ECLI:NL:RBNHO:2015:11384

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 december 2015
Publicatiedatum
22 december 2015
Zaaknummer
AWB - 14 _ 3082
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning en overgang naar LFNP-functie Operationeel Specialist B binnen de politie

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 21 december 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een politieambtenaar (eiser) en de korpschef van politie (verweerder) over de toekenning van een functie uit het Landelijk Functiegebouw Politie (LFNP). Eiser was werkzaam als Projectleider B en had bezwaar gemaakt tegen het besluit van verweerder, waarin hem de functie Operationeel Specialist B werd toegekend. Eiser stelde dat de matching van zijn functie niet correct was uitgevoerd en dat er rekening gehouden had moeten worden met zijn feitelijke werkzaamheden en de hardheidsclausule. De rechtbank oordeelde dat de transponeringstabel, die als bijlage bij de Regeling overgang naar een LFNP functie was gevoegd, niet als een algemeen verbindend voorschrift kon worden aangemerkt, maar dat dit niet betekende dat de toepassing ervan onhoudbaar was. De rechtbank concludeerde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat de matching niet conform de Regeling had plaatsgevonden. De rechtbank verwierp ook het beroep op de hardheidsclausule, aangezien deze niet bedoeld is om rekening te houden met werkzaamheden waarvoor functieonderhoud had kunnen worden aangevraagd. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 14/3082

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 december 2015 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. R. Boskma),
en

de korpschef van politie, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 16 december 2013 (het primaire besluit) heeft verweerder aan eiser een functie uit het LFNP toegekend en bepaald dat eiser op 1 januari 2012 overgaat naar de LFNP-functie Operationeel Specialist B (schaal 10).
Bij besluit van 25 juni 2014 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 november 2015. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. F.A.M. Bot en F.J.H. Gunther.

Overwegingen

1.1
In het Akkoord Arbeidsvoorwaarden sector Politie 2008-2010 is onder meer afgesproken dat voor de sector Politie landelijk een nieuw functiegebouw zal gaan gelden. Er is vervolgens een stelsel van 92 organieke functies met daarbij behorende functiebeschrijvingen ontwikkeld, voorzien van een waardering per organieke functie. Aan de functies zijn, daar waar nodig geacht, werkterreinen, aandachtsgebieden en specifieke functionaliteiten gekoppeld. Dit geheel wordt aangeduid als het LFNP en is door de Minister van Veiligheid en Justitie (hierna: de Minister) op 7 mei 2013 vastgelegd in de Regeling vaststelling LFNP (Stcrt. 2013, 13079). Invoering van het LFNP geschiedt in stappen, hetgeen is beschreven in de ‘Regeling overgang naar een LFNP functie’ (hierna: de Regeling), vastgesteld door de Minister op 8 mei 2013 (Stcrt. 2013, 13141).
1.2
De eerste stap betreft de vaststelling van de uitgangsposities van de politieambtenaren in de periode vanaf 31 december 2009 tot en met 31 maart 2011. Met het oog op het bepalen van de uitgangspositie is aan alle politieambtenaren eerst een voorgenomen besluit uitgangspositie gezonden. Daarin is onder meer gewezen op de mogelijkheid om uiterlijk op 23 mei 2011 eenmalig functieonderhoud aan te vragen op de wijze zoals omschreven in artikel 3 van de op 9 februari 2012 vastgestelde Tijdelijke regeling functieonderhoud politie (Trfp) (Stcrt. 2012, 3097). In de periode vanaf 1 april 2011 tot en met 31 december 2011 zijn alle individuele functiewijzigingen en de daarmee samenhangende gewijzigde uitgangsposities bij besluit vastgelegd. Vervolgens is op de peildatum 31 december 2011 voor iedere politieambtenaar vastgesteld in hoeverre sprake is van specifieke werkzaamheden door middel van een aanvullend besluit uitgangspositie.
1.3
De tweede stap is het bepalen van een zogenaamde ‘match’ met de LFNP-functies door een daartoe in het leven geroepen werkgroep matching. Bij het matchingsproces zijn de Regeling, het reglement voor de werkwijze van de werkgroep matching en de beleidsregel Instructie organieke matching bepalend. De Regeling schrijft voor dat op basis van de functiebeschrijvingen het meest vergelijkbare LFNP-domein wordt vastgesteld: Leiding, Uitvoering of Ondersteuning. Hierna worden de functiebeschrijvingen die zijn ingedeeld in de domeinen Uitvoering en Ondersteuning verder ingedeeld in het meest vergelijkbare vakgebied. Vervolgens wordt binnen het vakgebied de meest vergelijkbare LFNP-functie vastgesteld, waarbij een LFNP-functie met een overeenkomstige salarisschaal zonder meer als de meest vergelijkbare functie heeft te gelden (‘matching op schaal’). De resultaten van deze matching zijn vastgelegd in een transponeringstabel, die als bijlage bij de Regeling is gevoegd en gelijktijdig is gepubliceerd. De bijlage is sindsdien een aantal keer vervangen door een gewijzigde transponeringstabel, welke wijzigingen eveneens zijn gepubliceerd in de Staatscourant.
1.4
Het bestreden besluit ziet op de derde stap: de toekenning van en overgang naar een LFNP-functie aan alle politieambtenaren, waarbij op grond van de Regeling (artikel 5, tweede en derde lid) de uitgangspositie en de transponeringstabel bepalend zijn. Verweerder is daarbij de mogelijkheid gegeven om - na afweging van de belangen van het individu en van de organisatie - van voornoemde uitgangspunten af te wijken indien dit in individuele gevallen leidt tot onbillijkheden van overwegende aard of indien sprake is van een bijzondere situatie (artikel 5, vierde lid, van de Regeling, hierna: de hardheidsclausule).
2.1
Bij het besluit uitgangspositie heeft verweerder de uitgangspositie van eiser voor de overgang naar het LFNP vastgesteld op de functie Projectleider B per de peildatum 31 december 2011. Eiser heeft geen verzoek om functieonderhoud gedaan en geen bezwaar gemaakt tegen de uitgangspositie.
2.2
Bij het primaire besluit heeft verweerder aan eiser een functie uit het LFNP toegekend en bepaald dat eiser op 1 januari 2012 overgaat naar de LFNP-functie Operationeel Specialist B, met als waardering schaal 10. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
3.1
Eiser heeft aangevoerd dat de transponeringstabel die als bijlage bij de Regeling overgang naar een LFNP functie (Regeling) is gevoegd niet gekwalificeerd kan worden als een algemeen verbindend voorschrift (avv).
3.2
De Centrale Raad van Beroep (de Raad) heeft in de uitspraken van 1 juni 2015 (ECLI:NL:CRVB:2015:1550 en ECLI:NL:CRVB:2015:1663) overwogen dat de transponeringstabel niet kan worden aangemerkt als een avv. Het bestreden besluit is in zoverre ondeugdelijk gemotiveerd. Dit motiveringsgebrek passeert de rechtbank met toepassing van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht, nu eiser door dit gebrek niet in zijn belangen is geschaad.
4.1
Eiser stelt voorts dat hij erop mocht vertrouwen dat de matching zou plaatsvinden op basis van zijn feitelijke werkzaamheden, derhalve ook de werkzaamheden die buiten zijn korpsfunctiebeschrijving worden verricht. Artikel 3 van de Regeling biedt hiervoor ook de mogelijkheid, nu daarin is bepaald dat de salarisschaal nadrukkelijk dient te worden betrokken in het proces van matching. Ook andere aspecten kunnen derhalve een rol spelen bij het bepalen van de meest vergelijkbare functie. Eiser is sinds 1 december 2008 steeds op basis van tijdelijke tewerkstellingen werkzaam geweest in het kader van het Management Development-traject. Sinds 18 juni 2012 is eiser werkzaam als Projectcoördinator Prioritaire Doelgroepen PGM welke functie op basis van de transponeringstabel overeenkomt met de LFNP-functie van Operationeel Specialist C. Eiser stelt dan ook dat hij met die functie gematcht had moeten worden. Voorts heeft eiser gewezen op zijn bevordering naar schaal 11 in de rang van hoofdinspecteur per 31 december 2012 en stelt dat dit aanleiding geeft voor toepassing van de hardheidsclausule.
4.2
Aangaande het matchen op de salarisschaal van de uitgangspositie heeft de Raad in de hiervoor genoemde uitspraken van 1 juni 2015 als volgt overwogen. De Regeling zelf is niet gewijzigd wat betreft het matchen op schaal. Uitgangspunt bij de matching is steeds de formele functiebeschrijving geweest. In de Regeling staat in artikel 3, vierde lid, beschreven hoe de match vervolgens wordt vastgesteld. Nadat het domein en vakgebied zijn vastgesteld, geldt dat indien de salarisschaal van de functiebeschrijving overeenkomt met de salarisschaal van een LFNP-functie in het gekozen vakgebied, die functie wordt beschouwd als de meest vergelijkbare functie. De Regeling is met terugwerkende kracht ingevoerd tot 31 december 2009. De beleidsregel Instructie organieke matching is wel gewijzigd voor wat betreft het vinden van de meest vergelijkbare functie binnen het vakgebied. Deze wijziging heeft plaatsgevonden omdat gaandeweg bleek dat de Instructie organieke matching niet leidde tot consistentie van het totale matchingsproces, hetgeen bij de aanvang van de matching een uitdrukkelijke voorwaarde was. Deze wijziging van de beleidsregel kan echter niet leiden tot het oordeel dat aan de inhoud of de wijze van totstandkoming van het algemeen verbindend voorschrift ernstige feilen kleven, aldus de Raad.
4.3
Voorts heeft de Raad onder rechtsoverweging 4.2 van voornoemde uitspraken van 1 juni 2015 geoordeeld dat het feit dat de transponeringstabel niet kan worden aangemerkt als een avv niet wegneemt dat aan deze tabel een zwaarwegende betekenis moet worden gehecht en dat in beginsel niet van deze tabel wordt afgeweken. Verweerder mag bij het nemen van besluiten over de toekenning van en overgang naar een LFNP-functie ervan uitgaan dat toepassing van de voor het matchingsproces geldende regels tot de in de tabel vermelde uitkomst leidt en ter motivering mag in beginsel worden volstaan met een verwijzing naar de transponeringstabel.
4.4
Uit vorenbedoelde uitspraken volgt voorts dat het in artikel 3 van de Regeling neergelegde uitgangspunt dat matching plaatsvindt op basis van de formele (schriftelijke) functiebeschrijving van de korpsfunctie en dat voor de match met de meest vergelijkbare functie binnen het toegekende vakgebied de salarisschaal van de korpsfunctie in beginsel bepalend is, niet maakt dat aan de inhoud of de wijze van totstandkoming van de Regeling zodanige ernstige feilen kleven dat deze niet als grondslag kan dienen voor daarop in concrete gevallen te baseren besluiten. Het is aan de betrokken politieambtenaar om aannemelijk te maken dat de matching niet overeenkomstig de Regeling is geschied of dat het resultaat van de matching anderszins onhoudbaar is te achten. Het enkele feit dat een andere uitkomst ook verdedigbaar zou zijn geweest, is niet voldoende. Verder kan de politieambtenaar zich in dit verband niet beroepen op feiten of omstandigheden die hij reeds in het kader van de vaststelling van de uitgangspositie naar voren had kunnen brengen.
4.5
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, moet worden uitgegaan van de uitgangspositie zoals die in rechte is komen vast te staan. De rechtbank verwerpt de stelling van eiser dat bij de matching rekening had moeten worden gehouden met alle door hem feitelijk verrichte en aan hem opgedragen taken en werkzaamheden. Eiser kan zich thans niet beroepen op feiten en omstandigheden die hij in het kader van de vaststelling van de uitgangspositie naar voren had kunnen brengen, dan wel waarvoor hij functieonderhoud had kunnen aanvragen. Immers, uit de systematiek van de Regeling volgt dat de match op basis van de bij uitgangspositiebesluiten over de periode vanaf 31 december 2009 tot en met 31 december 2011 vastgestelde functiebeschrijving(en) wordt vastgesteld. Dit geldt zowel voor het vaststellen van het domein en het vakgebied als voor de LFNP-functie. Tijdelijke werkzaamheden spelen voorts geen rol bij de uitgangspositie en de matching die op basis daarvan plaatsvindt. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat de matching niet conform de Regeling heeft plaatsgevonden, dan wel anderszins onhoudbaar geacht moet worden.
4.6
Met betrekking tot de hardheidsclausule is in genoemde uitspraken van 1 juni 2015 overwogen dat de hardheidsclausule niet is bedoeld om (alsnog) rekening te houden met werkzaamheden waarvoor functieonderhoud gevraagd had kunnen worden of met extra werkzaamheden, specifieke werkzaamheden, bijzondere situaties en afspraken die in de uitgangspositie vastgelegd hadden kunnen zijn. De hardheidsclausule is niet bedoeld om de uitgangspositie te corrigeren. Voorts kan de omstandigheid dat een andere LFNP-functie binnen het vastgestelde vakgebied inhoudelijk bezien meer vergelijkbaar is, de toepassing van de hardheidsclausule evenmin rechtvaardigen. Dat een politieambtenaar kan overgaan naar een LFNP-functie waarvan de inhoud mogelijk (iets) afwijkt van zijn korpsfunctie, is inherent aan de (door de regelgever) bewust gekozen wijze waarop moet worden gematcht.
4.7
De benoeming van eiser in de functie hoofdinspecteur, schaal 11, dateert van na de peildatum en kan derhalve niet afdoen aan de juistheid van de matching, die is gebaseerd op de in rechte vaststaande uitgangspositie van Projectleider B. Verweerder heeft daarin dan ook in redelijkheid geen aanleiding hoeven zien voor toepassing van de hardheidsclausule.
5. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.B. Klaus, rechter, in aanwezigheid van C.H. Kuiper, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 21 december 2015.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.