alleen de schade aan de auto zelf voor vergoeding in aanmerking en dienen de overige vorderingen van Turien te worden afgewezen.
Tot slot heeft Hoogwout erop gewezen dat wegens opheffing van het faillissement van [X] de vennootschap is ontbonden, om welke reden de vordering tot vergoeding van het eigen risico van [X] moet worden afgewezen.