Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Vonnis in de zaak van:
Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel, gevestigd te Zeewolde
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel (CVAH) een vordering ingesteld tegen een ex-penningmeester, [gedaagde], op basis van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De vordering betreft de verplichting van [gedaagde] om boekhoudkundige stukken ter beschikking te stellen die betrekking hebben op de boekhouding van de CVAH-afdeling Noord-Holland Noord over de jaren 2007 en 2008. De eisende partij, vertegenwoordigd door P.J. Smink, heeft gesteld dat zij recht en belang heeft bij de gevraagde stukken, omdat deze essentieel zijn voor een deugdelijke boekhouding en verantwoording aan de belastingdienst. De gedaagde heeft echter betwist dat er een rechtmatig belang is en heeft gewezen op de goedkeuring van de boekhouding door de kascommissie.
Tijdens de zitting op 3 februari 2014 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De kantonrechter heeft vastgesteld dat CVAH een rechtmatig belang heeft bij de gevraagde stukken, aangezien deze noodzakelijk zijn voor de verantwoording aan de belastingdienst. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [gedaagde] de gevraagde stukken onder zich heeft en dat de vordering van CVAH toewijsbaar is. De kantonrechter heeft [gedaagde] veroordeeld om de stukken ter beschikking te stellen aan CVAH, hetzij door overhandiging aan de fungerend voorzitter of penningmeester, hetzij door aangetekende verzending.
Daarnaast heeft de kantonrechter de vordering tot betaling van buitengerechtelijke kosten toegewezen, maar het bedrag vastgesteld op € 181,50, en [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten van CVAH. De uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, op 3 maart 2014.