Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Verloop van de procedure
- de man, bijgestaan door mr. N. Walenkamp, kantoorgenoot van mr. Dunki Jacobs;
- mr. Mentink namens de vrouw;
- mevrouw [naam 1], namens de Raad.
2.Beoordeling van de verzoeken
.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 16 december 2015 uitspraak gedaan in een familiekwestie tussen een man en een vrouw, die beiden ouders zijn van een minderjarige. De man had verzocht om het eenhoofdig ouderlijk gezag over het kind en om een omgangsregeling vast te stellen. De rechtbank had eerder op 20 mei 2015 een beschikking gegeven waarin de Raad voor de Kinderbescherming was ingeschakeld om onderzoek te doen naar de situatie van het kind. De Raad had geadviseerd dat er geen gezamenlijk gezag kon worden ingesteld, omdat er een onaanvaardbaar risico bestond dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders. De rechtbank volgde dit advies en wees de verzoeken van de man af. De rechtbank oordeelde dat de communicatie en samenwerking tussen de ouders ernstig verstoord was, wat een veilige omgang tussen de man en het kind in de weg stond. De rechtbank benadrukte dat het belang van het kind voorop staat en dat er eerst vertrouwen tussen de ouders moet ontstaan voordat er sprake kan zijn van een omgangsregeling. De rechtbank concludeerde dat de man niet in staat was om een constructieve rol te spelen in de opvoeding van het kind, en dat de vrouw, als hoofdverzorger, niet in staat was om het contact tussen het kind en de man te ondersteunen. De rechtbank wees alle verzoeken van de man af, en benadrukte dat het van belang is dat de vrouw het kind zal begeleiden in het contact met de vader zodra de verstandhouding tussen de ouders is verbeterd.