Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
[verzoekster] in de functie van boekhouder. Het huidige salaris bedraagt € 2.050,80 bruto per maand met een arbeidsomvang van 22,8 uur per week.
12 december 2013 wordt gepland. Dit gesprek is niet doorgegaan omdat [verweerster] zich heeft ziek gemeld wegens migraineklachten.
Op basis van mijn bevindingen acht ik [verweerster] niet in staat haar eigen functie of andere, aangepaste, werkzaamheden uit te voeren.
Momenteel is [verweerster] nog niet belastbaar met arbeid; dit komt met name door een afgenomen conditie en uithoudingsvermogen en de beperkingen die daaruit naar voren komen. Van belang is dat [verweerster] geholpen wordt om haar algemene conditie te verhogen middels een multidisciplinair revalidatietraject. Tijdens het doorlopen van dit traject zal [verweerster] kunnen gaan starten met werkconditie opbouw.(…)De intake bij het revalidatietraject is geweest en er is een indicatie gesteld tot revalidatie. Echter een medische ingreep, eerst gepland op 23 december en later verzet naar 19 januari maken het niet mogelijk nu reeds te starten met de training; er zal rekening gehouden moeten worden met een hersteltijd van 6-8 weken.(…)”
(…) Op basis van mijn bevindingen acht ik [verweerster] in staat om per mei te starten met het opbouwen van werkconditie in taken van het eigen werk. Mijn verwachting is dat zij gedurende het lopende revalidatietraject (tot en met medio juli) één werkdag kan gaan opbouwen en vanaf medio juli haar contractuele drie dagen zal kunnen werken.
Op basis van mijn bevindingen constateer ik dat door een werk gerelateerde factor en niet door een primair medische reden er een opleving van klachten en beperkingen is ontstaan. Mijn advies is om de in de vorige brief reeds aangegeven ingeslagen weg om naar een medische herstel melding te komen voort te zetten. Daarbij wil ik het medische traject en het werk gerelateerde traject uit elkaar halen. Het revalidatietraject loopt naar alle waarschijnlijkheid tot 23 juli. Mijn advies is de arbeidsongeschiktheid per 1 augustus te beëindigen en daarop vooruitlopend per 1 juli voor 8 uur per week er van uitgaande dat een therapeutische re-integratie vanaf begin mei geleid zou hebben tot het werken van een hele dag per 1 juli.”
[betrokkene 4] geschreven:
In het rapport van de bedrijfsarts, d.d. 10 juli jl. wordt geadviseerd om met ingang van 1 juli a.s. te starten met de daadwerkelijke re-integratie van [verweerster] .
Vanaf deze week is er sprake van afwezigheid van directie, zakelijke leiding MT en bezetting van de afdeling boekhouding.
3.Het verzoek
4.Het verweer en het (voorwaardelijke) tegenverzoek
5.De beoordeling
6.De beslissing
18 december 2015 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.