Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[EISERES SUB 1],
[EISERES SUB 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 15 mei 2013
- het deskundigenrapport van 27 september 2013 van Ing. [NAAM DESKUNDIGE 1] (hierna: [DESKUNDIGE 1])
- de nadere vraagstelling aan [DESKUNDIGE 1] van de rechtbank van 4 oktober 2013
- de reactie daarop van [DESKUNDIGE 1] van 21 oktober 2013
- de conclusie na deskundigenbericht van [DE BEWINDVOERDERS] van 4 december 2013
- de antwoordconclusie na deskundigenbericht van [GEDAAGDE] van 15 januari 2014.
2.De verdere beoordeling
€ 22.750,-- in 2010. Daarna heeft [DESKUNDIGE 1] de vaste kosten voor de koper
(…) dat het vaststellen van de door de rechtbank gevraagde marktwaarden zeer complex is, gezien:
onzekere factoren die invloed hebben op de gevraagde marktwaarden:
- Het verschil tussen de werkelijke marktwaarde van het perceel grond en die van de beschikbare WOZ waarden (werkelijke marktwaarden lagen in die periode normaliter een stuk hoger dan de WOZ-waarden).
- De relatief korte duur van het resterende recht van erfpacht van circa 30 jaar, en dat deze na 2040 hoogstwaarschijnlijk opnieuw wordt uitgegeven voor circa 50 jaar.
- De marktwaarden van het recht van erfpacht (zonder het persoonlijk gebruiksrecht) aan de hand van de twee rekenmodellen zeer uiteen lopen.
inclusiefhaar woonschip te kopen voor € 70.000,-- , kan niet de conclusie dragen dat sprake is geweest van misbruik van omstandigheden als omschreven in 3:44 lid 4 Burgerlijk Wetboek, temeer niet nu tussen partijen niet in geschil is dat [DE ONDERBEWINDGESTELDE] altijd al een eigenzinnige vrouw was die haar eigen plan trok en haar eigen afwegingen maakte. Ook de omstandigheid dat [GEDAAGDE] de ligplaats in 2011 voor € 62.000,-- heeft verkocht kan deze conclusie niet dragen, waarbij de rechtbank betrekt dat [DE BEWINDVOERDERS] niet hebben betwist dat de koper destijds zelf dit bedrag heeft geboden en de advertenties van [GEDAAGDE] voor de verkoop betrekking hadden op de ligplaats inclusief het woonschip van [GEDAAGDE]. De rechtbank weegt tenslotte mee dat bij de transactie ook rekening is gehouden met de belangen van [DE ONDERBEWINDGESTELDE] in die zin dat haar woonschip levenslang op de ligplaats mocht blijven liggen tegen betaling van € 100,00 per maand, waarbij [GEDAAGDE] voortaan de erfpachtcanon zou voldoen, en dat [GEDAAGDE] niet zelf een willekeurige verkoopprijs heeft voorgesteld, maar daartoe een taxateur heeft ingeschakeld. De rechtbank komt dan ook tot het oordeel dat [DE BEWINDVOERDERS] onvoldoende feitelijk hebben onderbouwd dat bij de verkoop van het erfpachtrecht sprake is geweest van misbruik van omstandigheden. Dat sprake zou zijn geweest van bedrog is evenmin voldoende feitelijk onderbouwd. De vorderingen zullen dan ook worden afgewezen.
2.235,00(2,5 punten × tarief € 894,00)
3.De beslissing
NL94RBOS0569990513ten name van Arr.Nrd-Holl(Alk) onder vermelding van “kosten deskundige” en het zaak- en rolnummer C/14/139496 / HA ZA 12-278,