ECLI:NL:RBNHO:2014:9807
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring van beroep tegen verkeersboete voor oprijden van busbrug met geslotenverklaring te Zaanstad
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 21 oktober 2014 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die aan betrokkene was opgelegd. Betrokkene had een administratieve sanctie van € 130,00 ontvangen voor het oprijden van de busbrug de Binding te Zaanstad op een tijdstip waarop een geslotenverklaring gold. Betrokkene heeft tegen deze sanctie beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft betrokkene het beroep bij de kantonrechter ingediend.
De zitting vond plaats op 7 oktober 2014, waarbij de vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie aanwezig was, maar betrokkene zelf niet. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging, het oprijden van de busbrug, voldoende was aangetoond door de verklaring van de verbalisant. De kantonrechter oordeelde dat de bebording ter plaatse duidelijk was en dat de sanctie terecht was opgelegd. Betrokkene had aangevoerd dat de camera's die de overtreding hadden geregistreerd niet correct waren, maar de kantonrechter wees dit verweer van de hand. De tijdregistratie door de camera's werd als betrouwbaar beschouwd.
De kantonrechter concludeerde dat de sanctie was opgelegd in het kader van de handhaving van de openbare orde en dat de buitengewoon opsporingsambtenaar bevoegd was om deze sanctie op te leggen. De feitcode die was gebruikt voor de sanctie werd ook als correct beoordeeld. Uiteindelijk werd het beroep ongegrond verklaard, en de kantonrechter zag geen reden om de sanctie te matigen. De beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. P.J. Jansen, kantonrechter.