ECLI:NL:RBNHO:2014:7693

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 juli 2014
Publicatiedatum
14 augustus 2014
Zaaknummer
14/744
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
  • R.E.A. Toeter
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over klaagschrift inzake inbeslagname van merk vervalste smartphone

Op 24 juli 2014 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, uitspraak gedaan in een klaagschrift dat op 8 april 2014 was ingediend. Het klaagschrift was gericht tegen de inbeslagname van een Android smartphone, die op 20 maart 2014 in beslag was genomen. De rechtbank diende te beoordelen of het bestellen van deze smartphone door de klager, die niet als verdachte was gehoord, een opzettelijke overtreding van artikel 337 van het Wetboek van Strafrecht opleverde. De rechtbank concludeerde dat het hoogst onwaarschijnlijk was dat de strafrechter later tot verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer zou besluiten, gezien het feit dat de klager niet als verdachte was aangemerkt en er onvoldoende bewijs was voor opzet.

De rechtbank oordeelde dat de klager, gezien de aankoopprijs van de smartphone en de omstandigheden van de aankoop, had kunnen en moeten beseffen dat het om een namaakartikel ging. Echter, de rechtbank stelde vast dat er geen duidelijke aanwijzingen waren dat de klager op de hoogte was van het feit dat het om een merk-vervalst goed ging. De aanbieding op internet vermeldde niet het merk van de smartphone, wat de kans vergrootte dat de klager niet wist dat hij een vervalsing kocht.

Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het klaagschrift gegrond, hefte het beslag op en gelastte de teruggave van de in beslag genomen smartphone aan de klager. De uitspraak werd gedaan door rechter mr. R.E.A. Toeter in aanwezigheid van griffier A.B. van Velzen, en vond plaats in het openbaar.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlem
Enkelvoudige raadkamer
Registratienummer: 14/744
Uitspraakdatum: 24 juli 2014
Beschikking (art. 552a Sv.)
1. Ontstaan en loop van de procedure
Op 8 april 2014 is op de griffie van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, ingekomen een klaagschrift, gedateerd 4 april 2014, van:
[klager], klager,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres].
Het klaagschrift strekt tot opheffing van het daarop gelegde beslag, met last tot teruggave aan klager van:
een Android Smartphone.
Op 24 juli 2014 is dit klaagschrift op een openbare zitting in raadkamer behandeld.
Klager is in persoon verschenen. Tevens was aanwezig de officier van justitie mr. M.A. Hobbelink.
Van het verhandelde ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De inhoud daarvan wordt als hier ingelast beschouwd.
2. Beoordeling
Vast is komen te staan, dat bedoelde telefoon op 20 maart 2014 in beslag is genomen en dat het beslag nog voortduurt.
Klager heeft – onder verwijzing naar een bij het klaagschrift overgelegde uitdraai van internet –aangevoerd, dat hem ten tijde van de aankoop van de onderhavige telefoon niet bekend was dat de betreffende telefoon als Samsung smartphone werd aangeboden.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld, zakelijk weergegeven, dat:
de telefoon is gedetermineerd als inbreuk makend op het intellectueel eigendomsrecht van Samsung;
- klager – gelet op de aankoopprijs van de telefoon ($ 135,00, inclusief verzendkosten) – had kunnen en/of moeten beseffen, dat het een namaakartikel betrof;
- het belang van strafvordering zich tegen de gevraagde teruggave verzet en het klaagschrift mitsdien ongegrond behoort te worden verklaard.
Bij de beoordeling van het klaagschrift stelt de rechtbank voorop dat de inbeslagneming van de telefoon, die heeft plaatsgevonden op verdenking dat klager zich heeft schuldig gemaakt aan het misdrijf van artikel 337, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (Sr) – kort gezegd de opzettelijke invoer van een merk-vervalst artikel – rechtmatig is geweest, nu er bij de inbeslagneming sprake was van voldoende aanwijzingen dat de in beslag genomen en voor klager bestemde telefoon geen origineel door Samsung vervaardigde telefoon was.
Teneinde vast te stellen, of bij degene voor wie het in beslag genomen goed bestemd is sprake is geweest van opzet, waaronder mede begrepen voorwaardelijk opzet, op de invoer van een merk-vervalst goed, alsmede ter beantwoording van de vraag, welk verder gevolg moet worden gegeven aan de inbeslagneming, noopt toepassing van het dwangmiddel van inbeslagneming de in beslag nemende instantie in een geval als het onderhavige tot nader onderzoek, tenzij zonneklaar is dat degene voor wie het in beslag genomen goed bestemd is ermee bekend was of moest zijn dat het om een merk-vervalst goed ging.
Dat onderzoek heeft in het onderhavige geval niet plaatsgevonden, zodat – nu noch bij de inbeslagneming zonneklaar was dat klager ermee bekend was of moest zijn dat het om een merk-vervalst goed ging, noch in hetgeen door klager naar voren is gebracht aanknopings-punten kunnen worden gevonden, dat hij het (voorwaardelijk) opzet had op de invoer van een merk-vervalst goed – de rechtbank niet kan vaststellen dat er bij klager in het onderhavige geval sprake is geweest van handelen in strijd met artikel 337, eerste lid, Sr.
Integendeel, op grond van de aanbieding op internet van de door klager bestelde telefoon, naar aanleiding waarvan klager zijn bestelling heeft gedaan, van welke aanbieding klager een uitdraai heeft overgelegd, stelt de rechtbank vast dat aannemelijk is dat klager er niet van op de hoogte was dat de aangeboden telefoon een namaak Samsung smartphone was, nu in die aanbieding het merk van de aangeboden telefoon niet was genoemd.
Het hiervoor overwogene zou op grond van de thans bekende gegevens bij voorlegging van de hier aan de orde zijnde zaak aan de strafrechter moeten leiden tot vrijspraak en daarmee in beginsel tot teruggave aan klager van de in beslag genomen smartphone.
De strafrechter zou niettemin bij vrijspraak van klager kunnen vaststellen, dat het strafbare feit van artikel 337, eerste lid, Sr is begaan, zij het door degene die als verzender betrokken is geweest bij de invoer van het merk-vervalste goed in Nederland. Om die reden zou het belang van strafvordering zich toch kunnen verzetten tegen teruggave van het in beslag genomen merk-vervalste goed.
In het licht van het bepaalde in het tweede lid van artikel 337 Sr, inhoudende dat niet strafbaar is degene die enkele waren (…) of merken als omschreven in het eerste lid van dat artikel in voorraad heeft uitsluitend voor eigen gebruik, kan niet worden gezegd dat wanneer klager in het bezit wordt gesteld van het in beslag genomen goed, zich voordoet het geval dat dit bezit in strijd is met de wet of het algemeen belang.
Een en ander brengt de rechtbank tot het oordeel, dat zich ten aanzien van het in beslag genomen smartphone voordoet het geval dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter later oordelend tot een verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer zal besluiten.
Daarom zal de rechtbank het klaagschrift gegrond verklaren de teruggave van de inbeslaggenomen smartphone aan klager gelasten.
3. Beslissing
De rechtbank:
verklaart het klaagschrift gegrond;
heft op het daarop gelegde beslag en gelast de teruggave aan klager van:
een telefoon (Smartphone).
4. Samenstelling raadkamer en uitspraakdatum
Deze beschikking is gegeven door mr. R.E.A. Toeter, rechter,
in tegenwoordigheid van A.B. van Velzen, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 24 juli 2014.