In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 23 december 2015 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [de werknemer] en Robidus Adviesgroep B.V. De werknemer vorderde loondoorbetaling over de periode van juni tot en met november 2015, na een opzegging van haar arbeidsovereenkomst door Robidus. De werknemer stelde dat de arbeidsovereenkomst, die aanvankelijk voor bepaalde tijd was aangegaan, na een aantal oproepen was omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Robidus betwistte dit en stelde dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege was geëindigd op 11 juli 2015.
De kantonrechter oordeelde dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen moet worden aangemerkt als een voorovereenkomst, waarbij na iedere oproep van Robidus tot het verrichten van werkzaamheden, die door de werknemer is aanvaard, een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is ontstaan. Na de vierde oproep was er sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, die niet zonder toestemming van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kon worden opgezegd. De opzegging door Robidus op 2 juni 2015 werd daarom vernietigbaar geacht.
De kantonrechter concludeerde dat de werknemer recht had op doorbetaling van loon tijdens ziekte, aangezien de arbeidsovereenkomst niet was geëindigd. Robidus werd veroordeeld tot betaling van het verschuldigde loon, wettelijke verhogingen en incassokosten. De proceskosten kwamen voor rekening van Robidus, omdat zij ongelijk kreeg in deze procedure. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.