In deze zaak heeft de huurder, aangeduid als [huurder], zich met succes verzet tegen een inkomensafhankelijke huurprijsverhoging die door de verhuurder, Stichting Kennemer Wonen, was doorgevoerd. De huurder had een woning gehuurd sinds 30 januari 2009 en was in februari 2014 gehuwd met mevrouw [X]. Na hun huwelijk daalde hun gezamenlijk inkomen, wat leidde tot een huurverhoging van 6,5% door Kennemer Wonen, gebaseerd op inkomensgegevens van 2012. De huurder voerde aan dat de verhuurder ten onrechte deze gegevens had gebruikt en dat de huurprijsverhoging niet in overeenstemming was met hun actuele financiële situatie.
De kantonrechter oordeelde dat de verhuurder zich niet had mogen baseren op de inkomensgegevens van 2012, maar op de gegevens van 2014, toen het inkomen van de huurder en zijn echtgenote was gedaald. De rechter stelde vast dat de huurprijs met ingang van 1 juli 2014 niet met 6,5% maar met maximaal 4% verhoogd had mogen worden. De kantonrechter heeft de huurprijs vastgesteld op € 575,40 per maand en bepaald dat Kennemer Wonen het teveel betaalde bedrag aan de huurder moest terugbetalen. Tevens werd Kennemer Wonen veroordeeld in de proceskosten van de huurder.
Deze uitspraak benadrukt het belang van actuele inkomensgegevens bij het doorvoeren van huurprijsverhogingen en de rechten van huurders om zich te verzetten tegen onterecht toegepaste verhogingen. De beslissing is genomen op 23 december 2015 door de kantonrechter M. Hoendervoogt en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.