ECLI:NL:RBNHO:2015:11543

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 december 2015
Publicatiedatum
28 december 2015
Zaaknummer
C/15/236110 HA RK 15/205
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen een rechter in een familiezakenprocedure

Op 9 december 2015 heeft verzoeker tijdens een zitting de wraking verzocht van mr. Y.M.I. Greuter-Vreeburg, de rechter in een aanhangige familiezakenprocedure. Verzoeker stelde dat er geen sprake was van een eerlijke behandeling, omdat de rechter alleen waarde hechtte aan schriftelijke verklaringen van derden. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking terstond behandeld. Na beraad heeft de wrakingskamer geoordeeld dat verzoeker geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die de vrees voor partijdigheid of vooringenomenheid van de rechter rechtvaardigen. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking afgewezen en verzoeker erop gewezen dat een volgend verzoek tot wraking van dezelfde rechter niet in behandeling zal worden genomen, tenzij er nieuwe feiten of omstandigheden zijn. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Wrakingskamer
zaaknummer / rekestnummer C/15/236110 HA RK 15/205
Beslissing van 9 december 2015
Op het verzoek tot wraking ingediend door:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
verzoeker.
Het verzoek is gericht tegen:
mr. Y.M.I. Greuter-Vreeburg
hierna te noemen: de rechter.

1.Procesverloop

1.1
Verzoeker heeft op 9 december 2015 ter zitting de wraking verzocht van de rechter in de bij deze rechtbank, afdeling privaatrecht, sectie Familie & Jeugd, locatie Alkmaar aanhangige zaak met als zaaknummer C/15/225731/JU RK 15/758, hierna te noemen: de hoofdzaak.
1.2
De rechter heeft niet in de wraking berust.
1.3
Het verzoek is vervolgens terstond behandeld ter zitting van de wrakingskamer van
9 december 2015, alwaar zijn verschenen: verzoeker en de rechter. Na afloop van de mondelinge behandeling is de zitting geschorst voor beraad waarna mondeling uitspraak is gedaan.

2.Het standpunt van verzoeker

2.1
Verzoeker heeft ter onderbouwing van het verzoek – samengevat –
het volgende aangevoerd. Van volle gelijkheid en eerlijke behandeling is geen sprake, omdat de rechter alleen waarde hecht aan wat andere mensen op papier schrijven. Deze discriminatie en het wegnemen van waarborgen bij wet gesteld heeft hem doen besluiten de rechter wederom te wraken, aldus verzoeker.

3.De beoordeling

3.1
Een rechter kan worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Uitgangspunt daarbij is dat de rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die een zwaarwegende aanwijzing vormen dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert (zogenaamde subjectieve toets). Daarnaast kan de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd zijn indien sprake is van feiten of omstandigheden die, geheel afgezien van de persoonlijke instelling van de rechter in de hoofdzaak, grond geven om te vrezen dat een rechter niet onpartijdig is, waarbij ook de (te vermijden) schijn van partijdigheid van belang is. Die feiten of omstandigheden moeten zwaarwegende redenen opleveren voor objectiveerbare twijfel aan de onpartijdigheid (zogenaamde objectieve toets).
Het subjectieve oordeel van verzoeker is voor de beoordeling van beide toetsen wel belangrijk maar niet doorslaggevend.
3.2
Naar het oordeel van de wrakingskamer heeft verzoeker geen feiten of omstandigheden aangevoerd die het oordeel rechtvaardigen dat sprake is van vooringenomenheid of objectieve vrees voor partijdigheid. Het verzoek tot wraking ligt voor afwijzing gereed.
3.3
Aangezien verzoeker thans voor de tweede maal in dezelfde hoofdzaak wraking van dezelfde rechter heeft verzocht, wijst de wrakingskamer verzoeker erop dat, behoudens nieuwe feiten of omstandigheden, een volgend verzoek tot wraking van dezelfde rechter niet in behandeling zal worden genomen.

4.Beslissing

De rechtbank
4.1
wijst het verzoek tot wraking van de rechter af,
4.2
bepaalt dat, behoudens nieuwe feiten of omstandigheden, een volgend wrakingsverzoek van verzoeker in de hoofdzaak niet in behandeling wordt genomen,
4.3
beveelt de griffier onverwijld aan verzoeker, de rechter en de betrokkenen in de hoofdzaak een voor eensluidende gewaarmerkt afschrift van deze beslissing toe te zenden,
4.4
beveelt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek.
Deze beslissing is gegeven door mr. L.J. Saarloos, voorzitter, mr. P.G. Vroom en
mr. D.D.M. Hazeu, leden van de wrakingskamer, in tegenwoordigheid van mr. W.T. Delleman, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 9 december 2015.
griffier voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.