In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 26 november 2015 uitspraak gedaan in een deelgeschil over aansprakelijkheid na een verkeersongeval dat plaatsvond op 5 mei 2012. Verzoeker, die letselschade had opgelopen, verzocht de rechtbank te verklaren dat de verweerders hoofdelijk aansprakelijk waren voor de door hem geleden schade. De rechtbank heeft vastgesteld dat het ongeval tussen verzoeker en verweerder 1, die met zijn auto op de snelweg stilstond, het gevolg was van een eerder ongeval tussen verweerder 3 en verweerder 1. De rechtbank oordeelde dat verweerder 3 aansprakelijk was voor de schade van verzoeker, omdat hij het eerste ongeval had veroorzaakt, waardoor de auto van verweerder 1 op de snelweg tot stilstand kwam. De rechtbank heeft echter ook geoordeeld dat verzoeker een eigen schuld had van 50% vanwege zijn rijgedrag en het niet aanpassen van zijn snelheid aan de verkeerssituatie. De aansprakelijkheid van verweerder 1 werd afgewezen, omdat niet kon worden vastgesteld dat hij niet voldoende maatregelen had genomen om andere weggebruikers te waarschuwen. De rechtbank heeft de kosten van het deelgeschil begroot op € 5.438,80, maar verweerder 1 werd niet veroordeeld tot betaling van deze kosten, omdat zijn aansprakelijkheid niet was komen vast te staan. De rechtbank heeft ASR, de verzekeraar van verweerder 1, gehouden om de schade van verzoeker te vergoeden, met inachtneming van de eigen schuld van verzoeker.