ECLI:NL:RBNHO:2015:1087
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Definitieve vaststelling huurtoeslag en terugvordering voorschot huurtoeslag 2011
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 13 februari 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Belastingdienst/Toeslagen over de definitieve vaststelling van de huurtoeslag voor het jaar 2011. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de nihilstelling van haar huurtoeslag en de terugvordering van het voorschot van € 504,-. De Belastingdienst/Toeslagen had eerder het bezwaar van eiseres gegrond verklaard, maar in een later besluit de huurtoeslag op € 0,- vastgesteld. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, omdat zij van mening was dat zij recht had op huurtoeslag en dat de terugvordering onterecht was.
De rechtbank heeft allereerst de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld. Op basis van eerdere jurisprudentie heeft de rechtbank geoordeeld dat de brief van de Belastingdienst/Toeslagen van 30 juli 2014 als een voor beroep vatbaar besluit moet worden aangemerkt. De rechtbank heeft vervolgens de motivering van het bestreden besluit beoordeeld en vastgesteld dat de besluiten van de Belastingdienst/Toeslagen onvoldoende motivering bevatten. De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit vernietigd moet worden wegens strijd met de Algemene wet bestuursrecht.
In de inhoudelijke beoordeling heeft de rechtbank vastgesteld dat eiseres in 2011 niet voldeed aan de voorwaarden voor het verkrijgen van huurtoeslag, omdat de basishuur hoger was dan de rekenhuur. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de Belastingdienst/Toeslagen terecht de huurtoeslag op € 0,- heeft vastgesteld en het voorschot van eiseres heeft teruggevorderd. De rechtbank heeft de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten en bepaald dat de Belastingdienst/Toeslagen het griffierecht aan eiseres moet vergoeden.