Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de straf
- het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 12 oktober 2015, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld;
- het ten aanzien van verdachte opgestelde reclasseringsadvies, gedateerd 21 oktober 2015, waaruit onder meer volgt dat verdachte bij FPK De Waag in Zaandam aan risicofactoren in zijn leven heeft gewerkt en goede resultaten heeft geboekt, waardoor voortzetting van het toezicht in het kader van bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijke strafoplegging geen toegevoegde waarde meer zal hebben en dit toezicht derhalve niet langer geïndiceerd is.
7.Vordering benadeelde partij [slachtoffer] en schadevergoedingsmaatregel
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
VIERENTWINTIG (24) MAANDEN, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot
TWAALF (12) MAANDEN,
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op DRIE (3) JAREN bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 690,94, geheel bestaande uit materiële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, aan [slachtoffer], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
DERTIEN (13) DAGENhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;