In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 29 oktober 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen ArboNed B.V. en Strogoff FreshFood B.V. over een loondoorbetalingsverplichting die het UWV aan Strogoff had opgelegd wegens het niet voldoen aan re-integratieverplichtingen van een zieke werknemer. ArboNed, als arbodienst, werd in reconventie aangesproken door Strogoff wegens wanprestatie, omdat zij zou hebben gefaald in haar advisering over de re-integratie van de werknemer.
De procedure begon met een dagvaarding van 21 november 2013, gevolgd door verschillende conclusies van partijen. De feiten wezen uit dat er een overeenkomst van opdracht was tussen Strogoff en de rechtsvoorgangster van ArboNed, ArboDuo, waarin ArboNed zich verplichtte tot begeleiding van het ziekteverzuim. De werknemer had zich ziek gemeld en het UWV had Strogoff verplicht het loon door te betalen, omdat zij niet aan de re-integratieverplichtingen had voldaan.
Strogoff vorderde in reconventie schadevergoeding van ArboNed, omdat zij meende dat de arbodienst onjuiste adviezen had gegeven die leidden tot de loondoorbetalingsverplichting. De kantonrechter oordeelde dat ArboNed toerekenbaar tekort was geschoten in haar zorgplicht, omdat zij niet had gehandeld met de zorgvuldigheid die van een arbodienst verwacht mag worden. De rechter wees de vordering van ArboNed in conventie toe, maar erkende ook de tekortkomingen van ArboNed in de advisering aan Strogoff.
De zaak werd aangehouden voor verdere beslissingen, waarbij Strogoff werd opgedragen om de hoogte van de door haar betaalde bedragen aan de werknemer te onderbouwen. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van arbodiensten in het re-integratietraject en de gevolgen van onjuiste advisering voor werkgevers.