ECLI:NL:RBNHO:2015:10205

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 juli 2015
Publicatiedatum
23 november 2015
Zaaknummer
4086335 \ EJ VERZ 15-169
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging besluit algemene ledenvergadering VvE wegens onaanvaardbaarheid

In deze zaak hebben verzoekers, allen eigenaars van een appartementsrecht in een appartementencomplex, een verzoek ingediend om een besluit van de algemene ledenvergadering van de Vereniging van Eigenaren (VvE) te vernietigen. Dit besluit, genomen op 23 april 2015, weigerde het verzoek van de verzoekers om de bestuurder van de VvE, de heer [voorletters] [de bestuurder], te ontslaan. De verzoekers voerden aan dat de inhoud van een e-mail van de bestuurder, verzonden op 5 april 2015, hen ernstig had beledigd en dat de weigering van de VvE om hun motie in behandeling te nemen, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar was.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de algemene vergadering ten onrechte heeft aangenomen dat de e-mail van de bestuurder een privé-uiting was. De rechter oordeelde dat de e-mail onderdeel uitmaakte van een correspondentie die betrekking had op VvE-zaken en dat de beledigende inhoud niet kon worden genegeerd. De rechter vernietigde het besluit van de algemene ledenvergadering om het verzoek van de verzoekers niet in behandeling te nemen, maar wees de overige verzoeken van de verzoekers af. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg.

Deze uitspraak benadrukt het belang van redelijkheid en billijkheid binnen VvE's en de verantwoordelijkheden van bestuurders tegenover de leden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Alkmaar
Zaaknr/repnr.: 4086335 \ EJ VERZ 15-169 WD
Uitspraakdatum: 10 juli 2015
Beschikking in de zaak van:

1.mw. [A] , wonende Fien de la Marstraat 32, [plaats] ,

2. dhr.
[B], eigenaar appartement [adres] ,
3. dhr.
[C], eigenaar appartement [Adres] ,
4. dhr.
[D], eigenaar appartement [(plaats)] ,
v e r z o e k e r s[hierna te noemen: verzoekers],
gemachtigde: de heer [E] , echtgenoot van verzoekster sub 1,
tegen
de VERENIGING VAN EIGENAARS APPARTEMENTENGEBOUW [vve]
(even nummers)te [plaats] [hierna te noemen: de VVE],
v e r w e e r s t e r[hier te noemen: de VVE]
verschenen bij de heer [voorletters] [de bestuurder] , voorzitter van het bestuur van de VVE,
tevens eigenaar van appartement [(adres)] , [plaats] .
De heer [E] zal worden aangeduid als [e] . Mevrouw [A] zal worden aangeduid als [a] .

1.Het procesverloop

Verzoekers hebben op 29 april 2015 een verzoekschrift ingediend.
Daarop heeft de vve bij verweerschrift op 7 mei 2015 gereageerd.
Op 1 en 15 juni 2015 heeft de kantonrechter nog brieven ontvangen van verzoekers.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 1 juli 2015, alwaar partijen zijn verschenen en verzoekers het woord hebben doen voeren aan de hand van een pleitnota, die is overgelegd.
Van de mondelinge behandeling heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
Tenslotte is heden uitspraak bepaald.

2.De uitgangspunten

2.1.
Verzoekers zijn allen eigenaars van een appartementsrecht in het Appartementengebouw [VVE] (even nummers) te [plaats] en in die hoedanigheid lid van VvE [(vve)] (hierna: de vve).
2.2.
De heer [voorletters] [de bestuurder] (hierna: [de bestuurder] ) is enig bestuurder van de vve.
2.3.
Bij e-mail van 1 april 2015 van [e] aan [de bestuurder] wordt namens verzoekers verzocht om binnen een bepaalde termijn een algemene ledenvergadering te houden. Deze e-mail is de eerste in een reeks van tussen [e] en [de bestuurder] over en weer verzonden e-mails. Tot deze e-mails behoort voorts een e-mail van [de bestuurder] aan [e] van 5 april 2015.
2.4.
Naar aanleiding van deze op 5 april 2015 verzonden e-mail hebben verzoekers bij brief van 11 april 2015, verzonden aan [de bestuurder] en aan de afzonderlijke leden van de vve, verzocht om onmiddellijk na aanvang van na te melden vergadering de volgende motie in stemming te brengen:
“De vergadering, kennis genomen hebbende van de in haar ogen ontoelaatbare beledigingen door de heer [voorletters] [de bestuurder] , schriftelijk geuit aan het adres van de heer [E] — gebruiker van de appartementsrechten van mevrouw [(a)] — [(A)] — ontslaat met onmiddellijke ingang de heer [Voorletters] [de bestuurder] uit de functie van bestuurder van de VvE “ [(vve)] (even nummers) te [plaats] “en ontneemt hem alle bevoegdheden die met deze functie samenhangen of hem anderszins op enig gebied in de VvE zijn toevertrouwd.”
2.5.
De door verzoekers verzochte vergadering heeft plaatsgevonden op 23 april 2015. [de bestuurder] is aldaar als voorzitter opgetreden. De notulen van deze vergadering luiden, voor zover van belang, als volgt:
“1. Opening en mededelingen
(…)
De voorzitter stelt voor om zelf de vergadering voor te zitten (…)
[(E)] heeft samen met zijn gemachtigden hier bezwaar tegen en geeft aan dat vanwege de brief wat, op persoonlijke titel, van dhr. [de bestuurder] aan hem gericht is, het onmogelijk is dat de
voorzitter van de VvE kan aanblijven.
Dhr. [de bestuurder] wil het bezwaar van [(E)] bij de aanwezige leden ter stemming brengen. Dhr. [de bestuurder] geeft aan dat hij op persoonlijke titel een brief aan [(E)] heeft gericht waarbij hij aangeeft dat iedereen er iets van kan vinden, maar dat het een privé uiting was, wat alleen aan het adres van [(E)] was gericht. Als dhr. [de bestuurder] vanuit zijn bestuurdersrol van de VvE zijn brief aan [(E)] zou hebben gericht, dan zou hij het logisch vinden dat de bestuurder zijn boek te buiten zou zijn gegaan en de functie van bestuurder en voorzitter van de VvE, per direct, ter beschikking zou stellen. De aanwezige leden geven aan dat het een privé aangelegenheid is en niet hierin gekend willen worden. Het heeft niets te maken met VvE aangelegenheden en willen de vergadering voorzetten. Bekend is dat bij een eenmansbestuur het niet gebruikelijk is dat deze ook als dagvoorzitter optreedt. Daarom is het verzoek aan de leden of zij het akkoord vinden dat desondanks dhr. [de bestuurder] deze rol op zich neemt, waarbij hij tijdens de vergadering ondersteunt wordt door [F] van NHVB. De volgende besluiten zijn genomen:
Besluit 1: De meerderheid van de aanwezige en gemachtigde leden geven aan dat privé zaken niet op een ALV thuis horen en besluiten dat dhr. [de bestuurder] zijn functie van bestuurslid en voorzitter kan blijven uitoefenen. (…)
(…)
Gezien de uitslag, dat naast het bezwaar van [(E)] en zijn gemachtigden, de overige leden geen bezwaar hebben dat dhr. [de bestuurder] de vergadering voorzit, wordt de vergadering conform de agenda hervat.
[(E)] geeft aan zich hierin niet te kunnen vinden en besluit samen met [*a] vrijwillig de vergadering te verlaten.”

3.Het geschil

3.1.
Verzoekers verzoeken dat de kantonrechter, kort gezegd:
primair
(i) vernietigt het besluit van de algemene ledenvergadering van 23 april 2015 om het verzoek van verzoekers om [de bestuurder] te ontslaan uit de functie van bestuurder van de vve niet in behandeling te nemen;
(ii) vernietigt alle besluiten die op de algemene ledenvergadering van 23 april 2015 zijn genomen na het vertrek van verzoekers;
subsidiair
(iii) vernietigt het besluit van de algemene ledenvergadering van 23 april 2015 om [de bestuurder] als voorzitter van deze vergadering aan te stellen;
(iv) in het dictum van deze beschikking integraal opneemt de op 5 april 2015 door [de bestuurder] aan de heer [E] verzonden e-mail;
primair en subsidiair
(v) schorst de op de vergadering van 23 april 2015 genomen besluiten tot het moment dat op alle voornoemde verzoeken is beslist;
(vi) de vve veroordeelt in de kosten van deze procedure.
3.2.
Verzoekers leggen aan deze verzoeken, zakelijk samengevat, het volgende ten grondslag. Verzoekers hebben met afschuw en walging kennis genomen van de door [de bestuurder] op 5 april 2015 verzonden e-mail. De inhoud van deze e-mail maakt dat de vve [de bestuurder] niet langer kan handhaven in zijn functie als enig bestuurder of in welke andere functie dan ook.
Hierom hebben verzoekers op 11 april 2015 voor de op 23 april 2015 te houden vergadering een motie ingediend die de strekking heeft dat verzoekers of hun gemachtigde nooit meer in zaken van beheer en bestuur van de vve met [de bestuurder] geconfronteerd zouden worden.
De weigering van de vve om deze motie op de vergadering van 23 april 2015 in behandeling te nemen, is gelet op het navolgende, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar voor verzoekers geweest.
De door de algemene ledenvergadering gedane vaststelling dat de uitlatingen van [de bestuurder] in zijn e-mail van 5 april 2015 zijn gedaan als privépersoon en niet in hoedanigheid van bestuurder van de vve is onjuist en heeft impliciet als consequentie dat de leden van de vve willens en wetens hebben toegestaan dat [e] en [a] op grovelijk door haar bestuurder zijn beledigd. Dit klemt te meer nu verzoekers, die worden geconfronteerd met een misdadig, althans buitengewoon onbehoorlijk bestuur van de vve, zich niet aan het lidmaatschap van de vve kunnen onttrekken, anders dan door het opgeven van hun appartementsrechten. Gelet op de redelijkheid en billijkheid die alle bij de vve betrokkenen jegens elkander, dus ook jegens verzoekers, in acht behoren te nemen, diende de algemene vergadering na kennisname van de klachten van verzoekers over [de bestuurder] hem te ontslaan als bestuurder van de vve. Door dit te weigeren handelt de algemene vergadering onrechtmatig jegens verzoekers.
Bij dit alles komt dat [de bestuurder] tegen de statutaire regels door de leden van de vve als voorzitter van de vergadering is benoemd.
3.3.
De vve voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Op het schorsingsverzoek is reeds beslist bij brief van 27 mei 2015, zodat dit punt verder niet meer aan de orde hoeft te komen.
4.2.
Tussen partijen is in geschil of het hierboven onder 2.5. weergegeven “besluit 1” in stand kan blijven.
Voorop gesteld wordt dat bij de beoordeling van een dergelijk verzoek de nodige terughoudendheid dient te worden betracht, in die zin dat, gelet op de voor het verzoek aangedragen gronden, slechts tot vernietiging van dit besluit wordt overgegaan, indien instandhouding daarvan voor verzoekers naar maatstaven van redelijkheid onaanvaardbaar is.
Met inachtneming hiervan wordt als volgt overwogen.
4.3.
Vastgesteld wordt dat de algemene vergadering bij haar weigering om de motie van verzoekers op de vergadering van 23 april 2015 te behandelen in redelijkheid niet tot uitgangspunt heeft kunnen nemen dat de e-mail van 5 april 2015 van [de bestuurder] aan [e] als een privéuiting moet worden beschouwd.
Ter zitting is namelijk niet weersproken dat de heren [(E)] en [de bestuurder] behoudens aangelegenheden die de vve betreffen, nimmer contact met elkaar hebben (gehad), zodat van een privékwestie tussen partijen, die aanleiding zou kunnen zijn voor de gewraakte uitlatingen, om die reden al geen sprake kan zijn geweest.
Daarbij komt dat de betreffende e-mail onderdeel is van een e-mailcorrespondentie die is gestart met een door [e] op 1 april 2015 gedaan verzoek dat betrekking had op een onderwerp dat de vve aangaat, te weten het bijeenroepen van de algemene ledenvergadering.
4.4.
Voorts is van belang dat de inhoud van de e-mail van [de bestuurder] aan [e] , die is overgelegd als productie, voor hem en voor [a] als buitengewoon kwetsend en grievend kan worden beschouwd. Niet voor niets heeft [de bestuurder] op de vergadering ook onderkend dat hij, indien hij de e-mail had verzonden in zijn hoedanigheid van bestuurder, hetgeen blijkens het voorgaande het geval is geweest, zijn boekje te buiten zou zijn gegaan en hij om die reden zijn functie ter beschikking zou stellen.
4.5.
Uit het voorgaande volgt dat als gevolg van een apert onjuiste feitelijke aanname binnen de algemene ledenvergadering geen discussie plaats heeft kunnen vinden over de vraag of zij accepteert dat de enig bestuurder van de vve zich in die hoedanigheid jegens één of meerdere individuele leden (en/of gemachtigde(n van deze)) op zodanig grove en beledigende wijze uitlaat, zoals in onderhavige zaak het geval is geweest. Dit acht de kantonrechter onder de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar voor verzoekers.
Het betreffende besluit kan niet in stand kan blijven en zal, zoals onder (i) verzocht, worden vernietigd.
4.6.
De overige op de vergadering van 23 april 2015 genomen besluiten komen daarentegen niet voor vernietiging in aanmerking. Aan de door verzoekers verzochte vernietiging staat in de weg dat het vroegtijdig vertrek van de vergadering door de heer en [a] als vrijwillig moet worden beschouwd.
Hoewel menselijkerwijs begrijpelijk is dat de heer en [a] hiertoe zijn overgegaan, belet het vrijwillige karakter van het vertrek dat de hierdoor ontstane mogelijkheid voor verzoekers om (in persoon of middels gemachtigde) ter vergadering invloed uit te oefenen op de aldaar genomen besluiten, voor risico van de vve komt. Om deze reden deelt de kantonrechter niet het oordeel van verzoekers dat instandhouding van de overige besluiten naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid als onaanvaardbaar moet worden aangemerkt. Derhalve bestaat geen grond deze besluiten te vernietigen en het verzoek hiertoe ligt voor afwijzing gereed.
4.7.
Voorgaande beslissing brengt mee dat de kantonrechter toekomt aan de beoordeling van de subsidiair gedane verzoeken.
Het verzoek onder (iii) ligt gelet op de hiervoor genomen beslissingen voor afwijzing gereed bij gebrek aan belang. Evenmin hebben verzoekers belang bij het onder (iv) gedane verzoek om de e-mail van [de bestuurder] aan [e] integraal in het dictum van deze beschikking op te nemen. Dit verzoek ligt voor afwijzing gereed.
4.8.
Nu partijen over en weer in het ongelijk zijn gesteld, zal de kantonrechter de proceskosten tussen partijen compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
Vernietigt het besluit van de algemene ledenvergadering van 23 april 2015 om het verzoek van verzoekers om [de bestuurder] te ontslaan uit de functie van bestuurder van de vve niet in behandeling te nemen.
Wijst af het anders of meer verzochte.
Compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.S. Reid, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 10 juli 2015 in het openbaar uitgesproken.
De griffier
De kantonrechter