In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 21 december 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een politieambtenaar, en de korpschef van politie. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de toekenning van een LFNP-functie, Generalist Intelligence, en stelde dat de transponeringstabel die als bijlage bij de Regeling overgang naar een LFNP-functie was gevoegd, niet als een algemeen verbindend voorschrift kon worden aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit ondeugdelijk gemotiveerd was, maar dat eiseres door dit motiveringsgebrek niet in haar belangen was geschaad. De rechtbank concludeerde dat de transponeringstabel een belangrijke rol speelt in het matchingsproces en dat verweerder in beginsel mag uitgaan van de resultaten van deze tabel.
De rechtbank behandelde ook de argumenten van eiseres over de hardheidsclausule en de toekenning van Onvermijdelijk Verzwarende Werkomstandigheden (OVW)-punten. Eiseres stelde dat zij recht had op meer OVW-punten en dat de toekenning aan haar functie te laag was. De rechtbank oordeelde echter dat er in deze procedure geen ruimte was om het aantal OVW-punten ter discussie te stellen, aangezien deze toekenning het resultaat was van CAO-besprekingen en in een algemeen verbindend voorschrift was vastgelegd.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. W.B. Klaus, rechter, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.