ECLI:NL:RBNHO:2015:10669

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 oktober 2015
Publicatiedatum
7 december 2015
Zaaknummer
4438122
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing vordering gijzeling op basis van betalingsonwil na oplegging geldboete

In deze zaak heeft de officier van justitie een vordering ingediend om de machtiging te verkrijgen voor het toepassen van het dwangmiddel gijzeling tegen een betrokkene. Deze vordering is gebaseerd op het feit dat aan de betrokkene een administratieve sanctie, in de vorm van een geldboete, is opgelegd, welke niet is betaald. De zaak is behandeld op 1 oktober 2015, waarbij niemand ter zitting is verschenen. De kantonrechter heeft overwogen dat gijzeling een dwangmiddel is dat alleen in uiterste noodzaak mag worden toegepast, en dat hiervoor moet worden aangetoond dat de betrokkene in staat is om de geldboete te betalen.

De officier van justitie heeft gesteld dat er geen sprake is van betalingsonmacht, maar van betalingsonwil. De kantonrechter is van oordeel dat voldoende bewijs is geleverd dat de betrokkene in staat is om de geldboete te betalen, en dat er sprake is van betalingsonwil. Dit blijkt uit de overgelegde stukken, waaruit blijkt dat de betrokkene in de periode van november 2014 tot juli 2015, na eerdere dwangmiddelen, een totaalbedrag van ongeveer € 3.000,00 aan boetes heeft betaald. Er zijn geen aanwijzingen dat de betrokkene in financiële problemen verkeert, aangezien hij niet geregistreerd staat in relevante registers en recentelijk als kentekenhouder van een voertuig is geregistreerd.

De kantonrechter heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en machtigt de officier tot het toepassen van het dwangmiddel gijzeling voor een periode van veertien dagen. Deze machtiging is onder voorwaarden gegeven, waaronder dat er geen sprake mag zijn van ondercuratelestelling, onderbewindstelling, faillissement of een wettelijke schuldsaneringsregeling ten aanzien van de betrokkene, en dat er geen detentie-ongeschiktheid mag zijn die de gijzeling in de weg staat. De beslissing is genomen door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton – locatie Zaanstad
Zaaknr.: 4438122 \ WM VERZ 15-1309 en 4438131 \ WM VERZ 15-1310
CJIB-nummer: [nummer]
Uitspraakdatum: 29 oktober 2015
Beslissing op een vordering als bedoeld in artikel 28 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van:
[naam]
[adres]
[woonplaats]
hierna te noemen betrokkene.

Het verloop van de procedure

De officier van justitie heeft een vordering ingesteld om te worden gemachtigd tot het toepassen van het dwangmiddel gijzeling, voor de duur van het in de vordering genoemde aantal dagen. De vordering is gegrond op het feit dat aan betrokkene een administratieve sanctie, een geldboete, is opgelegd en dat deze sanctie en de verhogingen niet zijn betaald.
De zaak is behandeld ter zitting van 1 oktober 2015. Ter zitting is niemand verschenen.

Overwegingen

Gijzeling is een dwangmiddel waartoe alleen in uiterste noodzaak mag worden overgegaan en is bedoeld om degene die wel kan, maar niet wil betalen, tot betaling aan te zetten. Een machtiging tot het toepassen van dit dwangmiddel kan dan ook alleen worden gegeven als blijkt dat degene aan wie de geldboete is opgelegd, deze kan betalen.
De officier van justitie heeft onder verwijzing naar de overgelegde stukken gesteld dat geen sprake is van betalingsonmacht, maar van betalingsonwil.
De kantonrechter is van oordeel dat voldoende is gebleken dat betrokkene in staat is tot het betalen van de geldboete en dat sprake is van betalingsonwil. Doorslaggevend daarvoor is dat uit de door de officier van justitie overgelegde stukken blijkt dat betrokkene in de periode van november 2014 tot en met juli 2015 na eerdere toepassing van dwangmiddelen, waaronder buitengebruikstelling voertuig en inname rijbewijs, boetes heeft betaald tot een totaal bedrag van ongeveer € 3.000,00. Er zijn daarnaast geen aanwijzingen dat sprake is van betalingsonmacht. Uit eerdergenoemde stukken blijkt dat betrokkene niet is opgenomen in het Centraal Curatele- en bewindregister of het Centraal Insolventieregister, en op 17 augustus 2015 als kentekenhouder van een (ander) voertuig werd geregistreerd, welk voertuig verzekerd en APK-gekeurd is. Gelet op deze gegevens is toepassing van het dwangmiddel gijzeling gerechtvaardigd.
De vordering van de officier van justitie zal dus worden toegewezen.
De machtiging tot het toepassen van het dwangmiddel gijzeling zal worden gegeven onder de hierna genoemde voorwaarde.

De beslissing

De kantonrechter:
 wijst de vordering toe en machtigt de officier van justitie tot het toepassen van het dwangmiddel gijzeling van betrokkene voor veertien dagen;
 de machtiging wordt gegeven onder de voorwaarde dat thans en bij het in gijzeling stellen van betrokkene geen sprake is van ondercuratelestelling, onderbewindstelling, faillissement of een wettelijke schuldsaneringsregeling ten aanzien van betrokkene, en dat geen sprake is van detentie-ongeschiktheid van betrokkene, waaronder begrepen medische, sociale of gezinsomstandigheden die in de weg staan aan gijzeling.
Deze beslissing is gegeven door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en in het openbaar uitgesproken.
De griffier
De kantonrechter