ECLI:NL:RBNHO:2014:7773
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.C.M. Rutten
- E.C. Smits
- W. Geelhoed
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring van het openbaar ministerie inzake twee Amerikaanse militairen verdacht van verkrachting
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 8 augustus 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen twee Amerikaanse militairen, verdachten X en Y, die beschuldigd werden van verkrachting. De rechtbank heeft geoordeeld dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk is in zijn vervolging van de verdachten. Dit oordeel is gebaseerd op ernstige gebreken in het opsporingsonderzoek, waaronder het onjuist vermelden van informatie in rechtshulpverzoeken aan de Verenigde Staten en een gebrek aan professionaliteit in de verhoren. De rechtbank concludeert dat door een opeenstapeling van fouten een ernstige inbreuk is gemaakt op de beginselen van een behoorlijke procesorde, waardoor de rechten van de verdachten zijn geschonden.
De feiten van de zaak zijn als volgt: op 11 september 2009 ontmoetten de verdachten de aangeefster in een uitgaansgelegenheid in Haarlem. Na een avondje uit zijn zij met de aangeefster naar haar appartement gegaan, waar verschillende seksuele handelingen plaatsvonden. De aangeefster deed op 14 september 2009 aangifte van verkrachting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen.
De verdediging heeft primair betoogd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard, terwijl het openbaar ministerie stelde dat de rechtmatigheid van het verhoor in de Verenigde Staten niet door de Nederlandse rechter getoetst hoeft te worden. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat er verschillende gebreken in het opsporingsonderzoek waren, zoals het onjuist vermelden van DNA-onderzoek en het niet adequaat verhoren van de aangeefster. Dit alles leidde tot de conclusie dat de verdachten niet eerlijk behandeld zijn in het proces.
De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat, zelfs als het bewijsmateriaal in zijn geheel wordt bekeken, er onvoldoende bewijs is om de verdachten te veroordelen. De rechtbank heeft daarom de beslissing genomen om het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in zijn vervolging van de verdachten.