In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 9 december 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een politieambtenaar, en de korpschef van politie. Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit van de korpschef, waarin haar een functie uit het Landelijk Functiegebouw Politie (LFNP) was toegekend. Eiseres was op 1 januari 2012 overgegaan naar de functie Operationeel Specialist A, gewaardeerd op schaal 9. Eiseres stelde dat het bestreden besluit onbevoegd was genomen en deed een beroep op de hardheidsclausule, omdat zij in 2011 was voorgedragen voor het Kandidatenprogramma, wat haar kansen op een hogere functie had moeten vergroten. De rechtbank oordeelde dat de korpschef in redelijkheid geen aanleiding had hoeven zien om de hardheidsclausule toe te passen. Eiseres was aangesteld in een functie op schaal 9 en had de mogelijkheid om zich te bewijzen in hogere functies. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van onbillijkheden van overwegende aard of een bijzondere situatie die niet door de regelgever was voorzien. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.