Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
MAATSCHAP WEA NOORD-HOLLAND,
1.De procedure
- de dagvaarding van 31 januari 2012 met 9 producties;
- de conclusie van antwoord met 25 producties;
- de conclusie van repliek, tevens houdende wijziging van eis, met 6 producties;
- de conclusie van dupliek, tevens reactie wijziging van eis, met 4 producties;
- de akte uitlating producties zijdens [eiser];
- het tussenvonnis van 28 augustus 2013;
- het proces-verbaal van comparitie van 5 februari 2014, alsmede de daarin genoemde stukken;
- het namens WEA ingediende B16-formulier d.d. 26 februari 2014 met het verzoek om een tweetal correcties op het proces-verbaal door te voeren;
- het namens [eiser] ingediende B16-formulier d.d. 12 maart 2014 waarbij [eiser] akkoord gaat met de voorgestelde correcties;
- de brief van deze rechtbank van 17 maart 2014 waarin het proces-verbaal op een drietal punten wordt hersteld.
2.De feiten
cultuurgrond kadastraal bekend gemeente Wieringermeer, sectie D, nummers 210 en 365 groot 41.76.60 ha à ƒ. 52.000,== = ƒ. 2.171.832,== x 60% = ƒ. 1.303.099,==”
In de maatschap is ingebracht per 1 mei 1999
Door de vennoot sub 1(rb: [eiser]):
Het gebruik en genot van de hen in volle eigendom toebehorende onroerende zaken, bestaande uit percelen cultuurgrond gelegen te Middenmeer, het geheel kadastraal bekend gemeente Wieringermeer, sectie D, nummer 210 en nummer 365 samen groot 44.00.00 ha (…).
Het gebruik en genot van de met het bedrijf van de vennoot sub 1 samenhangende produktierechten, bestaande uit bietenquotum (…) en andere met de grond verbonden rechten;
Zijn kennis en zakelijke relaties, alsmede zoveel arbeid en vlijt als nodig en mogelijk is.
Hetgeen na de hiervoor vermelde vergoedingen als saldo resteert wordt jaarlijks als volgt verdeeld:
een arbeidsvergoeding wordt toegekend ter grootte van ƒ 1.550,= (…) per jaar, per hectare landbouwgrond die door de ondergetekende sub 1 in gebruik en genot is ingebracht in de maatschap. De vergoeding bedraagt derhalve ƒ 68.200,= (…) per jaar.
zal jaarlijks worden vastgesteld.
3.Het geschil
primair: een bedrag van € 2.386.395,-- vermeerderd met een bedrag van
€ 100.000,-- terzake van het bietenquotum en te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 mei 1999, althans een door de rechbank te bepalen datum, tot de dag der algehele voldoening;
€ 100.000,-- terzake van het bietenquotum en te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 mei 1999, althans een door de rechbank te bepalen datum, tot de dag der algehele voldoening;
4.De beoordeling
5.De beslissing
24 september 2014voor het nemen van een akte door [eiser] met het hiervoor onder rechtsoverweging 4.12. omschreven doel;