ECLI:NL:RBNHO:2014:8605
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in cocaïnezaak door onvoldoende bewijs van betrokkenheid
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, stond de verdachte, bekend als 'Waldo', terecht op verdenking van betrokkenheid bij de invoer van cocaïne in Nederland. De zaak kwam voort uit verklaringen van drie koeriers die in Argentinië bolletjes cocaïne hadden geslikt en naar Brussel waren gevlogen. De officier van justitie stelde dat de verdachte de persoon was die betrokken was bij de transporten, maar de verdediging betwistte dit en stelde dat er onvoldoende bewijs was.
De rechtbank heeft de zaak op 8 september 2014 behandeld, na openbare terechtzittingen op 20 en 25 augustus 2014. De rechtbank concludeerde dat er te veel twijfel bestond over de identiteit van de verdachte als de bedoelde 'Wally', 'Walla' of 'Waldo'. Hoewel er enkele aanknopingspunten waren die in de richting van de verdachte wezen, waren er ook significante tegenargumenten die zijn betrokkenheid in twijfel trokken. De rechtbank oordeelde dat het bewijs niet wettig en overtuigend was, wat leidde tot de vrijspraak van de verdachte.
De rechtbank benadrukte dat de verdenking niet voldoende was om tot een veroordeling te komen, en dat de verdachte daarom moest worden vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en de beslissing werd openbaar gemaakt op dezelfde dag.