In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 1 december 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een politieambtenaar, en de korpschef van politie. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de korpschef waarin haar een functie in het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP) was toegekend. Het primaire besluit, genomen op 16 december 2013, kende eiseres de functie van Assistent Intake & Service B toe, gewaardeerd in salarisschaal 5, met ingang van 1 januari 2012. Eiseres was het niet eens met deze toekenning en stelde dat de transponeringstabel, die als basis voor de functiewaardering diende, niet als een algemeen verbindend voorschrift kon worden aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat de transponeringstabel geen algemeen verbindend voorschrift is, maar dat dit motiveringsgebrek niet tot schending van de belangen van eiseres heeft geleid. De rechtbank concludeerde dat de korpschef de Regeling onjuist had toegepast door eiseres in het vakgebied Intake & Service te plaatsen, terwijl het zwaartepunt van haar functie meer lag op toezicht en handhaving. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg de korpschef op om een nieuw besluit te nemen, waarbij het betaalde griffierecht en de proceskosten aan eiseres vergoed moesten worden.