ECLI:NL:RBNHO:2015:11666

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 november 2015
Publicatiedatum
5 januari 2016
Zaaknummer
3832232 CV EXPL 15-662
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Consumentenkoop en aannemingsovereenkomst: geschil over levering en plaatsing van kozijnen

In deze zaak, die op 12 november 2015 door de Rechtbank Noord-Holland is behandeld, gaat het om een geschil tussen een verkoper en een koper over de levering en plaatsing van kozijnen. De koper, handelend onder de naam [naam], heeft een vordering ingesteld tegen de verkoper, [verkoper], na klachten over de geleverde kozijnen. De overeenkomst tussen partijen betreft zowel een consumentenkoop als een aannemingsovereenkomst, waarbij de bepalingen van de consumentenkoop voorrang hebben. De koper heeft de factuur voor de levering van de kozijnen gedeeltelijk betaald en het restantbedrag van € 2.928,03 opgeschort vanwege klachten over de kwaliteit van de levering en plaatsing.

Tijdens de procedure zijn er expertiserapporten ingediend door CED en SKG, waarbij de laatste concludeert dat er gebreken zijn in de levering en plaatsing van de kozijnen, die niet voldoen aan de VKG-kwaliteitseisen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de verkoper tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, waardoor de koper gerechtigd was om de betaling van het restantbedrag op te schorten. De vordering van de verkoper om bevrijd te worden van zijn verbintenis tot nakoming is afgewezen.

In de tegenvordering heeft de koper gevorderd dat de verkoper de kosten van herstelwerkzaamheden vergoedt. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de verkoper verplicht was om de gebreken binnen een redelijke termijn te herstellen, maar dit niet heeft gedaan. De koper heeft recht op vergoeding van de kosten van het expertiserapport van SKG, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat de verkoper niet de volledige kosten hoeft te dragen. De proceskosten zijn voor rekening van de verkoper, omdat hij ongelijk heeft gekregen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 3832232 CV EXPL 15-662
Uitspraakdatum: 12 november 2015
Vonnis in de zaak van:
[naam eiser], handelend onder de naam [naam] , wonende te
[woonplaats]
eiser in de zaak van de vordering, verweerder in de zaak van de tegenvordering
verder te noemen: [verkoper]
gemachtigde: M.A. Woudenberg
tegen
[naam gedaagde], wonende te [plaats]
gedaagde in de zaak van de vordering, eisende partij in de zaak van de tegenvordering
verder te noemen: [koper]
gemachtigde: mr. S. van Beek

1.Het procesverloop

1.1.
Vredenburg heeft bij dagvaarding van 29 januari 2015 een vordering tegen [koper] ingesteld. [koper] heeft schriftelijk geantwoord en een tegenvordering ingesteld.
1.2.
Op 14 oktober 2015 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Bij brief van 4 september 2015 heeft [koper] nog nadere stukken overgelegd.

2.De feiten

2.1.
Op 30 november 2012 zijn partijen een overeenkomst aangegaan voor het leveren en plaatsen door [verkoper] van diverse kozijnen in de woning van [koper] , voor een prijs van
€ 14.610,11.
2.2.
In de schriftelijke opdrachtbevestiging van 30 november 2012, waarin de inhoud van de overeenkomst tussen partijen is neergelegd, is onder meer het volgende opgenomen:
Productie
Alle elementen die door ons geleverd gaan worden zijn geproduceerd onder het strenge kwaliteits keurmerkV.K.G.(Vereniging van Kunststof Gevelelementenfabrikanten). Dit garandeert u dat alle door ons geleverde kunststof elementen aan zeer hoogwaardige kwaliteitsnormen voldoen. (...)
Garantie
10 jaar garantie op de kunststof elementen. (...)
10 jaar garantie op de montage. (...)
Montage
De nieuwe elementen worden geplaatst, verankerd en wind- en waterdicht afgewerkt (...).”
2.3.
[koper] heeft na levering en plaatsing van de kozijnen de factuur daarvoor van 15 november 2012 geheel voldaan, maar de factuur van 28 november 2012 alleen gedeeltelijk betaald, en betaling van een restantbedrag van € 2.928,03 opgeschort in verband met door [koper] gestelde klachten over de levering en plaatsing van de kozijnen.
2.4.
Op 14 augustus 2014 is door expertisebureau CED BrandVaria (hierna: CED) een expertiserapport uitgebracht. Volgens dit rapport is sprake van een beperkt aantal gebreken, en kan herstel daarvan plaatsvinden door het nodige kitwerk en door vervanging van een deur.
2.5.
Op 29 mei 2015 is door expertisebureau SKG-IKOB (hierna: SKG) een rapport opgesteld. Volgens dit rapport is bij alle gemelde en onderzochte punten sprake van gebreken, en moet herstel worden uitgevoerd door vervanging van een kozijn (van de voordeur) en door het (alsnog) vakkundig monteren van waterkeringen, buitenafwerking en binnenafwerking.

3.De vorderingen

in de zaak van de vordering
3.1.
[verkoper] vordert – na vermindering van eis – een verklaring voor recht dat hij bevrijd is van zijn verbintenis tot nakoming en veroordeling van [koper] tot betaling van € 2.928,03 en € 437,80 aan buitengerechtelijke incassokosten. Aan zijn vordering legt [verkoper] – samengevat – ten grondslag dat hij de overeenkomst tussen partijen deugdelijk is nagekomen en dat [koper] geen reden heeft voor opschorting van het restantbedrag van de factuur van 28 november 2012. [verkoper] verwijst in dit verband naar het expertiserapport van CED.
3.2.
[koper] stelt dat de levering en plaatsing van de kozijnen niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen en dat het gehele werk niet voldoet aan de kwaliteitseisen van de Vereniging van Kunststof Gevelelementenfabrikanten (hierna: VKG-kwaliteitseisen). [koper] verwijst op haar beurt naar het expertiserapport van SKG.
in de zaak van de tegenvordering
3.3.
[koper] vordert – kort weergegeven – dat [verkoper] wordt veroordeeld tot betaling van de (nog nader te bepalen) kosten van herstelwerkzaamheden, dan wel een verklaring voor recht dat [verkoper] gehouden is de kosten van de herstelwerkzaamheden te vergoeden, en tot betaling van de kosten van het expertiserapport van SKG en € 425,- aan buitengerechtelijke incassokosten.
3.4.
[verkoper] betwist de vordering.

4.De beoordeling

in de zaak van de vordering
4.1.
Het gaat in deze zaak met name om de vraag of een verklaring voor recht kan worden gegeven dat [verkoper] bevrijd is van zijn verbintenis tot nakoming en of [koper] moet worden veroordeeld tot betaling van € 2.928,03.
4.2.
De kantonrechter stelt voorop dat de overeenkomst tussen partijen zowel een consumentenkoop is, waar het gaat om de levering van kozijnen, als een aannemingsovereenkomst, waar het gaat om de plaatsing en montage van de kozijnen. Gelet op artikel 7:5 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) hebben de bepalingen over de consumentenkoop voorrang.
4.3.
Volgens artikel 7:17 lid 1 BW moeten de afgeleverde kozijnen aan de overeenkomst beantwoorden. De kozijnen beantwoorden niet aan de overeenkomst indien zij, mede gelet op hun aard en de mededelingen die [verkoper] over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezitten die [koper] op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Verder moet volgens de artikelen 7:21 en 7:759 BW aan de aannemer, indien het werk na oplevering gebreken vertoont waarvoor de aannemer aansprakelijk is, de gelegenheid worden geboden de gebreken binnen redelijke termijn weg te nemen.
4.4.
Bij de beoordeling van de vraag of de levering en plaatsing van de kozijnen beantwoordt aan de overeenkomst tussen partijen, is in de eerste plaats van belang of is overeengekomen dat die levering en plaatsing aan eerdergenoemde VKG-kwaliteitseisen moet voldoen. Partijen verschillen daarover van mening. Volgens [verkoper] is alleen overeengekomen dat de geleverde kozijnen aan die kwaliteitseisen voldoen, niet dat ook de plaatsing en montage daaraan voldoet. [koper] stelt dat ervan moet worden uitgegaan dat de VKG-kwaliteitseisen zowel zien op de levering als de plaatsing van de kozijnen.
4.5.
De kantonrechter overweegt dat blijkens de hiervoor weergegeven bewoordingen van de schriftelijke opdrachtbevestiging van 30 november 2012 een garantie wordt gegeven van tien jaar op de geleverde kozijnen en op de montage daarvan. Verder wordt in die overeenkomst met nadruk gewezen op de VKG-kwaliteitseisen ten aanzien van de geleverde kozijnen, hetgeen eveneens als een vorm van garantie moet worden aangemerkt. Naar het oordeel van de kantonrechter is de garantie die in de overeenkomst wordt gegeven wat betreft de VKG-kwaliteitseisen niet alleen van toepassing op de kozijnen als zodanig, maar ook op de plaatsing en de montage daarvan. Immers, daar waar in één en dezelfde opdrachtbevestiging zowel levering als plaatsing en montage van kozijnen wordt overeengekomen, moet een garantie dat die kozijnen voldoen aan de VKG-kwaliteitseisen geacht worden ook betrekking te hebben op de plaatsing en montage daarvan. Een gemiddelde consument, zoals [koper] , kan en hoeft er niet op bedacht te zijn dat in een overeenkomst zoals hier aan de orde een onderscheid moet worden gemaakt tussen de levering en de plaatsing van de kozijnen, waar het gaat om een garantie als het voldoen aan VKG-kwaliteitseisen. Dat is temeer het geval nu in de schriftelijke opdrachtbevestiging niet wordt aangegeven dat voor de plaatsing en montage van de kozijnen andere eisen of normen gelden. Dat betekent dat [koper] op grond van de overeenkomst tussen partijen mocht verwachten dat niet alleen de kozijnen als zodanig, maar ook de plaatsing en montage van de kozijnen aan de VKG-kwaliteitseisen zou voldoen. Daarbij neemt de kantonrechter mede in aanmerking dat op grond van artikel 7:6a lid 2 BW een garantie op duidelijke en begrijpelijke wijze moet worden vermeld. Voor zover de overeenkomst op het punt van de VKG-kwaliteitseisen niet duidelijk is, heeft [verkoper] in strijd gehandeld met deze bepaling, hetgeen voor zijn rekening en risico komt.
4.6.
Ervan uitgaande dat de VKG-kwaliteitseisen van toepassing zijn ten aanzien van zowel de levering als de plaatsing van de kozijnen, komt aan het expertiserapport van SKG doorslaggevende betekenis toe bij de beoordeling van de zaak. Vast staat immers dat in het expertiserapport van CED geen rekening is gehouden met de VKG-kwaliteitseisen betreffende plaatsing en montage van de kozijnen, terwijl dat juist wel het geval is in het rapport van SKG.
4.7.
In het expertiserapport van SKG is gemotiveerd en inzichtelijk toegelicht dat uitgaande van de VKG-kwaliteitseisen sprake is van diverse gebreken in het werk, met name waar het gaat om de wind- en waterdichtheid van de kozijnen, en ook waar het betreft gebreken van meer esthetische aard. De betwisting door [verkoper] van de juistheid van dit rapport komt er in feite op neer dat SKG volgens [verkoper] ten onrechte de VKG-kwaliteitseisen voor plaatsing en montage heeft toegepast. Zoals hiervoor al is overwogen, gaat dat standpunt van [verkoper] niet op.
4.8.
Gelet op het rapport van SKG moet dus de conclusie worden getrokken dat de afgeleverde kozijnen en de plaatsing en montage daarvan diverse gebreken vertonen en daarom niet aan de overeenkomst beantwoorden. De levering en de plaatsing voldoet dan ook niet aan hetgeen [koper] op grond van de overeenkomst mocht verwachten.
4.9.
Wat betreft de vlakverdeling van het kozijn van de voordeur wordt nog het volgende overwogen. In het expertiserapport van SKG wordt aangegeven dat die vlakverdeling niet strookt met de naastgelegen woning en dat de doorgang van de voordeur daardoor kleiner is geworden, zodat sprake is van strijd met VKG-kwaliteitseis KE 2.4.1. Deze bevindingen worden ondersteund door een foto bij het rapport. [verkoper] stelt daartegenover dat [koper] akkoord is gegaan met de uitgevoerde vlakverdeling. Echter, dit is door [koper] betwist en in de schriftelijke opdrachtbevestiging van 30 november 2012 worden alleen de hoofdmaten van het kozijn van de voordeur aangegeven en niet de tussenmaten, zoals ook door SKG is geconstateerd. [verkoper] heeft gelet daarop onvoldoende gemotiveerd en onderbouwd dat [koper] zou hebben ingestemd met de uitgevoerde vlakverdeling. Ook op dit punt is dus sprake van een gebrek en een tekortkoming.
4.10.
Ten overvloede merkt de kantonrechter nog op dat ook indien ervan zou worden uitgegaan de plaatsing en montage van de kozijnen niet hoeft te voldoen aan de VKG-kwaliteitseisen, het oordeel ook zou luiden dat sprake is van een gebrekkige nakoming van de overeenkomst. In het expertiserapport van SKG is immers neergelegd dat de kozijnen niet overal wind- en waterdicht zijn gemonteerd, terwijl in de schriftelijke opdrachtbevestiging tussen partijen expliciet is neergelegd dat dit wel zou gebeuren. Ook in het expertiserapport van CED is onderkend dat op diverse plaatsen sprake is van problemen met het kitwerk.
4.11.
Nu hiervoor is geoordeeld dat de levering en plaatsing van de kozijnen niet beantwoordt aan de overeenkomst, mocht [koper] betaling van het resterende bedrag van
€ 2.928,03 op grond van artikel 6:262 BW opschorten. De aard van de tekortkoming rechtvaardigt die opschorting ook. Dat betekent dat de vordering van [verkoper] wordt afgewezen.
4.12.
De proceskosten komen voor rekening van [verkoper] , omdat hij ongelijk heeft gekregen.
in de zaak van de tegenvordering
4.13.
[koper] heeft gevorderd dat [verkoper] wordt veroordeeld tot betaling van de (nog nader te bepalen) kosten van de herstelwerkzaamheden, dan wel dat een verklaring voor recht wordt gegeven dat [verkoper] gehouden is de kosten van de herstelwerkzaamheden te vergoeden.
4.14.
Uit hetgeen hiervoor is overwogen in de zaak van de vordering volgt dat de levering en plaatsing van de kozijnen niet beantwoordt aan de overeenkomst en dat [verkoper] is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. [verkoper] was daarom gelet op artikel 7:21 lid 3 BW verplicht om binnen een redelijke termijn en zonder ernstige overlast voor [koper] die tekortkoming(en) te herstellen.
4.15.
Volgens artikel 7:21 lid 6 BW is de koper bevoegd het herstel door een derde te doen plaatsvinden en de kosten daarvan op de verkoper te verhalen, indien de verkoper niet binnen een redelijke tijd nadat hij daartoe door de koper schriftelijk is aangemaand aan zijn verplichting tot herstel van de afgeleverde zaak heeft voldaan.
4.16.
Bij brief van 8 juni 2015 heeft [koper] het expertiserapport van SKG aan [verkoper] toegestuurd, waarbij [verkoper] in de gelegenheid wordt gesteld om overeenkomstig dat rapport een kozijn te vervangen en de waterkeringen, buitenafwerking en binnenafwerking vakkundig te monteren. [verkoper] heeft in brieven van zijn gemachtigde van 15 en 18 juni 2015 laten weten dat het rapport van SKG wordt betwist en dat het voorstel van [koper] niet wordt geaccepteerd.
4.17.
Gelet op het voorgaande moet worden vastgesteld dat [verkoper] niet binnen een redelijke tijd nadat hij daartoe door [koper] is aangemaand, aan zijn verplichting tot herstel van de levering en plaatsing van de kozijnen heeft voldaan. [koper] is dus bevoegd om het herstel door een derde te doen plaatsvinden en de kosten daarvan op [verkoper] te verhalen.
4.18.
[koper] heeft geen concreet bedrag aan herstelkosten gevorderd, maar alleen een nog nader te bepalen bedrag aan kosten van de herstelwerkzaamheden. [koper] heeft weliswaar bij brief van 4 september 2015 nog een offerte overgelegd van Kozaan Kozijnen & Glas van 25 juli 2015, maar zij heeft haar eis niet gewijzigd of vermeerderd. Bij die stand van zaken moet de kantonrechter volstaan met het geven van de gevorderde verklaring voor recht dat [verkoper] gehouden is de kosten van de herstelwerkzaamheden te vergoeden.
4.19.
Ten overvloede overweegt de kantonrechter dat de herstelkosten niet begroot kunnen worden op het bedrag genoemd in de door [koper] overlegde offerte van Kozaan Kozijnen & Glas van 25 juli 2015. [verkoper] heeft er terecht op gewezen dat in de offerte niet wordt gespecificeerd hoe de genoemde bedragen zijn berekend. Ook lijkt die offerte uit te gaan van een volledige vernieuwing en vervanging van alle kozijnen, en niet van de noodzakelijke herstelwerkzaamheden die volgens het expertiserapport van SKG vereist zijn. Bij de huidige stand van zaken lijkt het voor de vraag welke redelijke herstelkosten aan de orde zijn het meest in de rede te liggen om aan te sluiten bij de opdrachtbevestiging van [verkoper] zelf van 30 november 2012, zoals op de zitting is besproken. Daarvan uitgaande is sprake van herstelkosten van rond € 3.100,-, exclusief btw voor vervanging van het kozijn van de voordeur, te weten een bedrag van € 2.559,- ex. btw voor vervanging van het betreffende kozijn en € 560,- ex. btw voor montagekosten (twee maal acht uur ad € 35.- per uur). Verder schat de kantonrechter in dat tien uur voldoende zal zijn voor het door SKG genoemde herstel ten aanzien van het (alsnog) vakkundig monteren van waterkeringen, buitenafwerking en binnenafwerking, hetgeen herstelkosten van € 350,- exclusief btw oplevert.
4.20.
De door [koper] gevorderde kosten van het expertiserapport van SKG worden toegewezen, omdat het gaat om redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid in de zin van artikel 6:96 lid 2 BW. De kantonrechter ziet echter aanleiding om niet de volledige kosten voor rekening van [verkoper] te laten komen, maar alleen de helft daarvan. Daarbij is van belang dat partijen in onderling overleg hebben besloten om CED als deskundige in te schakelen en dat het [koper] is geweest die na ontvangst van het expertiserapport zonder overleg met [verkoper] een nieuw expertiserapport aan SKG heeft gevraagd. Dat stond [koper] vrij, maar de kantonrechter acht het onder die omstandigheden onredelijk dat [verkoper] nu de volledige kosten van het expertiserapport van SKG moet dragen.
4.21.
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen, omdat geen concreet bedrag aan herstelkosten is toegewezen en omdat [koper] pas in de loop van deze procedure aanspraak heeft gemaakt op de gevorderde en gestelde herstelkosten.
4.22.
[verkoper] zal de proceskosten van [koper] moeten betalen, omdat hij overwegend ongelijk heeft geregen. In verband met de samenhang van de beide vorderingen zullen de kosten in de zaak van de tegenvordering aan de zijde van [koper] op nihil worden begroot.

5.De beslissing

De kantonrechter:
in de zaak van de vordering
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt [verkoper] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [koper] tot en met vandaag vaststelt op € 350,- aan salaris voor de gemachtigde van [koper] ;
in de zaak van de tegenvordering
5.4.
verklaart voor recht dat [verkoper] gehouden is de kosten van de herstelwerkzaamheden te vergoeden;
5.5.
veroordeelt [verkoper] tot betaling van de kosten van het opmaken van het expertiserapport van SKG tot een bedrag van € 589,88;
5.6.
veroordeelt [verkoper] tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [koper] worden vastgesteld op nihil;
5.7.
wijst de vordering voor het overige af;
in de zaak van de vordering en tegenvordering
5.8.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad, afgezien van de verklaring voor recht.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. Jansen, kantonrechter en op 12 november 2015 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter