ECLI:NL:RBNHO:2015:11922

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 september 2015
Publicatiedatum
11 februari 2016
Zaaknummer
C/15/232478 / HA RK 15/152
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek niet ontvankelijk wegens gebrek aan onderbouwing

Op 23 september 2015 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zitting houdende in Alkmaar, een beslissing genomen op een wrakingsverzoek van een verzoekster tegen mr. J.S. Reid, kantonrechter. Het verzoek tot wraking was ingediend op 22 september 2015, maar de wrakingskamer heeft besloten geen mondelinge behandeling te plannen. De rechtbank oordeelde dat het verzoek kennelijk niet ontvankelijk was omdat de verzoekster geen enkele onderbouwing had gegeven voor haar vrees dat de rechter niet onpartijdig zou zijn. Volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv.) kan een rechter gewraakt worden op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid in twijfel trekken. De verzoekster had in haar 14 bladzijden tellende verzoekschrift geen relevante feiten of omstandigheden aangevoerd die deze vrees konden rechtvaardigen. Hierdoor voldeed het verzoek niet aan de eisen van artikel 37 lid 2 Rv., dat vereist dat een wrakingsverzoek gemotiveerd moet zijn. De wrakingskamer heeft, in overeenstemming met het wrakingsprotocol van de rechtbank, besloten het verzoek tot wraking buiten behandeling te stellen. De rechtbank verklaarde het wrakingsverzoek kennelijk niet-ontvankelijk en beval dat het proces in de hoofdzaak voortgezet zou worden in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek. Deze beslissing is genomen door mr. L.J. Saarloos, plaatsvervangend voorzitter, in aanwezigheid van D.M.J. van den Biggelaar, griffier. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Wrakingskamer
zaaknummer / rekestnummer: C/15/232478 / HA RK 15/152
zaaknummer kanton: 4202340 CV EXPL 15-234
Beslissing van 23 september 2015
op het verzoek tot wraking ingediend door:
[verzoekster] ,
wonende te [woonplaats] ,
verzoekster.
Het verzoek is gericht tegen:
mr. J.S. Reid, kantonrechter,
hierna te noemen: de rechter.

1.Procesverloop

1.1.
Verzoekster heeft bij schriftelijk bericht van 22 september 2015 de wraking verzocht van de rechter in deze rechtbank, locatie Alkmaar, sectie Kanton, in de zaak met bovenvermeld zaaknummer, hierna te noemen: de hoofdzaak, waarin verzoekster de verwerende partij is.
1.2.
De wrakingskamer heeft op grond van de hierna opgenomen overwegingen besloten geen datum te bepalen voor een mondelinge behandeling van het verzoek.

2.De beoordeling

2.1.
Op grond van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering (Rv.) kan de rechter die een zaak behandelt, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarbij geldt als uitgangspunt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn.
Daarnaast kan de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd zijn indien sprake is van feiten of omstandigheden die grond geven om te vrezen dat een rechter niet onpartijdig is, waarbij ook de (te vermijden) schijn van partijdigheid van belang is.
2.2.
Een verzoek tot wraking dient ingevolge artikel 37 lid 2 Rv. gemotiveerd te zijn. De verzoekende partij dient opgave te doen van de feiten en omstandigheden die het vermoeden wettigen dat de rechter bij de behandeling van de zaak niet onpartijdig of niet onafhankelijk zal zijn.
Verzoekster heeft echter in het 14 bladzijden tellende schriftelijke wrakingsverzoek helemaal
nietsover (on)partijdigheid of onafhankelijkheid van de gewraakte rechter vermeld. Aangezien het verzoek niet gemotiveerd is, is het daardoor kennelijk niet-ontvankelijk.
2.3.
Overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 9.1. in samenhang met paragraaf 4.1. van het wrakingsprotocol van deze rechtbank – op internet te vinden op de website van deze rechtbank onder: www.rechtspraak.nl/ Organisatie/ Rechtbanken/ Rechtbank Noord-Holland/ Regels en procedures – zal de wrakingskamer het verzoek tot wraking wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid buiten behandeling stellen.

4.Beslissing

De rechtbank:
4.1.
verklaart het wrakingsverzoek kennelijk niet-ontvankelijk en stelt het verzoek tot wraking buiten behandeling;
4.2.
beveelt de griffier onverwijld aan verzoekster, de rechter en de eisende partij in bovenvermelde procedure een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van deze beslissing toe te zenden;
4.3.
beveelt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek en beveelt dat die zaak daartoe in handen wordt gesteld van de voorzitter van het team kanton, locatie Alkmaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. L.J. Saarloos, plaatsvervangend voorzitter,
in tegenwoordigheid van D.M.J. van den Biggelaar, griffier,
ter openbare terechtzitting van
25 november 2014.
griffier voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.