Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
BProtected B.V.,
Seal & Go B.V.,
1.Het procesverloop
2.De feiten
“het recht ter zake het aanbrengen van krimpfolietassen om koffers welke vervolgens machinaal worden verzegeld (‘gesealed’) op de daartoe in artikel C.1 van de Concessie overeenkomst aangewezen locaties in het terminalcomplex van de Luchthaven”is verleend. Voor het verkrijgen van deze concessie is S&G aan SNBV een jaarlijkse vergoeding verschuldigd, waarvan de hoogte afhankelijk is van de door S&G gerealiseerde bruto-omzet. Ter uitoefening van de concessie is aan S&G een ruimte op de luchthaven in gebruik gegeven.
“1.4. Het gehuurde zal door of vanwege huurder uitsluitend worden bestemd om te worden gebruikt ten behoeve van de exploitatie van de Seal & Go formule en de verkoop van de volgende producten/productgroepen: Bagage Seal Service met verkoop van aanverwante producten.(….)3.1. Deze overeenkomst is aangegaan voor de duur van 5 (vijf) jaar, ingaande 1 januari 2010 en eindigend op 31 december 2014, derhalve gelijk lopend met de hoofdhuurovereenkomst tussen verhuurder en SNBV (…)3.2. De duur van de franchiseovereenkomst zal verlengd worden van 31 oktober 2013 naar 31 december 2014, waardoor de contractduur van de franchiseovereenkomst gelijkduidend is aan deze overeenkomst. (…)3.3. Na het verstrijken van de in artikel 3.1. genoemde periode zijn partijen overeengekomen deze huurovereenkomst met nogmaals 5 (vijf) jaar te verlengen, (…)”
"(...) Daarnaast is bekend geworden dat [betrokkene 1] (eigenaar Seal & Go concept) het contract niet gaat verlengen na 31-12-2014. Reden hiervoor is dat de communicatie tussen de franchisegever en nemer niet soepel verloopt en Seal & Go zelf een pilot vestiging wil hebben om de formule verder te ontwikkelen. Ik, [directeur van eiseres] , ben het hier volledig mee eens. (...)"
"(...) In aanmerking nemende:- Dat per 31-12-2014 de per 30 oktober 2008 ondertekende franchiseovereenkomst tussen Partij 1 (in zijn hoedanigheid van franchisegever) en Partij 2 (in zijn hoedanigheid van franchisenemer) eindigt.- Dat partijen graag uitdrukking willen geven aan de wijze waarop de beëindiging van de overeenkomst, de overgang van bepaalde zaken van Partij 2 op Partij 1 en de overname van bepaalde zaken door Partij 1 van Partij 2 per 31-12-2014 geregeld zal worden.(...)1.1. Over te nemen itemsPartij 1 verklaart van Partij 2 de onderstaande zaken over te willen nemen: (...)1.2. PersoneelAl het personeel van Partij 2 zal per 01-01-2015 overgaan op Partij1 met uitzondering van:- [betrokkene 2]- [betrokkene 3]Partij 2 is verantwoordelijk voor uitdiensttreding en (eventuele) afkoopregeling van deze medewerkers per (uiterlijk) 31-12-2014.(...)1.3 OvernameprijsPartijen zijn de volgende overnameprijs overeengekomen:A. Een overnameprijs van € 130.000 exclusief BTW voora. Vertrekhal 2 (Seal machine + Ombouw en meubels)b. Vertrekhal 3 (Seal machine + Ombouw en meubels)c. Reserveonderdelen seal machine (transportband)d. Stroomkaste. Afkoopvergoeding inzake [betrokkene 2] en [betrokkene 3] zoals vermeld in artikel 1.2.B. Een nader te bepalen overnameprijs van voorraad op basis van inkoopwaarde Partij 2 per 01/01/2015.(...)6.2 Kwijting over en weerPartijen geven elkaar over en weer volledige (finale) kwijting ten aanzien van personeel en hierbij overgedragen en specifiek benoemde activa (...)"
3.De vordering
- verklaart voor recht dat S&G een naar billijkheid te berekenen vergoeding ex artikel 7:308 lid 1 BW verschuldigd is aan BP;
- verklaart voor recht dat S&G ten onrechte heeft geweigerd een redelijk voorstel aan BP te doen tot betaling van een vergoeding naar billijkheid ex artikel 7:308 lid 1 BW althans ten onrechte heeft geweigerd een vergoeding naar billijkheid ex artikel 7:308 lid 1 BW te voldoen aan BP en aldus onrechtmatig jegens BP heeft gehandeld;
- S&G veroordeelt tot betaling aan BP van € 976.667,- althans een naar billijkheid te berekenen vergoeding ex artikel 7:308 lid 1 BW, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 1 januari 2015;
- S&G veroordeelt tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten ad € 7.500,- exclusief BTW;
- S&G veroordeelt tot betaling van de proceskosten inclusief de nakosten.
4.Het verweer
Primair voert zij aan dat de beëindiging van de huurovereenkomst heeft plaatsgevonden met goedvinden van BP, zodat artikel 7:308 BW niet van toepassing is. Bovendien hebben partijen een regeling getroffen tegen finale kwijting ter zake de beëindiging, zodat BP ook daarom geen vergoeding toekomt.
Subsidiair voert S&G aan dat het aan BP is om voldoende te onderbouwen dat S&G voordeel heeft genoten door de omstandigheid dat BP in het gehuurde ook het Seal & Go concept heeft geëxploiteerd. BP heeft dat niet, althans onvoldoende gedaan en S&G betwist ook dat daarvan sprake is geweest. S&G voert verder aan dat het succes van deze formule uitsluitend wordt bepaald door de locatie zodat zij ingevolge het bepaalde in lid 2 van voormeld artikel geen vergoeding verschuldigd is.
5.De beoordeling
Het moet echter wel gaan om voordeel dat aan de ondernemersactiviteiten van de gewezen huurder is toe te schrijven. Het gaat om het voordeel dat S&G geniet als zij gebruik maakt van de aantrekkingskracht die is opgebouwd door BP. Het ligt op de weg van de gewezen huurder, in casu BP, om te stellen en zo nodig te bewijzen dat zijn ondernemersactiviteiten de verhuurder, te weten S&G, het bedoelde voordeel hebben opgeleverd.
Weliswaar heeft BP uitvoerig toegelicht en met stukken onderbouwd dat de omzet in de periode dat zij het concept exploiteerde sterk is toegenomen, maar uit die toelichting blijkt niet, althans onvoldoende, dat die toename het gevolg was van haar ondernemersactiviteiten. Zoals S&G onvoldoende weersproken heeft aangevoerd, lijkt de groei van de omzet in belangrijke mate te zijn bepaald door de groei van het aantal vertrekkende passagiers op Schiphol (die alleen aldaar hun bagage kunnen laten sealen), de uitbreiding van het assortiment en de uitgebreide openingsuren (beide door S&G mogelijk gemaakt door uitbreiding van de haar verleende concessie). BP heeft niet toegelicht welke aantrekkingskracht zij zelf heeft gecreëerd en welk voordeel S&G daarvan heeft. Zonder daadwerkelijk door S&G verkregen voordeel kan van een vergoeding ex artikel 7:308 lid 1 BW geen sprake zijn.