ECLI:NL:RBNHO:2014:8573
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.H.L.C. Bijvoet
- A. van Dongen
- M.C.A. Onderwater
- Rechtspraak.nl
Douaneschuld en aansprakelijkheid bij valse wegvoeringsbescheiden in vrije zone controle type II
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 1 augustus 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een onderneming met een vergunning voor de vrije zone controle type II, en de inspecteur van de Belastingdienst/Douane. Eiseres werd geconfronteerd met een uitnodiging tot betaling van douanerechten ter hoogte van € 10.211,52, die was opgelegd na het constateren dat een derde partij, [A], niet-communautaire goederen had afgehaald onder het voorwendsel van valse of vervalste toestemmingen tot wegvoer. De rechtbank oordeelde dat eiseres terecht als douaneschuldenaar was aangemerkt op basis van artikel 203 van het Communautair Douanewetboek (CDW).
Het procesverloop begon met de uitreiking van de uitnodiging tot betaling op 13 september 2012, gevolgd door een uitspraak op bezwaar op 21 augustus 2013, waarin de uitnodiging werd gehandhaafd. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij de zitting op 3 juli 2014 plaatsvond. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres, die onder andere stelde dat de douane niet tijdig had ingegrepen, niet gegrond verklaard. De rechtbank benadrukte dat de douane niet verplicht was om eiseres te waarschuwen voor de mogelijke douaneschuld, aangezien de toetsing aan nationale beginselen niet mogelijk was door de directe werking van het Unierecht.
De rechtbank concludeerde dat de aansprakelijkheid van eiseres voor de douaneschuld niet in strijd was met het evenredigheidsbeginsel, en dat de verzoeken om kwijtschelding niet ontvankelijk waren omdat deze niet tijdig waren ingediend. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en legde geen proceskostenveroordeling op. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Amsterdam.