Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 13 juni 2014 in de zaak tussen
[eiseres] en de heer [eiser], te [woonplaats], eisers
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [plaats], verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Bij besluit van 28 oktober 2011 heeft verweerder aan eisers een last onder dwangsom opgelegd wegens overtreding van artikel 4, gelezen in samenhang met artikel 14, lid I en lid III, aanhef en onder 2a van de planvoorschriften van het bestemmingsplan “Bungalowpark [bungalowpark]”. De last ziet erop dat eisers de permanente bewoning van de recreatiewoning beëindigen en beëindigd houden door elders een hoofdverblijf te betrekken. Aan de last is een dwangsom verbonden van € 5000,- voor elke vier weken of een deel van deze vier weken dat de overtreding voortduurt, met een maximum van € 25.000,-. Aan het besluit is een begunstigingstermijn van zes maanden verbonden, ingaande op de dag na die van verzending van het besluit.
Niet in geschil is dat het besluit van 28 oktober 2011 in rechte onaantastbaar is.
Beslissing
mr.drs. B. Veenman, leden, in aanwezigheid van mr. P.C. van der Vlugt, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 13 juni 2014.