ECLI:NL:RBNHO:2014:7729

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 juli 2014
Publicatiedatum
14 augustus 2014
Zaaknummer
3086557 \ AO VERZ 14-148
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische omstandigheden en arbeidsongeschiktheid

In deze zaak verzoekt [XXX] Bouwtechniek om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder], die arbeidsongeschikt is. De verzoekster stelt dat de ontbinding noodzakelijk is vanwege bedrijfseconomische redenen, waaronder een aanzienlijke daling van het aantal werkstations van 50 naar minder dan 25. De directeuren van [XXX] Bouwtechniek hebben eerder met [verweerder] gesproken over de noodzaak tot bezuinigen en mogelijke ontslagscenario's. Echter, [verweerder] heeft zich op 7 november 2013 ziek gemeld, wat complicaties met zich meebrengt voor het ontbindingsverzoek.

De kantonrechter oordeelt dat, hoewel er een bedrijfseconomische reden voor het verzoek is, deze indirect verband houdt met de arbeidsongeschiktheid van [verweerder]. De werkgever is niet verzekerd voor de kosten van arbeidsongeschiktheid, wat een zware druk op de financiële situatie van [XXX] Bouwtechniek legt. De rechter concludeert dat het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet kan worden toegewezen, omdat de reflexwerking van het opzegverbod tijdens ziekte van toepassing is. Dit betekent dat de ontbinding niet kan plaatsvinden zolang de werknemer ziek is, tenzij er een duidelijk verband met de arbeidsongeschiktheid kan worden aangetoond.

Uiteindelijk wijst de kantonrechter het verzoek van [XXX] Bouwtechniek af en compenseert de proceskosten, zodat beide partijen hun eigen kosten dragen. Deze beslissing is genomen door mr. C.E. van Oosten-van Smaalen op de openbare zitting van 1 juli 2014.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton – locatie Haarlem
zaak/rep.nr.: 3086557 \ AO VERZ 14-148
datum uitspraak: 1 juli 2014

BESCHIKKING ONTBINDING ARBEIDSOVEREENKOMST

inzake

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[XXX] BOUWTECHNIEK HAARLEM B.V.
te Haarlem
verzoekster
hierna te noemen [XXX] Bouwtechniek
gemachtigde mr. J.W. Ebbink
tegen

[verweerder]

te [woonplaats]
verweerder
hierna te noemen [verweerder]
gemachtigde mr. M.P.D. de Mönnink.

De procedure

Op 14 mei 2014 is ter griffie een verzoekschrift ontvangen van [XXX] Bouwtechniek. [verweerder] heeft een verweerschrift ingediend. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 17 juni 2014. Op deze zitting hebben partijen hun standpunten nader toegelicht. De gemachtigde van [verweerder] heeft pleitnotities overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht.

De feiten

[XXX] Bouwtechniek is een bouwtechnisch adviesbureau.
[verweerder], 55 jaar oud, is op 17 oktober 1977 bij [XXX] Bouwtechniek in dienst getreden. Hij is thans werkzaam als systeembeheerder voor een salaris van € 3.890,06 bruto per maand exclusief vakantiegeld (en overige emolumenten).
Op 29 oktober 2013 hebben [YYY], directeur [XXX] Bouwtechniek Haarlem, en[ZZZ], directeur van de holding vennootschap van de [XXX] Bouwtechniek Groep, met [verweerder] gesproken over de economische situatie bij [XXX] Bouwtechniek en de noodzaak tot bezuinigen ook op het gebied van personeelsbestand. Hierbij zijn [verweerder] vier alternatieve toekomstscenario’s geschetst: ontslag door middel van een UWV-procedure, ontslag met wederzijds goedvinden, de overeengekomen arbeidsduur beperken of vervangend werk. Twee weken later zou een tweede bespreking over deze mogelijkheden plaatsvinden.
Op 7 november 2013 heeft [verweerder] zich ziek gemeld. Op 3 januari 2014 heeft [XXX] Bouwtechniek het UWV verzocht een ontslagvergunning te verlenen voor [verweerder] wegens bedrijfseconomische omstandigheden. [verweerder] heeft verweer gevoerd. Op 25 februari 2014 heeft het UWV de verzochte toestemming verleend. De verleende toestemming was geldig tot 22 april 2014.
Arbovitale heeft [XXX] Bouwtechniek op 10 april 2014 onder meer als volgt laten weten:
Niet werkgerelateerde factoren zijn hoofdoorzaak bij aanvang verzuim; de ervaren hoge werkdruk speelde ook een rol (…)Tijdens de arbeidsongeschiktheid is werk-onzekerheid (…) een rol gaan spelen”.
[XXX] Bouwtechniek is niet verzekerd voor de financiële gevolgen van de arbeidsongeschiktheid van [verweerder].
[gedaagdes] arbeidsongeschikt duurt thans nog voort.

Het verzoek

[XXX] Bouwtechniek verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst, wegens veranderingen in de bedrijfseconomische omstandigheden. [XXX] Bouwtechniek stelt - samengevat - dat zij, om een faillissement te voorkomen, genoodzaakt is te reorganiseren en een aantal arbeidsplaatsen te laten vervallen. Wegens het geslonken aantal werkstations, van 50 naar minder dan 25, dient de functie van systeembeheerder volgens [XXX] Bouwtechniek te vervallen. Het UWV heeft in haar beslissing aangegeven dat er een bedrijfseconomische noodzaak is tot reorganisatie binnen [XXX] Bouwtechniek, dat [XXX] Bouwtechniek gehandeld heeft conform het afspiegelingsbeginsel en dat [XXX] Bouwtechniek geen mogelijkheid heeft om [verweerder] te herplaatsen.
is weliswaar arbeidsongeschikt, maar op het moment dat hem het ontslag werd aangezegd was hij dit nog niet. De arts van ArboVitale heeft bovendien geconcludeerd dat de factoren die hebben geleid tot de arbeidsongeschiktheid van [verweerder] niet direct werk gerelateerd zijn. Er is daarom geen sprake van een opzegverbod.
Nu de arbeidsongeschiktheid van [verweerder] buiten het werk is gelegen en bij [XXX] Bouwtechniek een noodzaak bestaat tot reorganiseren, is er geen reden voor het vaststellen van een ontslagvergoeding.

Het verweer

[verweerder] concludeert primair tot afwijzing van het verzoek. [verweerder] voert aan dat hij arbeidsongeschikt is en een gewichtige reden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst ontbreekt. Van bijzondere omstandigheden die bij een afweging van alle betrokken belangen en de gevolgen voor beide partijen in aanmerking genomen, de conclusie kunnen dragen dat ondanks de arbeidsongeschiktheid de overeenkomst dient te eindigen is geen sprake.
De bedrijfseconomische reden om ontbinding van de arbeidsovereenkomst te vragen is vooral in de omstandigheid dat [XXX] Bouwtechniek er voor heeft gekozen geen verzekering voor de kosten van arbeidsongeschiktheid te sluiten.
Daarbij is het de vraag of na het herstel van [verweerder] nog steeds bij [XXX] Bouwtechniek de noodzaak zal bestaan om zijn arbeidsplaats te laten vervallen.
[verweerder] acht zich thans nog niet in staat tot het volgen van een tweede spoortraject.
Subsidiair, voor het geval de arbeidsovereenkomst toch wordt ontbonden, verzoekt [verweerder] om toekenning van een vergoeding van € 200.000,00.

De beoordeling

1.
Het verzoek van [XXX] Bouwtechniek is gebaseerd op bedrijfseconomische omstandigheden. Het ontbindingsverzoek houdt daarom in beginsel geen verband met het bestaan van een opzegverbod als bedoeld in artikel 7:685 lid 1 BW. Weliswaar is sprake van een opzegverbod omdat [verweerder] ziek is, maar dat brengt niet zonder meer mee dat het verzoek geacht moet worden daarmee verband te houden. Dit lijdt uitzondering als toch van enig verband met de arbeidsongeschiktheid van [verweerder] blijkt.
2.
De omstandigheid dat [XXX] Bouwtechniek niet verzekerd is voor de financiële gevolgen van arbeidsongeschiktheid en de kosten van [gedaagdes] arbeidsongeschiktheid zwaar drukken op haar debetpositie, brengt mee dat de mogelijkheid reëel aanwezig is, dat juist deze gevolgen voor [XXX] Bouwtechniek van doorslaggevend belang zijn bij de bepaling van de bedrijfseconomische reden voor het verzoek tot ontbinding. Indien daarvan daadwerkelijk sprake is, dient in het onderhavige geval aan het opzegverbod tijdens ziekte reflexwerking toe te komen. De grondslag voor het ontbindingsverzoek is in dat geval immers indirect gelegen in de arbeidsongeschiktheid.
3.
[XXX] Bouwtechniek heeft onvoldoende weersproken dat het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst verband houdt met deze door [verweerder] als verweer opgeworpen reden.
4.
De kantonrechter kan zich er dan ook niet van vergewissen dat in het onderhavige geval geen verband bestaat tussen het verzoek en de arbeidsongeschiktheid van [verweerder]. Dat brengt mee dat de reflexwerking van het opzegverbod tijdens ziekte thans opgeld doet.
5.
Het voorgaande leidt de kantonrechter tot de conclusie dat het verzoek dient te worden afgewezen.
6.
Gelet op de aard van de procedure worden de kosten van de procedure gecompenseerd.

De beslissing

De kantonrechter:
- wijst het verzoek af;
- compenseert de proceskosten aldus dat ieder van partijen de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.E. van Oosten-van Smaalen en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
Coll.