ECLI:NL:RBNHO:2014:7227
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.C.M. Rutten
- G.D. de Jong
- W. Geelhoed
- Rechtspraak.nl
Opzettelijke invoer van cocaïne met afwijking van de geëiste straf
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 14 juli 2014 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die op 23 april 2014 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk 2.117,5 gram cocaïne heeft ingevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 24 maanden geëist, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, maar de rechtbank heeft in de persoonlijke omstandigheden van de verdachte aanleiding gezien om van deze eis af te wijken. De verdachte, die dakloos was en geen inkomen had, had nooit eerder met politie of justitie in aanraking geweest ter zake van de Opiumwet. De rechtbank heeft rekening gehouden met haar schrijnende situatie en de gevolgen van haar handelen. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Daarnaast is een taakstraf van 240 uren opgelegd, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis van 120 dagen bij niet-naleving. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden verbonden aan de voorwaardelijke straf, waaronder meldplicht bij Reclassering Nederland en deelname aan een cognitieve vaardigheden training. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.