Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
"[…]
Anamnese:meisje 6 jaar
Gisteren op school door jongen van groep 4 op toilet betast. hij deed onderbroek naar beneden en de piemel bij haar naar binnen doen. Riep juf die hoorde haar niet. Hierna terug naar de klas. jongetje heeft piemel tegen buik aan gehouden en tegen voorkant vagina aan. eerder mogelijk met vinger. moeder heeft nooit bloed in onderbroek gezien. onderbroek door [de minderjarige] . zelf weggegooid. Dit speelt dus al ruim een jaar, moeder heeft dit op school aangegeven. Aan moeder verteld als ze naar het toilet gaat er altijd jongens mee gaan naar het toilet dat zijn 5 jongens 4 van haar groep en 1 jongen van groep 4. Deze jongens zijn ook allemaal 6-7 jaar. Moeder heeft geen bloed gezien, onderbroek is weggegooid in prullenbak. Er zijn geen andere mensen die dingen met haar doen. […]
Diagnoses:verdenking sexueel misbruik door leeftijdsgenoten bij meisje van 6 jaar […]
Behandelingen:[…] Verwijzing kinder jeugd trauma centrum tel aan moeder meegegeven […]
moeder wil niet naar AMC / forensische poli Utrecht wil dat niemand het weet […]"
"[…] Moeder is na de verwijzing van het Kennemergasthuis in de forensische polikliniek te Utrecht geweest om [de minderjarige] uitgebreid te laten onderzoeken. Zij heeft daar nog geen bericht van gekregen. Aanstaande maandag heeft zij zonder [de minderjarige] een afspraak met het KJTC [kantonrechter: Kinder- en Jeugdtraumacentrum]. Moeder geeft aan dat zij niet wil dat ik contact met het KJTC en de polikliniek opneem omdat zij juridische stappen overweegt. […] Moeder is ook bij de politie geweest maar heeft daar geen aangifte gedaan. Volgens moeder zegt de politie niets te kunnen met het verhaal omdat het slachtoffer jonger dan 12 jaar is. […]"
"[…] Op zondag 3 november 2013 hebben wij afgesproken dat moeder nog een keer aan [de minderjarige] vraagt weke leerlingen nu betrokken waren. Zij noemt in dit gesprek de volgende leerlingen: [leerling 1] , [leerling 2] , [leerling 3] een [leerling 4] . Deze leerlingen werden ook in het eerste gesprek (18 oktober) genoemd. […] Volgens [naam eiseres] is er nog geen medische uitslag van de forensische polikliniek in Utrecht. […]"
"[…] Op donderdag 19 december hebben [eiseres] , [de vertrouwenspersoon] , oudste zoon en ik een gesprek gehad naar aanleiding van [de minderjarige] . In dit gesprek hebben wij verteld dat de zaak is onderzocht. Wij hebben met de ouders van de betrokken leerlingen gesproken en onze zorgen neergelegd. De ouders hebben allemaal aangegeven dat de leerlingen thuis er niets over hebben verteld. […]"
"[…] Gesproken is over het seksueel misbruik, waar [de minderjarige] , naar wij helaas moeten aannemen, het slachtoffer van is geworden. Dit gegeven wordt door alle partijen erkend als ernstig. […]"
Directie [naam basisschool] informeert ouders over vermeende ontuchtzaakEen aantal verontruste ouders uit van kinderen uit de groepen 3 en 4 van de openbare basisschool [de basisschool] in [plaats] is op dinsdag 3 juni en woensdag 25 juni door de directie op de hoogte gebracht van de gang van zaken rond het vermeende grensoverschrijdende gedrag van enkele leerlingen met een 6‑jarig klasgenootje op het toilet van de school. […] Op basis van de verklaringen van het betrokken meisje en haar moeder heeft de politie destijds de zaak in behandeling genomen. Er kon echter gezien de jeugdige leeftijd van de betrokken kinderen verder geen actie worden ondernomen. Ook de betrokken instanties die direct werden geïnformeerd, zagen geen verdere aanleiding om een nader onderzoek in te stellen. [de interim directeur] gaf in zijn toelichting aan dat op verzoek van de ouders van het meisje destijds geen verdere acties zijn ondernomen om de privacy van het meisje en het gezin te respecteren. "We erkennen nu achteraf dat dit geen goede beslissing is geweest. Temeer omdat de moeder van het meisje er nu zelf voor hebben gekozen om de publiciteit te zoeken. […] Wat het verder lastig maakt is dat uit de verklaringen van de kinderen destijds niet is komen vast te staan wat er precies is voorgevallen. We weten dat er iets is gebeurd, maar niet precies wat, waar en door wie […]"
3.De vordering
II [gedaagde] te veroordelen tot betaling aan [eiseres] van € 11.704,00, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, ter zake van materiële en immateriële schade die [eiseres] ten gevolge van het misbruik lijdt, te vermeerderen met wettelijke rente;
III [gedaagde] veroordeelt in de proceskosten, te verhogen met wettelijke rente.