Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
4.Het verweer
begrijpt niet dat Menzis nogmaals een rechtszaak tegen hem aanspant, er is geen openstaande verplichting meer jegens Menzis. [gedaagde] vraagt zich af of het GGN is die thans jegens hem procedeert.
5.De beoordeling
´
Menzis stelt zich uitdrukkelijk op het standpunt dat zij [gedaagde] terecht in rechte heeft kunnen betrekken. Dat Menzis in een eerdere procedure om doorhaling heeft verzocht doet hier niets aan af.´
De kantonrechter is van oordeel dat van een dergelijke situatie in deze zaak sprake is. Menzis heeft het verweer van [gedaagde] dat de zaak was definitief beëindigd en daarmee dat hij erop mocht vertrouwen dat hij niet langer in rechte werd betrokken door Menzis over deze kwestie, niet althans onvoldoende weersproken. Menzis heeft geen enkele informatie verstrekt over de reden van de eerdere doorhaling, in de dagvaarding is daar zelfs met geen woord over gerept.