ECLI:NL:RBNHO:2015:11908

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
14 augustus 2015
Publicatiedatum
8 februari 2016
Zaaknummer
C/15/230225 / HA RK 15/126
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek niet ontvankelijk na einduitspraak in hoofdzaak

In deze zaak heeft verzoeker op 26 juli 2015 een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechter, Mr. J.M. Janse van Mantgem, die betrokken was bij de hoofdzaak met zaaknummer HAA 15/2174. Het wrakingsverzoek is gedaan na de einduitspraak in de hoofdzaak, die op 23 juli 2015 is gedaan. De wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Holland heeft geoordeeld dat het verzoek tot wraking kennelijk niet ontvankelijk is, omdat het verzoek niet is ingediend voordat de rechter in de hoofdzaak een einduitspraak heeft gedaan. Dit is in strijd met de vereisten voor het indienen van een wrakingsverzoek.

De rechtbank heeft verder vastgesteld dat verzoeker tegen de uitspraak van 23 juli 2015 verzet heeft ingesteld, en dat dit verzet aanhangig is bij de rechtbank. Het beleid van de rechtbank is dat de verzetprocedure wordt behandeld door een andere rechter dan de rechter die de uitspraak heeft gedaan waartegen het verzet zich richt. Hierdoor is de rechter, Mr. J.M. Janse van Mantgem, niet betrokken bij de verzetprocedure, wat de wrakingsgrond verder ondermijnt.

Op basis van het wrakingsprotocol van de rechtbank heeft de wrakingskamer besloten het verzoek tot wraking wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid buiten behandeling te stellen. De beslissing is openbaar uitgesproken op 14 augustus 2015 door de voorzitter, Mr. P.H.B. Littooy, in tegenwoordigheid van de griffier. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

[jw.sys.1.zaaknr] / [jw.sys.1.rolnummer_rekestnr][datum_beslissing]
Wrakingskamer
zaaknummer / rekestnummer: C/15/230225 / HA RK 15/126
Beslissing van 14 augustus 2015
Op het verzoek tot wraking ingediend door:
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker,
Het verzoek is gericht tegen:
Mr. J.M. Janse van Mantgem,
hierna te noemen: de rechter.

1.Overwegingen

1.1
Verzoeker heeft op 26 juli 2015 schriftelijk de wraking verzocht van de rechter in de bij deze rechtbank, afdeling publiekrecht, sectie Bestuursrecht aanhangige zaak met als zaaknummer HAA 15/2174, hierna te noemen: de hoofdzaak.
1.2
Om verzoeker in zijn verzoek tot wraking te kunnen ontvangen is vereist dat het verzoek wordt gedaan voordat de rechter in de hoofdzaak einduitspraak doet. Hieraan wordt niet voldaan. In de hoofdzaak is op 23 juli 2015 einduitspraak gedaan en het verzoek, gedateerd op 27 juli 2015, is op 26 juli 2015 door de wrakingskamer ontvangen. Het onderhavige verzoek tot wraking is derhalve gedaan na de einduitspraak in de hoofdzaak. Reeds op deze grond dient verzoekster niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn verzoek tot wraking.
1.3
Gebleken is dat verzoeker tegen de uitspraak van 23 juli 2015 verzet heeft ingesteld en dat dit verzet aanhangig is bij de rechtbank. Voor zover het verzoek mede ziet op het voorkomen van betrokkenheid van de rechter in de verzetprocedure, heeft het volgende te gelden.
Volgens het bij de sectie Bestuursrecht van de rechtbank gevoerd beleid wordt de verzetprocedure behandeld door een andere rechter dan de rechter die de uitspraak waartegen het verzet zich richt, heeft gewezen. De rechter is om deze reden niet betrokken bij de door verzoeker aanhangig gemaakte verzetprocedure.
1.4
Overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 9.1., in samenhang met paragraaf 4.1. van het wrakingsprotocol van deze rechtbank – op internet te vinden op de website van deze rechtbank onder: www. rechtspraak.nl/Rechtbank Noord-Holland/Regels en procedures – zal de wrakingskamer het verzoek tot wraking wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid buiten behandeling stellen.

2.Beslissing

De rechtbank
- verklaart het gedane verzoek tot wraking kennelijk niet-ontvankelijk;
- stelt het verzoek tot wraking buiten behandeling.
Deze beslissing is gegeven door mr. P..H.B. Littooy, in tegenwoordigheid van de griffier en in het openbaar uitgesproken op 14 augustus 2015.[concipiënt_initialen]
griffier voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.