ECLI:NL:RBNHO:2014:6685
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter-commissaris in strafzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 3 juli 2014 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door twee verzoekers, thans gedetineerd, tegen rechter-commissaris mr. A. Eichperger. De verzoekers waren betrokken in strafzaken en hadden eerder verzocht om uitstel van het verhoor van getuige [getuige], wat door de rechter-commissaris was afgewezen. De verzoekers stelden dat deze afwijzing de schijn van partijdigheid wekte en dat zij niet in staat waren om hun verdediging adequaat voor te bereiden, gezien de inconsistenties in de verklaringen van de getuige en de recente verstrekking van bewijsstukken door het Openbaar Ministerie. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van het verzoek om uitstel een procesbeslissing was die geen grond voor wraking opleverde. De rechtbank benadrukte dat de juistheid van dergelijke beslissingen alleen in de hoofdzaak of in hoger beroep kan worden getoetst, en dat er geen objectieve gronden waren voor de vrees voor partijdigheid. De wrakingskamer concludeerde dat de verzoeken ontvankelijk waren, maar dat de feiten en omstandigheden geen aanleiding gaven voor de conclusie dat de rechter-commissaris niet onpartijdig was. De rechtbank wees het wrakingsverzoek af en beval aan dat het proces in de hoofdzaak voortgezet zou worden.