ECLI:NL:RBNHO:2015:11385

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 december 2015
Publicatiedatum
22 december 2015
Zaaknummer
AWB - 14 _ 2297
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning en overgang naar LFNP-functie Generalist Observatie binnen de politie

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 21 december 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een politieambtenaar (eiser) en de korpschef van politie (verweerder) over de toekenning van een functie uit het Landelijk Functiegebouw Politie (LFNP). Eiser had bezwaar gemaakt tegen het besluit van verweerder, waarin hem een LFNP-functie Generalist Observatie (schaal 7) was toegekend, met als ingangsdatum 1 januari 2012. Eiser stelde dat zijn uitgangspositie onjuist was en dat hij in plaats daarvan gematcht diende te worden met de functie van Senior Observatie in schaal 8. Hij deed ook een beroep op de hardheidsclausule, die in de Regeling is opgenomen.

De rechtbank overwoog dat de toekenning van de LFNP-functie en de bijbehorende uitgangspositie zijn gebaseerd op de Regeling en de transponeringstabel, die als leidraad dienen voor de matching van functies. De rechtbank stelde vast dat eiser geen verzoek om functieonderhoud had ingediend en dat zijn uitgangspositie in rechte vaststond. De rechtbank oordeelde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat de matching niet conform de Regeling was geschied. Bovendien werd overwogen dat de hardheidsclausule niet bedoeld is om de uitgangspositie te corrigeren, maar enkel om onbillijkheden in individuele gevallen te voorkomen.

Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiser ongegrond, waarmee de beslissing van verweerder om de functie Generalist Observatie toe te kennen, werd bevestigd. De uitspraak benadrukt het belang van de transponeringstabel en de regels die gelden voor de matching van functies binnen het LFNP.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 14/2297

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 december 2015 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. M.L. van der Geest),
en

de korpschef van politie, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 16 december 2013 (het primaire besluit) heeft verweerder eiser een functie uit het LFNP toegekend en bepaald dat eiser op 1 januari 2012 overgaat naar de LFNP-functie Generalist Observatie (schaal 7).
Bij besluit van 25 april 2014 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 november 2015. Eiser en gemachtigde zijn met bericht niet verschenen. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door mr. F.A.M. Bot en F.J.H. Gunther.

Overwegingen

1.1.
In het Akkoord Arbeidsvoorwaarden sector Politie 2008-2010 is onder meer afgesproken dat voor de sector Politie landelijk een nieuw functiegebouw zal gaan gelden. Er is vervolgens een stelsel van 92 organieke functies met daarbij behorende functiebeschrijvingen ontwikkeld, voorzien van een waardering per organieke functie. Aan de functies zijn, daar waar nodig geacht, werkterreinen, aandachtsgebieden en specifieke functionaliteiten gekoppeld. Dit geheel wordt aangeduid als het LFNP en is door de Minister van Veiligheid en Justitie (hierna: de Minister) op 7 mei 2013 vastgelegd in de Regeling vaststelling LFNP (Stcrt. 2013, 13079). Invoering van het LFNP geschiedt in stappen, hetgeen is beschreven in de ‘Regeling overgang naar een LFNP functie’ (hierna: de Regeling), vastgesteld door de Minister op 8 mei 2013 (Stcrt. 2013, 13141).
1.2.
De eerste stap betreft de vaststelling van de uitgangsposities van de politieambtenaren in de periode vanaf 31 december 2009 tot en met 31 maart 2011. Met het oog op het bepalen van de uitgangspositie is aan alle politieambtenaren eerst een voorgenomen besluit uitgangspositie gezonden. Daarin is onder meer gewezen op de mogelijkheid om uiterlijk op 23 mei 2011 eenmalig functieonderhoud aan te vragen op de wijze zoals omschreven in artikel 3 van de op 9 februari 2012 vastgestelde Tijdelijke regeling functieonderhoud politie (Trfp) (Stcrt. 2012, 3097). In de periode vanaf 1 april 2011 tot en met 31 december 2011 zijn alle individuele functiewijzigingen en de daarmee samenhangende gewijzigde uitgangsposities bij besluit vastgelegd. Vervolgens is op de peildatum 31 december 2011 voor iedere politieambtenaar vastgesteld in hoeverre sprake is van specifieke werkzaamheden door middel van een aanvullend besluit uitgangspositie.
1.3.
De tweede stap is het bepalen van een zogenaamde ‘match’ met de LFNP-functies door een daartoe in het leven geroepen werkgroep matching. Bij het matchingsproces zijn de Regeling, het reglement voor de werkwijze van de werkgroep matching en de beleidsregel Instructie organieke matching bepalend. De Regeling schrijft voor dat op basis van de functiebeschrijvingen het meest vergelijkbare LFNP-domein wordt vastgesteld: Leiding, Uitvoering of Ondersteuning. Hierna worden de functiebeschrijvingen die zijn ingedeeld in de domeinen Uitvoering en Ondersteuning verder ingedeeld in het meest vergelijkbare vakgebied. Vervolgens wordt binnen het vakgebied de meest vergelijkbare LFNP-functie vastgesteld, waarbij een LFNP-functie met een overeenkomstige salarisschaal zonder meer als de meest vergelijkbare functie heeft te gelden (‘matching op schaal’). De resultaten van deze matching zijn vastgelegd in een transponeringstabel, die als bijlage bij de Regeling is gevoegd en gelijktijdig is gepubliceerd. De bijlage is sindsdien een aantal keer vervangen door een gewijzigde transponeringstabel, welke wijzigingen eveneens zijn gepubliceerd in de Staatscourant.
1.4
Het bestreden besluit ziet op de derde stap: de toekenning van en overgang naar een LFNP-functie aan alle politieambtenaren, waarbij op grond van de Regeling (artikel 5, tweede en derde lid) de uitgangspositie en de transponeringstabel bepalend zijn. Verweerder is daarbij de mogelijkheid gegeven om - na afweging van de belangen van het individu en van de organisatie - van voornoemde uitgangspunten af te wijken indien dit in individuele gevallen leidt tot onbillijkheden van overwegende aard of indien sprake is van een bijzondere situatie (artikel 5, vierde lid, van de Regeling, hierna: de hardheidsclausule).
2.1
Verweerder heeft de uitgangspositie van eiser voor de overgang naar het LFNP vastgesteld op Generalist Observatieteam, gewaardeerd op schaal 7, per peildatum 31 december 2011. Eiser heeft geen verzoek om functieonderhoud gedaan en geen bezwaar gemaakt tegen de uitgangspositie.
2.2
Bij het primaire besluit heeft verweerder aan eiser een functie uit het LFNP toegekend en bepaald dat eiser op 1 januari 2012 overgaat naar de LFNP-functie Generalist Observatie, schaal 7, met als specifieke functionaliteit: Veldwerker. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
3.1
Eiser stelt dat zijn uitgangspositie onjuist en onbillijk is. De uitgangspositie dient gewijzigd te worden naar Plaatsingsteam, plaatsen/bedienen van technische hulpmiddelen en OVC. De specifieke functionaliteit van LFNP functie wordt dan: Veldwerker, Peiler, Afschermer en Plaatser. Eiser stelt dat hij op basis daarvan gematcht moet worden met de functie van Senior Observatie in schaal 8. In dit verband doet hij ook een beroep op de hardheidsclausule.
3.2
De rechtbank overweegt dat de Centrale Raad van Beroep (de Raad) in haar uitspraken van 1 juni 2015 (ECLI:NL:CRVB:2015:1550 en ECLI:NL:CRVB: 2015:1663) heeft overwogen dat de transponeringstabel niet kan worden aangemerkt als een avv. Het feit dat de transponeringstabel niet als een avv kan worden aangemerkt, neemt volgens de Raad niet weg dat aan deze tabel, mede op grond van de waarborgen waarmee de totstandkoming ervan is omgeven, een zwaarwegende betekenis moet worden gehecht. Verweerder mag bij het nemen van besluiten over de toekenning van en overgang naar een LFNP-functie ervan uitgaan dat toepassing van de voor het matchingsproces geldende regels tot de in de tabel vermelde uitkomst leidt en ter motivering mag verweerder in beginsel volstaan met een verwijzing naar de transponeringstabel. Het is aan de betrokken politieambtenaar om aannemelijk te maken dat de matching niet overeenkomstig de Regeling is geschied of dat het resultaat van de matching anderszins onhoudbaar is te achten. Het enkele feit dat een andere uitkomst ook verdedigbaar zou zijn geweest, is niet voldoende. Verder kan de politieambtenaar zich in dit verband niet beroepen op feiten of omstandigheden die hij reeds in het kader van de vaststelling van de uitgangspositie naar voren had kunnen brengen.
3.3
Nu eiser slechts gronden heeft aangevoerd met betrekking tot zijn uitgangspositie, die in rechte vaststaat, heeft hij aldus niet aannemelijk gemaakt dat de matching niet conform de Regeling is geschied, dan wel dat deze anderszins onhoudbaar is te achten.
3.4
Met betrekking tot de hardheidsclausule is in de uitspraken van 1 juni 2015 van de Centrale Raad van Beroep (ECLI:NL:CRVB:2015:1550 en ECLI:NL:CRVB:2015:1663) overwogen dat de hardheidsclausule niet is bedoeld om (alsnog) rekening te houden met werkzaamheden waarvoor functieonderhoud gevraagd had kunnen worden of met extra werkzaamheden, specifieke werkzaamheden, bijzondere situaties en afspraken die in de uitgangspositie vastgelegd hadden kunnen zijn. De hardheidsclausule is niet bedoeld om de uitgangspositie te corrigeren. Voorts kan de omstandigheid dat een andere LFNP-functie binnen het vastgestelde vakgebied inhoudelijk bezien meer vergelijkbaar is, de toepassing van de hardheidsclausule evenmin rechtvaardigen.
3.5
Gelet op het vorenstaande heeft verweerder in redelijkheid geen aanleiding gezien voor toepassing van de hardheidsclausule.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.B. Klaus, rechter, in aanwezigheid van C.H. Kuiper, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 21 december 2015.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.