ECLI:NL:RBNHO:2015:11908
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- P.H.B. Littooy
- J.M. Janse van Mantgem
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet ontvankelijk na einduitspraak in hoofdzaak
In deze zaak heeft verzoeker op 26 juli 2015 een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechter, Mr. J.M. Janse van Mantgem, die betrokken was bij de hoofdzaak met zaaknummer HAA 15/2174. Het wrakingsverzoek is gedaan na de einduitspraak in de hoofdzaak, die op 23 juli 2015 is gedaan. De wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Holland heeft geoordeeld dat het verzoek tot wraking kennelijk niet ontvankelijk is, omdat het verzoek niet is ingediend voordat de rechter in de hoofdzaak een einduitspraak heeft gedaan. Dit is in strijd met de vereisten voor het indienen van een wrakingsverzoek.
De rechtbank heeft verder vastgesteld dat verzoeker tegen de uitspraak van 23 juli 2015 verzet heeft ingesteld, en dat dit verzet aanhangig is bij de rechtbank. Het beleid van de rechtbank is dat de verzetprocedure wordt behandeld door een andere rechter dan de rechter die de uitspraak heeft gedaan waartegen het verzet zich richt. Hierdoor is de rechter, Mr. J.M. Janse van Mantgem, niet betrokken bij de verzetprocedure, wat de wrakingsgrond verder ondermijnt.
Op basis van het wrakingsprotocol van de rechtbank heeft de wrakingskamer besloten het verzoek tot wraking wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid buiten behandeling te stellen. De beslissing is openbaar uitgesproken op 14 augustus 2015 door de voorzitter, Mr. P.H.B. Littooy, in tegenwoordigheid van de griffier. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.