Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 29 januari 2014;
- het proces-verbaal van comparitie van 13 februari 2014.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.160,00(2 punten × tarief € 2.580,00)
Rechtbank Noord-Holland
In deze bodemzaak, uitgesproken door de Rechtbank Noord-Holland op 12 maart 2014, staat de rechtsgeldigheid van een dividendbesluit centraal. Eiseres, GAP (NETHERLANDS) B.V., heeft de juistheid van een door gedaagde afgelegde derdenverklaring betwist. Gedaagde, bestuurder en aandeelhouder van F.N.I. Holding B.V., heeft in het verleden een lening van Leyduin Vastgoed B.V. ontvangen, die later door de algemene vergadering van aandeelhouders als dividenduitkering is aangemerkt. GAP stelt dat dit besluit nietig is, omdat gedaagde geen aandeelhouder van Leyduin is en dus geen recht heeft op dividend. De rechtbank oordeelt dat het dividendbesluit in strijd is met artikel 2:216, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (oud), waardoor het besluit nietig is. De vordering van GAP tot betaling van de bedragen die Leyduin aan haar verschuldigd is, wordt toegewezen. Gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van € 946.645,10, vermeerderd met wettelijke rente, en in de proceskosten. De rechtbank wijst de vordering van GAP tot het afleggen van een nieuwe derdenverklaring af, omdat deze geen belang meer heeft na de toewijzing van de vordering tot betaling.