ECLI:NL:RBNHO:2015:11334
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning en overgang naar een LFNP-functie voor politieambtenaar met geschil over functiewaardering en matching
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 1 december 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een politieambtenaar, en de korpschef van politie. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de toekenning van een functie in het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP) en de bijbehorende functiewaardering. Het primaire besluit, genomen op 16 december 2013, kende eiseres de functie Bedrijfsvoeringspecialist C toe, gewaardeerd in salarisschaal 11, met ingang van 1 januari 2012. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en stelde beroep in tegen het bestreden besluit van 31 juli 2014, waarin haar bezwaar ongegrond werd verklaard.
De rechtbank heeft in haar overwegingen de procedure rondom de invoering van het LFNP en de bijbehorende matching van functies uiteengezet. Eiseres voerde aan dat de transponeringstabel, die als bijlage bij de Regeling overgang naar een LFNP functie is gevoegd, niet als een algemeen verbindend voorschrift kan worden aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat, hoewel het bestreden besluit ondeugdelijk gemotiveerd was, dit motiveringsgebrek niet tot schending van de belangen van eiseres had geleid, en passeerde het gebrek op grond van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht.
Eiseres betwistte ook de indeling van haar functie in het domein Ondersteuning en stelde dat deze onder het domein Uitvoering zou moeten vallen. De rechtbank concludeerde dat de indeling van de functie niet onbegrijpelijk was en dat eiseres niet had aangetoond dat de matching niet overeenkomstig de Regeling was geschied. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees op de mogelijkheid voor eiseres om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.