ECLI:NL:RBNHO:2015:10370

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 november 2015
Publicatiedatum
27 november 2015
Zaaknummer
870258-15
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belaging en bedreiging van ex-partner met ernstige inbreuk op persoonlijke levenssfeer

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 26 november 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan belaging van haar ex-partner, de vader van haar kind. De verdachte heeft gedurende een periode van meer dan twee maanden, van oktober tot en met december 2014, een aanzienlijke hoeveelheid bedreigende sms- en whatsapp-berichten naar het slachtoffer gestuurd. Deze berichten bevatten ernstige bedreigingen, waaronder uitspraken als 'Ik ga jouw doodskist kopen' en 'Je gaat naar de hel'. Daarnaast heeft de verdachte het slachtoffer herhaaldelijk gebeld en is zij voor de woning van de ouders van het slachtoffer gaan schreeuwen en op de ramen en deuren gaan bonken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte stelselmatig inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer, met het oogmerk om hem te dwingen iets te doen of om hem vrees aan te jagen.

De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de ten laste gelegde feiten en heeft haar een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden opgelegd, met een proeftijd van drie jaar. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 60 uur, die vervangen kan worden door 30 dagen hechtenis bij niet-naleving. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering en een behandelverplichting voor emotieregulatie. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de impact op het slachtoffer en de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd. De verdachte heeft zich na eerdere waarschuwingen van de officier van justitie niet aan de gedragsaanwijzingen gehouden, wat de rechtbank extra zwaar heeft aangerekend.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/870258-15 en 15/029586-15 (ter berechting gevoegd) (P)
Uitspraakdatum: 26 november 2015
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 12 november 2015 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Brazilië),
ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens op het adres [adres].
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. E. Visser en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. J. Kluivers, advocaat te Haarlem, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
feit 1
zij in of omstreeks de periode van 20 februari 2015 tot en met 13 maart 2015 te Haarlem, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer], in elk geval van een ander, met het oogmerk die [slachtoffer], in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft zij, verdachte, (bijna) dagelijks, althans vele malen (meermalen per dag) te bellen naar de naar de telefoon van die [slachtoffer] en/of sms-berichten en/of e-mails te sturen naar die [slachtoffer];
feit 2
primair
zij in of omstreeks de periode van 25 oktober 2014 tot en met 17 december 2014 te Heemstede en/of te Haarlem, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer], in elk geval van een ander, met het oogmerk die [slachtoffer], in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft zij, verdachte,
- tussen 9 november 2014 en 17 december 2014 vanaf het telefoonnummer [telefoonnummer 1] een (aanzienlijke/grote) hoeveelheid sms-berichten en/of whatsapp-berichten naar die [slachtoffer] gestuurd waaronder
*(op 19 november 2014) 22 berichten met onder meer de volgende woorden "ik ga jouw dooskist kopen" en/of "je begraven" en/of "Je zal zien wat je te wachten staat" en/of "Je gaat naar de hel" en/of
*(op 5 december 2014) tien berichten met onder meer de volgende woorden "Oorlog die je wil, zullen we hebben, en veel. Laten we kijken wie het eerst sterft, of ik of jouw moeder of vader." en/of "Ik maak jullie allemaal af, jouw vader en jouw moeder, ik begraaf ze dit jaar nog" en/of "Ik ga jouw leven een hel maken" en/of "Ik ga naar de gevangenis met kerst, maar ik ga gelukkig" en/of "Ik maak alles kapot" en/of "Ik heb niet te verliezen" en/of "Mijn kind gaat samen met mij. Het gaat je niet lukken te leven en dat zal mijn blijdschap zijn", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- tussen 25 oktober 2014 en 17 december 2014 vanaf het telefoonnummer [telefoonnummer 2] een (aanzienlijke/grote) hoeveelheid sms-berichten en/of whatsapp-berichten naar die [slachtoffer] gestuurd waaronder
* (op 1 november 2014) vier berichten met onder meer de volgende woorden "Ik ga je laten vermoorden zeker! Je gaat zien, ik stuur je naar de hel (...)" en/of "ik ga je nog meer kapot maken, financieel ben je dat al" en/of "ik ga je ouders lastig vallen hahaha (kkkk)ik ben nu aan het bellen haha" en/of
* (op 23 november 2014) elf berichten met onder meer de volgende woorden "Morgen zal je zien wat er gebeurt, hou je vast" en/of "Zodat je leert en het laat om een hoerenzoon te zijn. Wat morgen gebeurt daar blijf je de rest van je leven mee zitten, met spijt...." en/of "Jij zal zien, als ik [kind] niet heb, dan zal jij hem ook niet hebben" en/of "Ik verkies liever weg te rotten in de gevangenis voor een misdaad, maar jij zal niet mijn zoon hebben" en/of "Ik
kom nu naar je deur om een hel te maken" en/of "Jij moet maar genieten, het einde is nabij.. van al deze problemen..jij zal rust hebben, ik en [kind] ook saampjes" en/of "Ben je vergeten. Ik heb vrijdags...ik neem [kind] mee naar het toilet en klaar", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- op 7 november 2014 voor de woning van de ouders van die [slachtoffer] hard heeft staan schreeuwen en hard op de ramen en deuren van die woning het gebonkt en/of geslagen en/of - tussen 1 november 2014 en 17 december 2014 veelvuldig naar de mobiele telefoon van die [slachtoffer] heeft gebeld;
subsidiair
Zij in of omstreeks de periode van 25 oktober 2014 tot en met 17 december 2014 te Heemstede en/of te Haarlem, althans in Nederland [slachtoffer] in een of meerdere sms-bericht(en) en/of whatsapp-bericht(en) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte voornoemde [slachtoffer] opzettelijk dreigend de woorden toegevoegd:
- ( op 19 november 2014) "Ik ga jouw doodskist kopen" en/of "je begraven" en/of "Je zal zien wat je te wachten staat" en/of "Je gaat naar de hel" en/of
- ( op 5 december 2014) "Oorlog die je wil, zullen we hebben, en veel. Laten we kijken wie het eerst sterft, of ik of jouw moeder of jouw vader" en/of "Ik maak jullie allemaal af, jouw vader en jouw moeder. ik begraaf ze dit jaar nog" en/of "Ik ga jouw leven een hel maken" en/of 'Ik ga naar de gevangenis met kerst, maar ik ga gelukkig" en/of "ik maak alles kapot" en/of "Ik heb niets te verliezen" en/of "Mijn kind gaat samen met mij. Het gaat je niet lukken te leven en dat zal mijn blijdschap zijn" en/of
- ( op 1 november 2014) "Ik ga je laten vermoorden zeker! Je gaat zien, ik stuur je naar de hel (...)" en/of "Ik ga je nog meer kapot maken,financieel ben je dat al" en/of
- ( op 23 november 2014) "Morgen zal je zien wat er gebeurt, hou je vast" en/of "Zodat je leert en het laat om een hoerenzoon te zijn. Wat morgen gebeurt daar blijf je de rest van je leven mee zitten, met spijt..." en/of "Jij zal zien, als ik [kind] niet heb, dan zal jij hem ook niet hebben" en/of "Ik verkies liever weg te rotten in de gevangenis voor een misdaad, maar jij zal niet mijn zoon hebben" en/of "Ik kom nu naar je deur om een hel te maken" en/of "Jij moet maar genieten, het einde is nabij...van al deze problemen...jij zal rust hebben, ik en [kind] ook saampjes" en/of "'Ben je vergeten, ik heb vrijdags...ik neem [kind] mee naar het toilet en klaar", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten.
3.2.
Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens haar geen vrijspraak is bepleit – zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
ten aanzien van feit 1
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] d.d. 13 maart 2015 (dossier met parketnummer 15/870258-15, pagina’s 22-25);
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 maart 2015 (dossier met parketnummer 15/870258-15, pagina’s 26-49);
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 maart 2015 (dossier met parketnummer 15/870258-15, pagina’s 50-53);
ten aanzien van feit 2
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] d.d. 17 december 2014 met bijlagen (dossier met parketnummer 15/029586-15, pagina’s 24-72);
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] d.d. 12 februari 2015 (dossier met parketnummer 15/029586-15, pagina’s 89-91);
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 februari 2015 (dossier met parketnummer 15/029586-15, pagina’s 103-104).
3.3.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
feit 1
zij in de periode van 20 februari 2015 tot en met 13 maart 2015 te Haarlem, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer], met het oogmerk die [slachtoffer] te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft zij, verdachte, (bijna) dagelijks meermalen per dag gebeld naar de telefoon van die [slachtoffer] en] sms-berichten en e-mails verstuurd naar die [slachtoffer];
feit 2
primair
zij in de periode van 25 oktober 2014 tot en met 17 december 2014 te Heemstede en te Haarlem, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer], met het oogmerk die [slachtoffer] te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft zij, verdachte,
- tussen 9 november 2014 en 17 december 2014 vanaf het telefoonnummer [telefoonnummer 1] een grote hoeveelheid sms-berichten en whatsapp-berichten naar die [slachtoffer] gestuurd waaronder
*(op 19 november 2014) 22 berichten met onder meer de volgende woorden "ik ga jouw dooskist kopen" en "je begraven" en "Je zal zien wat je te wachten staat" en "Je gaat naar de hel" en
*(op 5 december 2014) tien berichten met onder meer de volgende woorden "Oorlog die je wil, zullen we hebben, en veel. Laten we kijken wie het eerst sterft, of ik of jouw moeder of vader." en "Ik maak jullie allemaal af, jouw vader en jouw moeder, ik begraaf ze dit jaar nog" en "Ik ga jouw leven een hel maken" en "Ik ga naar de gevangenis met kerst, maar ik ga gelukkig" en/of "Ik maak alles kapot" en "Ik heb niet te verliezen" en "Mijn kind gaat samen met mij. Het gaat je niet lukken te leven en dat zal mijn blijdschap zijn" en
- tussen 25 oktober 2014 en 17 december 2014 vanaf het telefoonnummer [telefoonnummer 2] een grote hoeveelheid sms-berichten en whatsapp-berichten naar die [slachtoffer] gestuurd waaronder
* (op 1 november 2014) vier berichten met onder meer de volgende woorden "Ik ga je laten vermoorden zeker! Je gaat zien, ik stuur je naar de hel (...)" en "ik ga je nog meer kapot maken, financieel ben je dat al" en "ik ga je ouders lastig vallen hahaha (kkkk)ik ben nu aan het bellen haha" en/
* (op 23 november 2014) elf berichten met onder meer de volgende woorden "Morgen zal je zien wat er gebeurt, hou je vast" en "Zodat je leert en het laat om een hoerenzoon te zijn. Wat morgen gebeurt daar blijf je de rest van je leven mee zitten, met spijt...." en "Jij zal zien, als ik [kind] niet heb, dan zal jij hem ook niet hebben" en "Ik verkies liever weg te rotten in de gevangenis voor een misdaad, maar jij zal niet mijn zoon hebben" en "Ik kom nu naar je deur om een hel te maken" en "Jij moet maar genieten, het einde is nabij.. van al deze problemen..jij zal rust hebben, ik en [kind] ook saampjes" en "Ben je vergeten. Ik heb vrijdags...ik neem [kind] mee naar het toilet en klaar" en
- op 7 november 2014 voor de woning van de ouders van die [slachtoffer] hard heeft staan schreeuwen en hard op de ramen en deuren van die woning het gebonkt en
- tussen 1 november 2014 en 17 december 2014 veelvuldig naar de mobiele telefoon van die [slachtoffer] heeft gebeld.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
belaging, meermalen gepleegd.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de straf

6.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie (3) maanden, onder algemene en bijzondere voorwaarden te weten een meldplicht bij Reclassering Nederland en een behandelverplichting op het gebied van emotieregulatie, met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast vordert de officier van justitie verdachte te veroordelen tot een taakstraf van 60 uur, te vervangen door 30 dagen vervangende hechtenis bij het niet verrichten daarvan.
6.2.
Standpunt van de verdediging
Door de raadsvrouw van verdachte is onder meer naar voren gebracht dat verdachte tot het plegen van de feiten is gekomen door een langlopende vechtscheiding met de vader van haar kind. Verdachte staat open voor het verrichten van een taakstraf. De feiten legitimeren geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf, vooral niet omdat de situatie voor [slachtoffer] niet bedreigend is geweest. De raadsvrouw verzoekt een voorwaardelijke taakstraf onder de bijzondere voorwaarde zoals voorgesteld door de reclassering op te leggen.
6.3.
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich geruime tijd schuldig gemaakt aan belaging (stalking) van het slachtoffer [slachtoffer], zijnde verdachtes ex-partner en tevens de vader van haar kind. Verdachte heeft door haar vele (pogingen tot) telefoongesprekken, berichten en het langsgaan bij het huis van de ouders van het slachtoffer een ernstige inbreuk gemaakt op zijn persoonlijke levenssfeer. Het slachtoffer heeft hier veel last en hinder van ondervonden.
De rechtbank rekent het verdachte nog eens extra aan dat zij, nadat zij op 25 februari 2015 was aangehouden voor bedreiging, en toen een gedragsaanwijzing had gekregen van de officier van justitie, zich van die waarschuwingen niets heeft aangetrokken. In de periode van 26 februari 2015 tot en met 5 maart 2015 heeft zij in weerwil van die aanwijzing maar liefst 197 sms-berichten naar het slachtoffer gestuurd. Dat zijn de feiten waarop het eerste bewezenverklaarde feit onder meer doelt.
De rechtbank constateert met enige zorg dat ook uit de houding van verdachte ter terechtzitting en uit de daar door haar gedane uitlatingen naar voren komt dat zij eigenlijk nog steeds van oordeel is dat zij op deze manier mag communiceren met haar ex-partner en vader van hun kind, als aan de kant van die ex-partner afspraken over het kind in haar ogen niet of niet voldoende worden nagekomen.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
  • het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 17 maart 2015, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld;
  • het ten aanzien van verdachte opgestelde reclasseringsadvies, gedateerd 19 augustus 2015, waaruit onder meer volgt dat verdachte haar gedrag legitimeert vanuit haar woede over het verloop van omgangsregeling met haar zoon, dat er problemen zijn op het vlak van emotieregulatie en het derhalve wenselijk wordt geacht als verdachte contact houdt met de reclassering en zich laat behandelen.
De door de officier van justitie gevorderde straf is overeenkomstig de straffen die in soortgelijke gevallen plegen te worden opgelegd. De rechtbank ziet in de persoon van verdachte en de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd eveneens grond voor een voorwaardelijke gevangenisstraf, maar zal deze enigszins matigen. De proeftijd zal de rechtbank langer stellen dan door de officier van justitie gevorderd, zodat verdachte nog langer een straf boven het hoofd hangt teneinde haar te weerhouden zich opnieuw schuldig te maken aan enig strafbaar feit. Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot een onvoorwaardelijke taakstraf.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal echter bepalen dat deze straf vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van drie (3) jaren, opdat verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd schuldig te maken aan een strafbaar feit.
Daarnaast acht de rechtbank verplicht contact met en begeleiding door de reclassering noodzakelijk. Voorwaarden van die strekking zullen aan het voorwaardelijk deel van de op te leggen straf worden verbonden.
Alles afwegende is de rechtbank voorts van oordeel dat een taakstraf bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid van het na te noemen aantal uren moet worden opgelegd.

7.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57 en 285b van het Wetboek van Strafrecht.

8.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.3. weergegeven;
verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt haar daarvan vrij;
bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
TWEE (2) MAANDEN, met bevel dat deze straf
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op DRIE (3) JAREN bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
-zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
-ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
-medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
meldplicht
stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich binnen vijf dagen volgend op het onherroepelijk worden van het vonnis zal melden bij Reclassering Nederland op het adres Zijlweg 148c te Haarlem en zich hierna zal blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
behandelverplichting
stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich zal laten behandelen voor emotieregulatie bij forensisch psychiatrische polikliniek De Waag of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die haar in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
veroordeelt verdachte tot het verrichten van
ZESTIG (60) URENtaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet (naar behoren) verrichten daarvan te vervangen door dertig (30) dagen hechtenis.
bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht, met dien verstande dat voor elke dag die verdachte in verzekering heeft doorgebracht twee uren taakstraf, subsidiair één dag hechtenis, in mindering worden gebracht;
heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. I.A.M. Tel, voorzitter,
mr. M. Daalmeijer en mr. B.E.P. Myjer, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.J. de Vries, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van donderdag 26 november 2015.
Mr. Myjer is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.