Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Bewijs
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] d.d. 13 maart 2015 (dossier met parketnummer 15/870258-15, pagina’s 22-25);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 maart 2015 (dossier met parketnummer 15/870258-15, pagina’s 26-49);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 maart 2015 (dossier met parketnummer 15/870258-15, pagina’s 50-53);
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] d.d. 17 december 2014 met bijlagen (dossier met parketnummer 15/029586-15, pagina’s 24-72);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] d.d. 12 februari 2015 (dossier met parketnummer 15/029586-15, pagina’s 89-91);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 februari 2015 (dossier met parketnummer 15/029586-15, pagina’s 103-104).
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de straf
- het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 17 maart 2015, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld;
- het ten aanzien van verdachte opgestelde reclasseringsadvies, gedateerd 19 augustus 2015, waaruit onder meer volgt dat verdachte haar gedrag legitimeert vanuit haar woede over het verloop van omgangsregeling met haar zoon, dat er problemen zijn op het vlak van emotieregulatie en het derhalve wenselijk wordt geacht als verdachte contact houdt met de reclassering en zich laat behandelen.
7.Toepasselijke wettelijke voorschriften
8.Beslissing
TWEE (2) MAANDEN, met bevel dat deze straf
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op DRIE (3) JAREN bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
ZESTIG (60) URENtaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet (naar behoren) verrichten daarvan te vervangen door dertig (30) dagen hechtenis.