ECLI:NL:RBNHO:2014:7175

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 juli 2014
Publicatiedatum
25 juli 2014
Zaaknummer
C/14/153196/HA ZA 14-113
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake onteigening door de Provincie Noord-Holland met betrekking tot schadeloosstelling

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 2 juli 2014 een vonnis gewezen in een onteigeningsprocedure tussen de Provincie Noord-Holland en een gedaagde die niet is verschenen. De Provincie, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.S. Procee, heeft de rechtbank verzocht om de schadeloosstelling vast te stellen op basis van een koopovereenkomst die tussen partijen is gesloten. De rechtbank heeft eerder op 23 april 2014 een tussenvonnis uitgesproken waarin de onteigening is vervroegd uitgesproken ten name van de Provincie, vrij van lasten en rechten, van bepaalde onroerende zaken in de gemeente Wester-Koggenland.

In het onteigeningsvonnis is het voorschot op de schadeloosstelling vastgesteld op € 16.887,00. De deskundigen die door de rechtbank zijn benoemd, hebben een conceptdeskundigenrapport ingediend, en de uiterste termijn voor het deponeren van het definitieve rapport is vastgesteld op 7 augustus 2014. De Provincie heeft in een brief van 27 mei 2014 meegedeeld dat er overeenstemming is bereikt met de gedaagde over de schadeloosstelling van € 24.000,00, inclusief alle schaden en kosten.

Aangezien de gedaagde niet in rechte is verschenen, heeft de rechtbank geoordeeld dat hij zich kan verenigen met de overeenkomst. De rechtbank heeft de schadeloosstelling vastgesteld op € 24.000,00, waarbij het reeds betaalde voorschot in mindering wordt gebracht. De Provincie heeft ook aangeboden om noodzakelijke herstelwerkzaamheden uit te voeren, waartoe de gedaagde heeft ingestemd. De rechtbank heeft verder bepaald dat de kosten van de deskundigen door de Provincie zullen worden vergoed en heeft een nieuwsblad aangewezen voor de publicatie van een uittreksel van het vonnis. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Afdeling Privaatrecht
Sectie Handel & Insolventie
Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer / rolnummer: C/14/153196 / HA ZA 14-113
Vonnis van 2 juli 2014
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
DE PROVINCIE NOORD-HOLLAND,
zetelend te Haarlem,
eiseres,
advocaat mr. J.S. Procee te Den Haag,
tegen
[NAAM GEDAAGDE]
,
wonend te Berkhout,
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna “de provincie” en “[GEDAAGDE]” genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 23 april 2014
- het conceptdeskundigenrapport van 7 mei 2014
- de brief van 21 mei 2014 van de zijde van de provincie
- de brief van 27 mei 2014 van de rechtbank waarin is vermeld dat de provincie tot uiterlijk 25 juni 2014 de gelegenheid krijgt te reageren op het conceptdeskundigenrapport
- de akte van 4 juni 2014 van de zijde van de provincie waarin de rechtbank wordt verzocht eindvonnis te wijzen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Bij tussenvonnis van 23 april 2014 heeft de rechtbank vervroegd de onteigening uitgesproken ten name van de provincie, vrij van alle bestaande lasten en rechten, van de onroerende zaken, die zijn aangeduid op de grondplantekening die ter inzage heeft gelegen en die in het KB nader zijn vermeld als:
- grondplannummer 169, een deel van 00.17.04 ha van het perceel kadastraal bekend gemeente Wester-Koggenland, sectie AB, nummer 647, totaal groot 02.41.50 ha, kadastraal omschreven als “Terrein (Akkerbouw)”;
- grondplannummer 212, een deel van 00.10.93 ha van het perceel kadastraal bekend gemeente Wester-Koggenland, sectie AB, nummer 557, totaal groot: 29.23.90 ha, kadastraal omschreven als “Bedrijvigheid (Agrarisch) Terrein (Grasland)”.
2.2.
In het onteigeningsvonnis is het voorschot op de schadeloosstelling vastgesteld op € 16.887,--. Daarnaast is bepaald dat het voorlopig oordeel van de bij beschikking van 10 oktober 2013 van deze rechtbank met zaak- en rolnummer C/14/148826 / HA RK 13/92 benoemde drie deskundigen zal gelden als een conceptdeskundigenrapport ter begroting van de schade in onderhavige procedure. De deskundigen hebben het conceptdeskundigenrapport van 7 mei 2014 ter griffie van deze rechtbank gedeponeerd. De uiterste termijn voor het deponeren van het definitieve deskundigenrapport is door de rechtbank bepaald op 7 augustus 2014.
2.3.
Bij brief van 27 mei 2014, die de rechtbank beschouwt als een voor de roldatum van 4 juni 2014 bestemde akte, heeft de provincie bericht dat tussen haar en [GEDAAGDE] overeenstemming is bereikt over de aan [GEDAAGDE] toekomende schadeloosstelling ad € 24.000,-- inclusief alle schaden en kosten hoe ook genaamd. De provincie heeft bij de brief een door beide partijen getekende koopovereenkomst gevoegd, waarin deze overeenstemming is neergelegd. De provincie wenst de bereikte overeenstemming te effectueren binnen onderhavige gerechtelijke onteigeningsprocedure en na uitbetaling over te gaan tot inschrijving van het onteigeningsvonnis in de openbare registers. De provincie verzoekt de rechtbank daarom eindvonnis te wijzen, waarin de aan [GEDAAGDE] toekomende schadeloosstelling wordt bepaald op € 24.000,--.
2.4.
Nu [GEDAAGDE] niet in rechte is verschenen wordt hij geacht, mede gelet op de door hem ondertekende koopovereenkomst, zich hiermee te kunnen verenigen. De rechtbank ziet voorts geen reden om het voorstel van de provincie niet te volgen en zal daarom de aan [GEDAAGDE] toe te kennen schadeloosstelling vaststellen overeenkomstig de koopovereenkomst. Dit betekent dat aan [GEDAAGDE] toekomt een bedrag van € 24.000,- voor alle schaden en kosten hoe ook genaamd. Voor zover de provincie het toegekende voorschot op de schadeloosstelling ten bedrage van € 16.887,-- reeds aan [GEDAAGDE] heeft betaald, dient dat bedrag op het totaal te betalen bedrag (€ 24.000,--) in mindering te worden gebracht.
2.5. De provincie heeft voorts in de dagvaarding aangeboden om, voor zover noodzakelijk, de bestaande drainage te herstellen en om de bestaande dam met duiker en hekwerk te reconstrueren in de in het kader van het werk te verleggen sloot op de nieuwe locatie. [GEDAAGDE] heeft hiermee blijkens de koopovereenkomst ingestemd.
2.6.
De door de rechtbank benoemde deskundigen hebben geen kostenoverzicht overgelegd. De rechtbank gaat ervan uit dat de provincie, zoals gebruikelijk in een procedure als de onderhavige, deze kosten zal vergoeden. De rechtbank verstaat derhalve dat de provincie als onteigende partij de kosten van de door de rechtbank benoemde deskundigen zal voldoen.
2.7.
Van derde-belanghebbenden die ter zake het onteigende enig recht op schadeloosstelling zouden hebben, is niet gebleken.
2.8. Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 54 Ow zal de rechtbank een nieuwsblad aanwijzen voor publicatie van een uittreksel van dit vonnis.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
stelt de schadeloosstelling voor [GEDAAGDE] vast op een bedrag van € 24.000,-- (zegge: vierentwintigduizend euro) inclusief alle schaden en kosten hoe ook genaamd;
3.2.
veroordeelt de provincie om aan [GEDAAGDE] te betalen een bedrag van € 24.000,--;
3.3.
verstaat dat de provincie de kosten van de door de rechtbank benoemde deskundigen zal voldoen;
3.4.
wijst het in de gemeente Koggenland verschijnende Noordhollands Dagblad aan als het nieuwsblad waarin overeenkomstig artikel 54 Onteigeningswet een uittreksel van dit vonnis binnen acht dagen nadat het gezag van gewijsde heeft gekregen door de griffier zal worden geplaatst;
3.5.
verklaart dit vonnis, wat betreft de veroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.S. Reid en in het openbaar uitgesproken op 2 juli 2014.