ECLI:NL:RBNHO:2015:11388
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning en overgang naar een LFNP-functie voor politieambtenaar met geschil over matching
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 21 december 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een politieambtenaar (eiser) en de korpschef van politie (verweerder) over de toekenning van een functie in het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP). Eiser was het niet eens met de beslissing van verweerder om hem de functie van Medewerker GGP toe te kennen, omdat hij van mening was dat zijn functie had moeten matchen met de LFNP-functie Senior GGP, die in een hogere salarisschaal is gewaardeerd. Eiser stelde dat de werkzaamheden van zijn uitgangspositie niet overeenkwamen met die van de LFNP-functie Medewerker GGP, omdat belangrijke taken ontbraken.
De rechtbank heeft overwogen dat de transponeringstabel, die de basis vormt voor de matching, niet kan worden aangemerkt als een algemeen verbindend voorschrift (avv), maar dat er wel een zwaarwegende betekenis aan moet worden gehecht. De rechtbank oordeelde dat het aan eiser was om aannemelijk te maken dat de matching niet overeenkomstig de Regeling had plaatsgevonden of dat het resultaat onhoudbaar was. Eiser kon niet aantonen dat de matching niet correct was uitgevoerd, en de rechtbank concludeerde dat de beroepsgrond van eiser faalde.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.