In deze zaak verzoekt de dochter van een geregistreerde partner de rechtbank om de nietigverklaring van het geregistreerd partnerschap tussen haar vader en zijn partner. De rechtbank heeft op 23 december 2015 uitspraak gedaan in de zaak, waarbij de geestesvermogens van de heer [naam 1] op het moment van het aangaan van het geregistreerd partnerschap als zodanig gestoord zijn beoordeeld dat hij niet in staat was om de betekenis van zijn verklaring te begrijpen. De verzoekster stelt dat haar vader, [naam 1], op het moment van het aangaan van het geregistreerd partnerschap met [naam 2] niet in staat was om zijn wil te bepalen, mede door zijn gezondheidsproblemen en de emotionele situatie rondom het overlijden van zijn partner. De rechtbank heeft vastgesteld dat de geestesvermogens van [naam 1] bij het aangaan van het geregistreerd partnerschap dusdanig gestoord waren dat de nietigverklaring van het partnerschap gerechtvaardigd is. De rechtbank heeft het verzoek van verzoekster toegewezen en verklaart het geregistreerd partnerschap nietig, met terugwerkende kracht tot het moment van registratie.